Het decor (Paul Gallis) is behalve fraai ook handig. De buitenmuur van een huisje op het platteland (de Veluwezoom of Noord-Frankrijk) is geplaatst vlak achter de toneellijst. Aangezien er nog al wat spelers meedoen die niet zijn geoefend in het spelen in een grote zaal (een jong meisje, theatertechnici vermomd als bouw vakkers en als een malafide aannemer) worden alle teksten op dit ondiepe podium akoestisch lekker de zaal in geketst. Er wordt in Echt iets om naartoe te leven op de achtergrond vooral veel verbouwd. Het buitenverblijf van de zieke kinderboekenschrijfster Ankie past men in de slotfase van haar leven rigoureus aan een reeks gestaag groeiende handicaps aan. Tijdens de verbouwing verandert het schattige Hans&Grietje-huisje in iets wat tegen het slot nog het meest weg heeft van de pui van een crematoriumaula. In Ankie’s laatste herfst bloeien de «depressivaatjes» in de tuin, die voortaan drempelloos is te berolstoelen. Je kunt de doodskist straks zonder butsen naar buiten rijden, zo kun je het ook zien.

De gevierde kinderboekenschrijfster Ankie (Arjan Ederveen) heeft kanker in een terminaal stadium. Ze werkt aan het laatste deel van haar gevierde Pinkeloentje-serie. Na Annie M.G. (dood) en Carry Slee (gefêteerd maar vaak afwezig) is ze de beste. Vinden althans haar uitgeefster Marijke (Raymonde de Kuyper) en haar levensgezellin Jo (Joop Admiraal). Die als voorschot op Ankie’s dood alvast een heimelijke verhouding zijn begonnen. Onder invloed van de pijnbestrijdende morfine tabletten schaatst de gevierde kinderboekenschrijfster steeds meer uit de bocht. Ze werkt aan een lesbische autobiografie met veel scabreuze pottenpraat en pornografische scènes, waar ook de ronddravende bouwvakkers bijzonder opgewonden van worden. Levensgezellin Jo en uitgeefster Marijke willen er niks van weten. Zij wachten smachtend op het slot van het laatste deel uit de Pinkeloentje-serie. Waarvoor Jo voort durend nieuwe titels bedenkt. Steeds met een uitroepteken.

De voorstelling (regie: Gerardjan Rijnders) is een mooi vehikel voor twee lekkere spelers. De humor van Arjan Ederveen (een terminaal kankerdrama onder de titel Echt iets om naartoe te leven, je moet er maar op komen) is vaak de mijne niet. Te makkelijk, je ziet de grappen van kilometers af stand aankomen. Dat maakt hier overigens niet zo veel uit. Ederveen en Admiraal krikken de dunne plot en de soms ranzige one liners met hun spel op tot een smakelijke sitcom, een afwisselend aandoenlijk, vals en lief pottendramaatje, een afrekening in het kinderliteratureluurmilieu, en allengs: dé geknipte tragikomedie voor het duo Ederveen en Admiraal. Met als aangeefster Raymonde de Kuyper, die met haar temerige stem (tussen alt en tenor) precies de juiste tegentoon biedt aan de twee travestiecreaties. Resultaat: een wittewijnovergoten homocampdrama. Met van vitriool doordrenkte grappen die erin gaan als Albert Verlinde in een COC-cabaret. De ondertitel – «een morfine sprookje» – slaat op het wrede lot van de aftakelende Ankie, maar vooral op haar hilarische finale. Door middel van de vermenigvuldiging van heldin Pin keloentje in alle soorten en maten en via een reusachtige vagina reist Ankie zachtjes naar de kinderboekenschrijfstershemel. Waar Annie M.G. de witte wijn al koud heeft staan. En waar Carry Slee straks nog een hoop met haar te stellen zal krijgen.

Tot eind mei overal te zien