Zo ging er geen dag voorbij of ik vroeg mij af (op de halve graad nauwkeurig) wat de helling van het grasveld (in de richting van de verste schuur) zou zijn.
En bijna tegelijkertijd: zou ik onder de plataan gaan zitten of onder de plataan gaan staan?
Niècephore Nièpce woonde hier niet zo ver vandaan. Dat zie je aan de vorm van de daken die deze hof begrenzen. De kleuren van de muren daaronder geven de maanden van het jaar aan. Nog meer zelfs. Je zou wel zesendertig wolken, tinten van wolken, uit de muren kunnen scheppen. Voor elke maand een andere wolk en zonder van je stoel op te staan.
De gek van Buxy hangt in de Maxi’s rond en babbelt tegen de dames over de hinderlijke wespen die elk jaar zijn augustus in de war komen sturen. De slager is zelf een wesp. Zijn ‘Et avec ça?’ boort zich in half Frankijk, via Coing helemaal richting Décazeville.
Weer tijdelijk thuis in het tijdelijk huis komt madame Peutain drie handen vol mirabellen brengen. Pandiedom! Mijn eerste mirabelle.
Vermoeid vrouwtje op de markt in Cluny is een kip. En verkoopt kip. De beste ter wereld. Poulet de Bresse. Met alle andere kip kan je beter de kachel aanmaken.
Gelukkig, de plataan staat er nog als we weer een keer thuiskomen.
Monsieur Baudet heeft drie pêches de vigne meegebracht en vertelt desgevraagd waarom er zoveel kleine gele spinnetjes in de lindebomen zitten. Omdat ze de luis op de wijnstok hebben weggespoten. Die luis dacht altijd dat het spinnetjes de Bresse waren en at ze allemaal op.
Beste spinnetjes ter wereld.
Nu moeten we dat ook alweer zelf doen.
Rubriek
Desgevraagd
De helft van de Nederlanders bezit een huis in Frankrijk en de andere helft gaat daar logeren. Ook in de allervreemdste landen dient gezelligheid op peil te worden gehouden. Je komt ook weer eens aan echte problemen toe.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1997/34
www.groene.nl/1997/34