Nee, de toon en de houding waarop het Kamerlid van Forum voor Democratie, Theo Hiddema, als dertiende en laatste spreker in het Kamerdebat over de moord op Anne Faber afschuwelijke details te berde bracht over de eerdere verkrachting van twee meisjes door dezelfde dader, Michael P., leek niet gespeend van aandachttrekkerij en scoringsdrift. Maar de achterliggende boodschap was keihard. En raakte een gevoelige snaar. Niet alleen bij de familie van de slachtoffers, maar ook in de Kamer.
Hoe staat het met de eigen verantwoordelijkheid van het personeel in penitentiaire inrichtingen en de forensische zorg? Hiddema vindt dat een hoofdoorzaak die zijn collega’s, als ze er al over begonnen, te voorzichtig naar voren hadden gebracht.
Michael P. kon in 2017 Anne Faber verkrachten en vermoorden, omdat fout op fout was gestapeld in de PI Vught en daarna op de forensische psychiatrische afdeling in Den Dolder. De Kamer zocht oorzaken voor die fouten. Het maakt nogal verschil wat je als oorzaak ziet, want die bepaalt de aanpak waarmee moet worden voorkomen dat in de toekomst nieuwe, gruwelijke moorden worden gepleegd waarbij een falende overheid een cruciale rol speelt.
Zijn dat fouten in het systeem of fouten van mensen? Komt het doordat de rechten van gedetineerden zwaarder wegen dan de veiligheid van de samenleving? Is in het hele traject de zorgbehandeling van gedetineerden belangrijker dan de straf voor het door hen gepleegde delict? Zijn de gemaakte fouten het gevolg van bezuinigingen en verhoogde werkdruk of van een dwingende afvinkcultuur?
Hiddema liet er geen misverstand over bestaan niet van de school te zijn die meent dat in het geval van Michael P. of andere moordenaars – zoals die van voormalig d66-minister Els Borst of de jonge vader Joost Wolters – de schuld geschoven kan worden op het systeem, de regels, de werkdruk, de bezuinigingen of de rechten van verdachten. Hij verwijt het personeel in gevangenissen en forensische zorg niet zelf na te denken, gemakzucht.
Het personeel in Den Dolder wist niets van de achtergrond van Michael P. toen hij vanuit de PI Vught daarheen werd overgeplaatst. De veroordeelde verkrachter had met succes een beroep gedaan op zijn privacy, zijn dossier kwam niet mee. Te zot voor woorden, vindt de voltallige Kamer. Maar het vonnis van Michael P. in de eerdere verkrachtingszaak van twee meisjes was wél makkelijk te vinden in de databank van rechtbankvonnissen.
En dus had het personeel in de strafinrichting of de forensische zorg dat uit eigener beweging kunnen én moeten lezen, vindt Hiddema. Uit professionele belangstelling voor de nieuweling die ze in huis kregen. Dan had het personeel geweten dat het hier niet om een ‘gewone’ verkrachter ging, maar om een ‘psychopaat’. Dat was waarom hij die gruwelijke details voorlas. Om ‘het beest in Michael P. te laten zien’.
Als er wat fout gaat, waar ook in de samenleving, dan is de roep vanuit die samenleving richting de politiek om meer regelgeving groot. De politiek is daar gevoelig voor. Wet- en regelgeving, daar gaat zij over, dat is haar manier om te laten zien dat ze aan de maatschappelijke misstand wat doet. Terugwijzen als politicus en zeggen dat burgers ook zelf moeten nadenken, daar krijg je de handen van kiezers niet mee op elkaar.
Maar al die regelgeving heeft wel als gevolg dat in veel werkomgevingen het afvinken van de lijstjes om aan al die regels te voldoen niet alleen veel tijd in beslag neemt, maar ook het zelf nadenken niet bepaald bevordert. Je wordt immers afgerekend op het keurig nalopen van de afvinklijstjes. Niet op zelf nadenken en het nemen van eigen initiatief, zeker niet als je daardoor buiten de paden van de afvinklijstjes belandt. Dus stop je daarmee. Terwijl het werkelijke leven niet in afvinklijstjes te vangen is.
Natuurlijk is de zaak-Michael P. niet alleen af te doen met: had zelf beter nagedacht. De werkdruk in de forensische psychiatrische zorg ís hoog. Er ís in het verleden bezuinigd op die zorg. In zowel de penitentiarie inrichting als de zorg daarna stáát de behandeling van de gedetineerde meer centraal dan de straf. De privacy van de gevangene ís wettelijk beter beschermd dan de veiligheid van de samenleving. Het ís lonend voor zowel penitentiaire inrichtingen als de forensische psychiatrische zorg om een gedetineerde minder zwaar in te schatten, want dat scheelt personeel en dus kosten.
Maar Hiddema maakte snoeihard duidelijk dat het niet alleen daaraan ligt. Hoe kan de politiek zich echter ontworstelen aan de reflex steeds maar weer meer regels en afvinklijstjes in het leven te roepen?
cda-Kamerlid Madeleine van Toorenburg vroeg zich hardop af wat het ergste zou zijn geweest dat had kunnen gebeuren als bestuurders van de PI Vught of de zorgafdeling in Den Dolder zelf hadden nagedacht en Michael P.’s recht op privacy hadden geschonden. Ze gaf zelf het antwoord. Dan hadden ze hoogstens sorry moeten zeggen voor het schenden van dat recht. Die sorry verbleekt bij de excuses die bestuurders en politiek nu moeten maken voor de gemaakte fouten in de zaak-Michael P.
Maar dan moet de politiek ook zelf de moed hebben na te denken. Ook zij moet het eigen afvinklijstje met daarop bovenaan ‘meer regelgeving’ durven te overstijgen. En daarvoor de kiezer durven te trotseren. Zoals ook de werknemer zijn functiebeoordelaar moet durven te trotseren en zelf moet blijven nadenken.