Deze film van de makers van El abrazo de la serpiente (2015) volgt de conventies van het misdaadepos – internationale drugshandel, gangsterisme in familieverband, geweld, verraad – maar het accent valt op de mythen die een onzichtbare invloed op het leven van de personages uitoefenen. De setting is het woestijngebied in het noorden van Colombia waar het Wayuu-volk woont. Tijdens het eerste half uur is de moderne wereld afwezig. We zien een traditionele dans: Raphayet (Jose Acosta) maakt zijn toekomstige bruid Zaida (Natalia Reyes) het hof, hij op blote voeten met een lendendoek om, zij geheel bedekt met een felrood gewaad. Hun bewegingen op de maat van tromgeroffel zijn ritualistisch, bedoeld om sociale cohesie te bevorderen en om de relatie tussen mens en heelal te verbeteren. Deze elementen keren terug als blijkt dat het verhaal zich in de jaren tachtig afspeelt, en de Zuid-Amerikaanse drugsoorlogen op uitbarsten staan.
Zoals in El abrazo de la serpiente, over de speurtocht naar een mythische bloem in het Amazonegebied, houden de Colombiaanse regisseurs Ciro Guerra en Cristina Gallego de westerse wereld op afstand terwijl die op onzichtbare, tirannieke wijze inwerkt op de personages. Na zijn huwelijk met Zaida stuiten Raphayet en zijn losbol-vriend Moisés (Jhon Narváez) terloops op Amerikaanse hippies die wel erg gesteld zijn op de wiet die wild groeit op de boerderij van Raphayets oom. Kan ik makkelijk aan komen, zegt hij. Betaal ik voor, zegt een hippie. Zo begint de handel die een lucratieve bron van inkomsten wordt. Aanvankelijk gaat het niet om geld, maar om de status van de familie. Matriarch Ursula (Carmiña Martínez) stelt: alles moet wijken om de tradities én de toekomst van de clan veilig te stellen.
Guerra en Gallego gebruiken in tegenstelling tot de eerdere film, die in schitterend zwart-wit werd gedraaid, kleur effectief in het widescreen-beeld om de volheid van de natuur te accentueren. Hiertegenover staat de visualisatie van de woestijn: leeg, uitgewassen schakeringen van licht en donker. Het is net alsof de bron van het kwaad ‘in kleur’ is, afkomstig uit het oerwoud, terwijl puurheid te vinden is in het dorre landschap waar de Wayuu in lemen hutjes wonen. Deze clash keert terug in het conflict tussen de clan van Ursula en Raphayet en die van de oom die inmiddels steenrijk is geworden dankzij de wiethandel. De bron van de ruzie is de verwesterde tienerzoon van Raphayet die de tradities van de Wayuu lijkt te schuwen. De reactie van de matriarch is verrassend: haar oplossing is tegelijk gedrenkt in traditie en volledig in lijn met de moderniteit van machinegeweren en door de woestijn scheurende suv’s.
Pájaros de verano mist de lyrische schoonheid van Serpiente, maar Cuerra en Gallego hebben nog altijd een film gemaakt die makkelijk een van de beste van het jaar kan zijn. Vaak hebben we dit verhaal al gezien – van The Godfather tot Narcos – maar nooit eerder op deze manier: drugshandelaren die dealen met geesten uit dromen en de mythische wereld.
Te zien vanaf 7 maart