
Tien jaar geleden was de Franse zanger annex rapper annex charismabom Stromae bezig met een zegetocht door Europa. Alle grote poppodia waren uitverkocht, de mensen zongen massaal Formidable en Papaoutai – en als voorprogramma koos hij voor een vrij onbekende, nog niet gedebuteerde Nederlandse zanger. Thomas Azier was zijn naam, en hij diende met zijn Engelstalige mengeling van pop en elektronica als perfecte opwarmer voor Stromae. Want zoals Stromae’s werk nooit typisch Vlaams of Frans aanvoelde en direct heel eigen klonk, zo had Aziers werk vanaf het begin iets heel oorspronkelijks.
En dat is altijd gebleven. Aziers nieuwe, vijfde album, The Inventory of Our Desire, behoort tot zijn interessantste werk. Voluit doorgebroken is de zanger nog steeds niet, tenminste, hij heeft geen grote hits gescoord, maar dat komt eerder door een overschot aan goede ideeën dan door een gebrek eraan. Ook op deze nieuwste plaat is zijn elektronische emo-pop ingenieus en onvoorspelbaar.
‘There’s a hole in the roof’, zingt hij met die kenmerkende, heldere, hoge stem op Invisible. ‘And I’m lying on the floor/ Looking up to my life/ It’s when I realised I’m invisible.’ Wat hij daar precies mee bedoelt, en waar de realiteit in dit nummer ophoudt en de metafoor begint, dat blijft in het midden. Azier (1985) zingt zelden afgebakende verhalen, hij hamert niet op een boodschap of moraal, het draait in dit nieuwe werk vooral om de sfeer. Die is broeierig, indringend, ongrijpbaar. De liedjes hebben ook lang niet altijd een heldere couplet-refrein-structuur.
Muzikaal gezien gebeurt er veel. Azier produceerde alles zelf, en je kunt merken dat de kleinste details zijn uitgedacht. De grondtoon is elektronica, met soms kalme percussie, soms snerpende synthesizers, versnellende keyboardloopjes, en opvallend vaak een saxofoon. De sound die daaruit ontstaat is bedwelmend en al met al rustiger dan op eerder werk van Azier. Niet alleen van Stromae klinkt af en toe een echo door, maar ook van Nick Cave – de muziek heeft eenzelfde soort krakerige, bedwelmende kracht.
Op een paar nummers klinkt Aziers stem haast als een extra instrument. Niet per se loepzuiver, wel boeiend, ook door die moeilijk doordringbare aard van zijn teksten over liefde en leed, over gevoelens waarvoor hij de woorden zingend bij elkaar zoekt. Heel af en toe slaat het allemaal net door naar overdadig, naar te artistiek misschien wel. De muziek vervliegt dan, de zang wordt te nadrukkelijk, her en der lijkt Azier wat meegesleept te worden door zijn eigen poëtische verlangens (‘The sun is so kind/ His other lips that I’ve kissed on the wheel of time’).
Maar die momenten tonen bovenal iets anders: Azier trekt zijn eigen plan. Hij is een Nederlandse artiest met internationale allure die al tien jaar zijn eigen kompas volgt en op The Inventory of Our Desire weer laat zien hoeveel fraais dat kan opleveren.
Azier – The Inventory of Our Desire