Blauwe ogen (1)
Nederlandse militairen werken niet mee aan de schending van mensenrechten. De bewindslieden Kamp (Defensie) en Bot (Buitenlandse Zaken) vinden elke suggestie bespottelijk.

AMSTERDAM – Helaas, we kunnen ze nog steeds niet op hun blauwe ogen vertrouwen. Afgelopen week maakte minister Kamp bekend dat Nederlandse commando’s in Afghanistan betrokken zijn geweest bij vijf incidenten waarbij 21 Afghanen werden gearresteerd. Ten minste zeven van hen kwamen terecht in de Bagram-gevangenis, ongeveer vijftig kilometer van Kaboel, die inmiddels al net zo berucht is als Guantánamo Bay.

Vorig jaar werd bekend dat in Bagram twee Afghanen zijn doodgemarteld door Amerikaanse bewakers. Mensenrechtenorganisaties vermoeden dat er nog steeds gemarteld wordt. Zij hebben geen toegang tot de enorme loods waar de gevangenen worden vastgehouden, net zo min als het Rode Kruis. Nederlandse militairen waren dus betrokken bij het overdragen van Afghanen aan mogelijke folteraars. En dat mag niet in het internationale recht. Als alleen al het vermoeden bestaat dat gevangenen gemarteld zullen worden, mogen zij niet worden uitgeleverd.

Nee hoor, zegt minister Kamp, Nederland is helemaal nergens bij betrokken. Wij hebben die Afghanen niet gearresteerd. Dat deden Amerikanen die meereisden met onze patrouilles. Dergelijke haarkloverij in het aangezicht van mogelijke mensenrechtenschendingen werpt een geheel nieuw licht op het Nederlandse vingertje jegens landen als China en Rusland.

De pvda stemde destijds tegen de missie van de commando’s, omdat ze die niet in overeenstemming achtte met het internationaal recht. Die vrees, zo blijkt nu, was terecht. pvda-kamerlid Bert Koenders: «Met die missie heeft de regering bewust het risico genomen dat het internationale recht overtreden werd. Daaraan wilden wij niet meewerken.» Koenders eist dat Nederland nu probeert te achterhalen wat er geworden is van de Bagram-gevangenen. Ook bereidde hij vragen voor aan minister Donner van Justitie.

De pvda gaf wel haar fiat aan een andere omstreden Afghaanse missie: die naar Uruzgan. In juni zal daar de Nederlandse hoofdmacht arriveren. De regering sloot een memorandum of understanding (MoU) met de Afghanen over de behandeling van gevangenen die Nederland zou maken. Die dienen binnen 96 uur aan de Afghaanse autoriteiten te worden overgedragen, maar vastgesteld is dat zij niet de doodstraf mogen krijgen. Als ze worden uitgeleverd aan een derde natie (lees: de Verenigde Staten) wordt Nederland daarover geconsulteerd. Maar, zegt Lars van Troost van Amnesty International: «We kunnen die uitlevering niet tegenhouden.» Het was een kleine moeite geweest om dat wél te laten vastleggen: een dergelijke clausule is volgens Amnesty normaal gebruik in de diplomatie. Een andere maatregel die de regering aankondigde om een parlementaire meerderheid voor de missie te verkrijgen, was: «het bouwen van een detentiefaciliteit die voldoet aan internationale normen, alsmede aan training van bewakers, uitleg en assistentie aangaande nationale en internationale monitoring, et cetera». Hoe het daarmee staat, weet niemand. Van Troost van Amnesty: «Maar die gevangenis moet wel klaar zijn voordat de hoofdmacht in juni arriveert, anders heeft Nederland een probleem. Als Nederland daar mensen arresteert en vasthoudt, oefenen we rechtsmacht uit. Ook na overdracht is er een verantwoordelijkheid voor de gevangenen.»

Bert Koenders wil de missies in Kandahar en Uruzgan niet met elkaar vergelijken, want «in Uruzgan bestaat niet bij voorbaat de kans dat we mensenrechten zullen schenden». En dat vage MoU dan? «Dat kan veel beter, inderdaad. We vinden dat er een volgsysteem moet worden opgezet voor gevangenen die zijn overgedragen.» En die mooie nieuwe «detentiefaciliteit», wat als die niet klaar is als Nederland in juni aan de missie begint?

Zo ver wil Bert Koenders niet vooruit kijken. «Uruzgan is geen Kandahar», zegt hij nogmaals. De missie wordt aangegaan voor twee jaar; verkiezingen in 2007 brengen de pvda waarschijnlijk in de regering. Wat voor kleur ogen heeft de pvda eigenlijk?

JOERI BOOM

Blauwe ogen (2)
Bush en Blair kunnen jokken over blauwe ogen. Zij bouwden een schijnwerkelijkheid om Irak te kunnen binnenvallen en voerden die met succes aan de rest van de wereld.

AMSTERDAM – Terwijl Irakezen en Britse en Amerikaanse soldaten wegzakken in een gewelddadig moeras publiceerde The New York Times dinsdag het volgende bericht, gebaseerd op een geheim Brits document. Tijdens een onderhoud vertelde Bush aan Blair dat Irak hoe dan ook moest worden aangevallen. Hij had een idee. Als er geen massavernietigingswapens gevonden zouden worden, wilde hij een Amerikaans vliegtuig in de kleuren van de Verenigde Naties laten schilderen, in de hoop dat de Irakezen het zouden beschieten. Een mooie casus belli. Overigens: met een zelfde soort (gefingeerd) incident betrokken de VS zichzelf volledig bij de oorlog in Vietnam. De gevolgen zijn bekend.

JOERI BOOM

Filosofenstorm
Het scheelde weinig of de bezetting van de ehess in Parijs leidde tot de plundering van de bibliotheek van Raymond Aron.

PARIJS – Na de Sorbonne, Nanterre en Jussieu moest vorige week ook de Ecole des Hautes Études en Sciences Sociales (ehess) eraan geloven. Uit protest tegen premier De Villepin belegde een groep van dertig studenten vorige week maandag een vergadering in het amfitheater van de school. Al na enkele uren kregen zij gezelschap van een groep professionele actievoerders: studenten die het op Nanterre maar een brave boel vonden, anarchisten die het liefst de gevangenispoorten wilden opengooien, provocateurs die opriepen tot bezetting van vliegvelden en stations en vijftien Italiaanse beroepsrevolutionairen die onmiddellijk in hun auto waren gesprongen nadat zij hadden begrepen dat er iets borrelde in Parijs.

In het amfitheater – waar anders geleerden als Pierre Manent, Tzvetan Todorov of Alain Touraine colleges geven – zaten nu zo’n zeshonderd man bijeen. Er werd vergaderd, er was muziek, er werd gedronken, gegeten en gerookt.

Woensdagochtend ondernam een groep van twintig professoren een (vergeefse) poging het gebouw van zijn indringers te ontdoen. Toen de politie vervolgens niet wilde komen werd een beveiligingsbedrijf gebeld. Maar dit bleek ook weinig te kunnen uitrichten tegen de met helmen en ijzeren staven uitgeruste wacht voor het hek van de ehess. Presidente Hervieu-Lüger liet weten dat het gebouw werd opgegeven.

Of dat nu zo verstandig was? Waar een dag eerder nog lege bierflesjes en sigarettenpeuken slingerden, zwierven donderdagnacht onderzoeksresultaten en promotiebullen. Kamerdeuren van onderzoekers werden ingetrapt. Audioapparatuur, boeken en computers werden gestolen. Toen ondergetekende aankwam in de ruimte waar de persoonlijke bibliotheek van Raymond Aron (1905-1983) opgeslagen ligt, trof hij daar ingeslagen vitrines en drie jongens en een meisje die reeds met in leer gebonden boeken in hun handen stonden. «Boeken horen niet in een vitrine, die zijn van iedereen», riep het meisje toen ik de boeken uit haar handen griste.

Na de ontruiming de volgende ochtend bleef de vraag toch knagen: waarom bleef er niemand achter om de bibliotheek te bewaken? Volgens politiek-filosoof Pierre Manent was de keuze het gebouw aan de bezetters uit te leveren een strategische: «De politie zei dat ze niet kon komen helpen omdat ze geen tijd had. Door het gebouw op te geven wilden we de politie onder druk zetten.» Geen riskante strategie met de bibliotheek van Aron op zolder? Manent: «Ja, maar nu kwam de politie al op vrijdagochtend en als we waren gebleven, was het gebouw nu misschien nog steeds bezet.»

MARIJN KRUK

Vote op krediet
Is Gordon Brown wel sleaze-bestendig?

LONDEN – De presentatie van de rijksbegroting vormde een welkome afleiding voor de Labourpartij, zo tussen de huiszoekingen van Scotland Yard, verse onthullingen over het jongste geldschandaal en onderhandelingen met makelaars over de noodgedwongen verkoop van het hoofdkantoor. Als vanouds hield het barse stemgeluid van Gordon Brown iedereen bij de les, behalve vice-premier John Prescott, voor wie de lederen banken van het Lagerhuis doorgaans als bed dienst doen. Aan Browns linkerzijde deed ook een grijnzende Tony Blair alsof er niets aan de hand was. Hij heeft, zo schreef columnist Sam Leith, de fase bereikt waarin hij gelooft dat hij niet in staat is om fouten te maken.

Voor de geplaagde kameraden dient de minister van Financiën inmiddels als verlosser. Brown zou de verpersoonlijking zijn van roodchristelijke deugdzaamheid. Hij brengt zijn vakanties niet door in het Sardijnse buitenpaleis van Silvio Bersluconi, sluit geen hypotheken van vier miljoen pond af voor onroerend goed in Bayswater en heeft geen interesse in Sir Mick Jagger of Sir Cliff Richard. De enige popartiest naar wie Brown luistert is Lord Bono, zolang deze maar geen microfoon vasthoudt. Browns «adviseurs» lijken te rijk om corrupt te zijn: Bill Gates, Alan Greenspan en Alan Sugar.

Tijdens zijn begrotingsrede verkondigde Brown trots dat de belastingen niet hoefden te worden verhoogd, behalve op Chelsea-tractoren, sigaretten en Blackberries. Brown veroorloofde het zich om een belastingvoordeel te handhaven voor Engelse onderdanen die officieel in het buitenland wonen. Dat zijn doorgaans miljonairs die een band hebben met een ander land, zoals Sir Ronald Cohen, naast donateur van Labour en vriend van Brown ook topman bij de investeringsmaatschappij Apax, gespecialiseerd in het beheren van Engels geld in fiscale vrijstaten. De in Egypte geboren Cohen zal onder Brown hoogstwaarschijnlijk Blairs in ongenade gevallen fondsenwerver Lord Levy opvolgen. Waar haalt hij het geld vandaan om meer te investeren in het onderwijs, openbaar vervoer en de olympische sporters? Het antwoord moet Labour bekend in de oren klinken: Private Finance Initiative, oftewel lenen bij het bedrijfsleven. Waar een gedeeltelijke privatisering zoal toe kan leiden, bleek reeds een dag na de begroting, toen er in de zorg tweeduizend banen verloren gingen, vrijwel allemaal verplegend personeel. Met gevoel voor timing plaatste het Royal Free-ziekenhuis in Londen (480 ontslagen) een personeelsadvertentie voor vier «risk assessment managers» (41.000 pond per jaar). Het verleidde The Daily Mail tot de kop «Nurses are fired, while bosses are hired».

Wie alles weet van het marktdenken is Rod Aldridge, de baas van het automatiseringsbedrijf Capita. De privatiseringstycoon trad afgelopen week af nadat was gebleken dat hij, net als zo veel anderen, in het geheim geld had «geleend» aan Labour. De één miljoen pond, goed voor een adellijke titel, bleek geen weggegooid geld te zijn. Aldridges onderneming heeft de laatste jaren voor 2,6 miljard pond aan overheidsprojecten binnengehaald en slaagde er telkens weer in om er een chaos van te maken.

PATRICK VAN IJZENDOORN

Humphrey (1988 – 2006) De mascotte van Downing Street
LONDEN – Humphrey is in zijn woonplaats Londen overleden. De zwart-witte kat verwierf landelijke bekendheid als de muizenjager van 10 Downing Street. Eind jaren tachtig had de straatkat zich genesteld in de ambtswoning van de premier, waar hij werd vernoemd naar Sir Humphrey Appleby uit Yes Minister.

Margaret Thatcher was erg op de muizenjager gesteld, zeker nadat hij haar rivaal Michael Hesseltine een haal had gegeven. Ze maakte van Whiskas een begrotingspost ter waarde van honderd pond, net zoals het ministerie van Binnenlandse Zaken in 1929 een penny per dag besteedde voor het onderhoud van «an efficient Office cat».

John Major zette het poezenbeleid voort, ondanks het vermoeden dat Humphrey meer wist van de onverwachte dood van de vier jonge roodborstjes die de premier trots pleegde te tonen aan bezoekende staatshoofden.

Het aantreden van Tony Blair in mei 1997 betekende het einde van Humphreys verblijf op Downing Street. De spinmachine van New Labour moest in actie komen toen de Conservatieve ex-onderminister en dierenactivist Alan Clark, die tijdens kabinetsvergaderingen graag met Humpo speelde, opperde dat de Blairs deze harige erfenis van de Tories hadden laten afmaken. Snel werd een fotosessie geregeld waarin Cherie de kat in haar handen hield. Meteen daarna zou de premiersvrouw hebben gezegd dat ze «that bloody thing» nooit meer wilde zien. Volgens een persverklaring had de negen jaar oude Humphrey nierproblemen en recht op een vervroegd pensioen in het huis van een ambtenaar, ergens in Zuid-Londen.

Humphrey werd toch nog achttien jaar oud.

PATRICK VAN IJZENDOORN