Het Koninkrijk Gods en de handel

De vrije handel is nog altijd een kasplantje. Het mislukken van de zogeheten Doha-ronde van de wto is voor Benin dus geen feest.

WASHINGTON – Een Europese koe kost de belastingbetaler 2,08 euro per dag. In Japan is het nog doller, daar ontvangt een koe zonder het te weten 6,13 euro belastinggeld per dag. In Amerika is dat 2,73 euro. Dat rekende Oxfam uit, een ontwikkelingsorganisatie die voor verantwoorde liberalisering van de wereldhandel pleit.

Dit soort exorbitante voorbeelden van subsidies zijn een doorn in het oog van economen, die in grote meerderheid de overtuiging zijn toegedaan dat de armoede in de wereld het best kan worden bestreden door open en eerlijke wereldwijde handel. «De statistiek spreekt voor zich», aldus Mark Malloch Brown, de tweede man van de VN, dit weekeinde. «Vooral de recente groei in Azië laat zien hoe belangrijk vrijhandel is voor de binnenlandse groei. De landen met de hoogste groeicijfers lopen voorop in het behalen van de Millenniumdoelen» – die moeten leiden tot halvering van extreme armoede in 2015.

Dus moest het maar eens afgelopen zijn met de bescherming van de landbouw. In 2001 begon de wereldhandelsorganisatie (wto) daartoe de Doha-ronde. Afgelopen weekeinde is de Doha echter ter ziele gegaan. wto-baas Lamy probeert in de komende weken nog wat te reanimeren, maar niemand verwacht daar veel van.

Opvallend is het gebrek aan morele verontwaardiging in het Westen over de halsstarrige houding die de ongeveer zestig ministers van Landbouw in Genève toonden. Nederlanders zeggen dat het door de Fransen komt, Fransen wijzen naar Amerika, Amerikanen geven de schuld aan Europa en er zijn er zelfs – onze minister van Economische Zaken heeft daar een handje van – die de schuld geven aan snelgroeiende ontwikkelingslanden als Brazilië en India. Maar niemand hoeft zich te verantwoorden voor een woedende menigte. De wto zelf moet dat doorgaans wel. Haar economisch gelijk is immers theoretisch en vrij abstract, anders dan dat van de landbouwlobby die kan wijzen op de ellendige situatie van subsidieloze boeren.

De protagonisten van de vrijhandel verzorgen hun pr zelfs zo slecht dat vrije handel onder anti- of andersglobalisten vooral wordt geassocieerd met amerikanisering, met het affakkelen van de laatste regenwouden, met het verlies van binnenlandse banen en met armoedevergroting in plaats van armoedeverkleining. De kennis van de wereldhandelsorganisatie en haar doelen is zelfs zo klein dat twee schrandere demonstranten met een website die gatt heette (voorloper van de wto) uitnodigingen kregen voor radio- en televisieprogramma’s om daar het beleid van de wto te verkopen. Tijdens die optredens voerden ze de vrijhandelsideologie zo ver door dat ze lachwekkend groteske voorstellen gingen propageren. Zoals de vrije verkoop van het stemrecht. En het recyclen van Big Macs, waarbij de door Amerikanen uitgescheten burgers via pijpleidingen in Afrika belanden, waar ze opnieuw op de grill kunnen worden gegooid. «Daar kun je een moreel oordeel over vellen, maar nu lijden ze daar honger», vertelden deze «Yes Men» hun gehoor.

Ze maakten er een succesvolle documentaire van, die onder meer de publieksprijs op het idfa in Amsterdam won. Want het te kakken zetten van al die grijze pakken met hun «schandelijke en schadelijke politiek» (citaat uit de documentaire), dat is lachen.

Maar de woede over de wto-politiek is voorbarig. Want de wto krijgt vooralsnog helemaal niets voor elkaar. Het blinde geloof in de markt mag irritant zijn en voert inderdaad tot idiote plannen – het privatiseren van NS en Schiphol, om maar iets te noemen – maar zolang de landbouwministers samen niet weten te komen tot een drastische vermindering van de werkelijk schadelijke landbouwbescherming, zo funest voor de ontwikkeling van de armste landen, kunnen vrijemarktfundamentalisten niet hard genoeg hun theoretische gelijk van de daken brullen. Demonstranten als de Yes Men hebben een punt, al is het maar om een kanttekening te maken bij het komende koninkrijk Gods van de vrijemarktfundamentalisten. Maar inwoners van Brazilië, Benin en Zambia hebben daar niets aan. Die hopen slechts op een succesvolle en effectieve wto.

PIETER VAN OS

Handboek soldaat

Deze week vertrok een deel van de hoofdmacht van Nederlandse militairen naar Uruzgan. Wat lezen zij?

AMSTERDAM – «Er circuleerden al titels voordat wij met onze lijst kwamen», zegt Ben Schoenmaker van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Deze week verscheen de Militair-historische leeswijzer Afghanistan, samengesteld door het instituut. Een brochure waarin veertig uiteenlopende titels kort worden beschreven. Boeken over de geschiedenis van Afghanistan en over de Taliban, maar ook boeken over counter insurgency-operaties en de strijdmethoden van Afghaanse moedjahedien die de machtige sovjetheerscharen in 1989 op de vlucht joegen. Er staat maar één roman bij. Wegdromen is niet de bedoeling in Uruzgan.

De leeswijzer wordt verspreid onder alle medewerkers van Defensie. «Deze missie is erg belangrijk. We zitten er voor twee jaar en elke zes maanden vindt er aflossing plaats, dus velen zullen met Afghanistan te maken krijgen», zegt Ben Schoenmaker. Voor niet-Defensiemedewerkers heeft het instituut ook nog wel wat leeswijzers liggen. In de loop van het jaar wordt op de website (www.nimh.nl) een digitale, geactualiseerde versie van de boekenlijst gepubliceerd.

De leeswijzer schuwt kritische werken over de rol van het Westen in Centraal-Azië niet, zoals Ahmed Rashids bestseller Taliban, waarin hij uit de doeken doet hoe de Amerikaanse olie-industrie, met daarin kopstukken die nu het Witte Huis in Washington bevolken, het in de jaren negentig op een akkoordje gooide met de Taliban. Wie Pakistan and the Emergence of Islamic Militancy in Afghanistan van Rizwan Hussain leest, krijgt niet bepaald een gunstige indruk van deze vermeende bondgenoot in de strijd tegen het terrorisme. Rond de Pakistaanse provincie Baloechistan ontspint zich momenteel een politieke controverse. Daar worden Talibanstrijders opgeleid en bevoorraad, waardoor hun bestrijding zo langzamerhand te kenschetsen is als dweilen met de kraan open. En wat te denken van het boek Afghan Guerrilla Warfare: In the Words of the Mujahideen Fighters? Daarin vertellen commandanten, compleet met situatieschetsen, hoe ze sovjetcolonnes in de pan hakten. Liefst zonder overlevenden achter te laten. Niet bepaald geruststellend. Militairen die het nieuws volgen, kan The Afghan Wars 1839-1919 rauw op het dak vallen. Daarin wordt uitgelegd waarom alle Britse veldtochten in Afghanistan eindigden in bloedige drama’s. Ze hadden te kampen met te lange aanvoerroutes en splitsten hun leger in kleine eenheden, die zich niet staande konden houden.

De Britten lezen graag, maar ze blijken weinig geleerd te hebben. Momenteel lijden ze in de zuidelijke provincie Helmand grote verliezen. In de Britse pers wordt gesteld dat dit komt doordat de vooruitgeschoven post Sangin, die dagelijks wordt aangevallen, niet genoeg manschappen telt en er te weinig helikopters zijn voor de aanvoer van munitie en voorraden: 19de-eeuwse futen in de 21ste eeuw. Britse commandanten zouden zelfs onderling slaags zijn geraakt over de vraag of er een tactische terugtocht moet plaatsvinden. De Taliban zouden die onmiddellijk uitbuiten en de overwinning in Helmand claimen.

«Het was niet onze bedoeling een geruststellende lijst te publiceren», zegt Schoenmaker. «De leeswijzer is niet vooraf goedgekeurd. Wij kunnen ons inderdaad voorstellen dat hier of daar wenkbrauwen worden gefronst. Maar door te lezen kun je leren.»

JOERI BOOM

Adopteer duizend
kinderen

Duitser wil wraak op zijn vaderland

BERLIJN – Duitsland krijgt te weinig kinderen. Als de Duitsers niet oppassen, sterven ze binnen drie generaties uit, denken ze zelf. Over dit thema strijden politici al maandenlang. Bekende presentatrices van de Duitse tv worden als halve misdadigers op de voorpagina van het boulevardblad Bild geportretteerd als ze nog niet genoeg voor nageslacht gezorgd hebben. Talkshowkoningin Sabine Christiansen en haar collega’s Maybrit Illner en Sandra Maischberger waren not amused dat hun werd verweten dat ze hun persoonlijke carrière belangrijker vonden dan het voortbestaan van de natie.

Maar de theorieën van Frank Schirrmacher van de statige Frankfurter Allgemeine Zeitung over het gezin als laatste hoeksteen van een samenleving die door individualisme en globalisering wordt bedreigd, vinden in de Bondsrepubliek nu eenmaal een breed gehoor. Zijn boeken Minimum en het Methusalem-Komplex waren de afgelopen jaren bestsellers. De regering propageert nu ook veel kinderen, naar het voorbeeld van familieminister Ursula von der Leyen, een zevenvoudige moeder. Op lokaal niveau gebeurt hetzelfde. In verschillende dorpen in Oost-Duitsland, door leegloop bedreigd, worden premies van enkele duizenden euro’s per kind aangeboden.

Hoewel Duitsland een immigratieland is geworden, heerst er de mentaliteit «Kinder statt Inder»: liever Duitse kinderen dan Indische ict-specialisten, zoals cdu’er Jürgen Rüttgers het enkele jaren geleden formuleerde. Maar de computerfreaks uit Azië kwamen niet naar Duitsland en meer kinderen werden er ook niet geboren.

Voor dit probleem denkt Jürgen Hass nu een oplossing te hebben. Deze 56-jarige pensionaris wil Duitsland verrijken door de adoptie van duizend sociaal zwakkere kinderen uit het buitenland. Hij heeft een wraakzuchtig motief, omdat de autoriteiten hem ooit onterecht wegens bedrog tot een gevangenisstraf van drie jaar hebben laten veroordelen. Zijn uit Oekraïne, India en Zuid-Amerika geadopteerde kinderen hebben met een Duits paspoort automatisch recht op kinderbijslag en scholing. Jürgen Hass, zelf woonachtig in Paraguay, heeft naar eigen zeggen al dertig kinderen geadopteerd, met instemming van de moeders en vaak ook van de vaders. Hass hoeft voor zijn nieuwe kroost en hun familie vanwege zijn lage pensioen (ongeveer duizend euro) niets te betalen. Als meer mensen zouden denken als Jürgen Hass, zou het Duitse kinderprobleem snel opgelost zijn.

ROB SAVELBERG

Beleidsgevangenis Kyoto

Onder de slachtoffers van de val van het kabinet-Balkenende II bevond zich ook staatssecretaris Pieter van Geel van Milieu.

AMSTERDAM – Vorige week woensdag zat Van Geel nog strijdlustig aan tafel in Nieuwspoort bij de presentatie van een wrr-rapport met de oer-Hollandse titel Klimaatstrategie: Tussen ambitie en realisme. Niettemin kwam het rapport hard aan. De verzamelde wetenschappers kraken namelijk zijn milieubeleid van de afgelopen drieënhalf jaar tot de laatste duurzame vezel af en hun afvaardiging in Nieuwspoort deed dat in het perscentrum nog eens dunnetjes over. Volgens de auteurs is het Nederlandse klimaatbeleid jarenlang ten onrechte gefixeerd geweest op het Kyoto-verdrag uit 1997. Dat heeft geresulteerd in een «beleidsgevangenis».

De muren van die gevangenis bestaan uit de Verenigde Staten, China, India, Rusland en andere landen die een forse reductie van hun koolstofdioxide-uitstoot nooit zullen accepteren. Deze landen vrezen voor economische stagnatie en willen de zeggenschap over hun groeistrategie niet uit handen geven aan een internationaal controleorgaan of een verdragsorganisatie. Ze zullen hoe dan ook doorgaan met het opstoken van hun omvangrijke kolenvoorraden en daar kan Nederland of de EU niets aan doen. Het halen van de Kyoto-doelstelling – niet meer dan twee graden temperatuurstijging in de wereld in het jaar 2100 – is dan ook onmogelijk.

De auteurs noemen het tot nog toe gevoerde beleid «niet effectief, noch in de EU, noch mondiaal». Beleidsactivisme heeft in de EU geleid tot versplintering en kostbare koerswijzigingen, allemaal ten behoeve van de beperkte Kyoto-doelen, voor een korte periode en alleen voor een kleine groep ontwikkelde landen. De voor «Kyoto» gemaakte kosten (naar schatting 115 miljard euro per jaar) zijn buitensporig in verhouding tot het effect.

In plaats van een krampachtige verdediging van de Kyoto-normen pleiten de auteurs voor hernieuwde onderhandelingen met de Kyoto-weigeraars, waarbij wordt ingegaan op hun verlangen om op klassieke fossiele energiebronnen te blijven vertrouwen. Bijvoorbeeld op steenkool, waarvan het gebruik niet bijzonder schadelijk hoeft te zijn mits die wordt «ontvuild» met behulp van nieuwe vergassingstechnieken. Kernenergie kan in zo’n strategie een brugfunctie vervullen, zij het slechts tijdelijk, en ook de alternatieve energiewinning is nog lang niet uitontwikkeld. Waar het nu om gaat is dat we niet de deur sluiten voor brede onderhandelingen door bij voorbaat alle middelen aan te wenden ten behoeve van één energiescenario zoals de laatste jaren is gebeurd.

Zoals dat tegenwoordig gaat in het klimaatdebat, schopte Van Geel de wetenschappers zonder enig respect onderuit. Hij sprak van een «niet onderbouwd advies» dat de «internationale successen van het Nederlandse en Europese milieubeleid» miskent. Een dag later bood de minister-president gelukkig ook Van Geels ontslag aan bij de majesteit. De staatssecretaris is uit zijn beleidsgevangenis verlost. Nu de rest van Nederland nog.

AART BROUWER

Socialistische opstand

Premier Blair heeft weer een nederlaag geleden, ditmaal in de achtertuin van zijn politieke leermeester.

LONDEN – Het zat Tony Blair de afgelopen weken niet mee. Ex-minister Charles Clarke van Binnenlandse Zaken is met een rancune-offensief begonnen. Mediatycoon Rupert Murdoch flirt met de Conservatieven en de oppositieleider vergeleek de premier met David Brent, de onuitstaanbare baas uit The Office. De grootste klap ontving Blair echter in de stembussen. Bij een tussentijdse verkiezing in Bromley, een welvarende buitenwijk van Londen, eindigde zijn partij op de vierde plaats, terwijl New Labour’s officiële kandidaat in Blaenau Gwent verloor van een onafhankelijke socialist.

Vooral dat laatste steekt. Het verpauperde kiesdistrict in de valleien van Zuid-Wales is zo’n plaats waar men rode stemmen weegt in plaats van telt. In vroegere tijden werden de mijn- en staalwerkers er vertegenwoordigd door ex-partijleiders Aneurin «Nye» Bevan en Michael Foot. Foot is Blairs leraar en voormalige held, zo bleek eens te meer uit een brief van Blair aan Foot die onlangs opdook in het Museum van Volksgeschiedenis te Manchester. In het 22 pagina’s tellende epistel, geschreven in 1982, looft de 29-jarige Blair Foots Debts of Honour, een essaybundel over diens politieke helden. Op het briefpapier van het advocatenkantoor waar hij indertijd werkte, schreef Blair dat hij, net als vele andere jongeren uit de middenklasse, via Marx bij het socialisme was terechtgekomen, naar zijn overtuiging de enige ideologie voor zinnige burgers. Hij hekelde de «economische waanzin» van Thatcher, pleitte voor nucleaire ontwapening en het verlaten van de Europese Unie. Blair sloot de brief af met de mededeling dat hij nog niet zeker wist of hij die op de bus zou doen.

Alleen de valse bescheidenheid is hem een kwart eeuw lang trouw gebleven. Dat vinden de gedepriveerde inwoners van Blaenau Gwent ook. Van het Blair-project moeten ze weinig hebben. Dat ze zich niet voor het socialisme schamen, doch des te meer voor vriendjespolitiek, bleek tijdens de landelijke verkiezingen van vorig jaar. Onder het mom van positieve discriminatie had de regeringspartij er een goede vriendin van Cherie Blair als kandidaat geposteerd, Maggie Jones, afkomstig uit hip Brighton. Deze arrogante stap leidde tot de tegenkandidatuur van de lokale socialist Peter Law. New Labour deed er alles aan om Law belachelijk te maken. De ene minister noemde hem een «dilettant», de ander een «randfiguur». Zelfs Prescott kwam langs met zijn «battlebus». «Rot op. Ga terug naar de bus, jij amateur!» snauwde hij naar een plaatselijke journalist die hem iets over het socialisme vroeg. Het machtsvertoon kon niet verhinderen dat een New Labour-meerderheid van negentienduizend stemmen veranderde in een achterstand van 9100. Met pek en veren stuurden ze Jones de valleien uit.

De eerste kamervraag van de 58-jarige Law ging, karakteristiek, over de postduivensport, de paardenraces voor de werkende klasse. Vorige maand overleed hij aan een hersentumor. Inmiddels was bekend geworden dat de minister voor Wales & Noord-Ierland Law destijds een adellijke titel had aangeboden in ruil voor het intrekken van zijn kandidatuur. Dit nieuws zorgde voor nog meer woede bij de Welsh. Vorige week ging hun massale steun naar Laws assistent, de werkloze elektricien Dai Davies, die het had opgenomen tegen de New Labour-kandidaat, een lobbyist voor de farmaceutische firma Pfizer. Wat er met Maggie Jones is gebeurd? Zij zit inmiddels in het Hogerhuis. Als barones Jones of Whitchurch.

PATRICK VAN IJZENDOORN

Kussen in beton

In Berlijn zal een monument voor de door de nazi’s vervolgde homoseksuelen worden gebouwd.

Berlijn – Als alles goed gaat, en zoals de initiatoren van het Denkmal für die von den Nationalsozialisten verfolgten Homosexuellen – in de Duitse herdenkingsbureaucratentaal kan het kennelijk niet eenvoudiger – het willen, dan zal volgend jaar een middelgroot, lichtgrijs betonblok staan tussen de bomen van de Tiergarten, in het centrum van Berlijn aan de Friedrich-Ebert-Straße. Een hoek van het blok is afgesneden; door een klein venstertje is een filmpje met twee elkaar kussende mannen te zien. Het ontwerp is van het Deens-Noorse kunstenaarsteam Michael Elmgreen en Ingar Dragset.

Het symbool van de kus is een teken van seksueel begeren, maar bovenal van emotionele nabijheid. Zou in het monument de mannelijke kus niet moeten worden afgewisseld met een vrouwelijke, zodat ook lesbiennes zich met het monument kunnen identificeren? Michael Elmgreen zegt dat dat weliswaar politiek correct zou zijn, maar dat de artistieke intensiteit van het beeld erdoor zou vervlakken.

Dat er tot nog toe geen bewijzen zijn van specifieke vervolging van lesbiennes in de nazi-tijd wordt in de debatten om politieke redenen nauwelijks genoemd – het hele project zou er wel eens door op de tocht kunnen komen te staan.

De beide kunstenaars, die sinds tien jaar in Berlijn leven en werken, zijn internationaal beroemd geworden met vriendelijk-subversieve provocaties. In de woestijn van Texas bouwden ze voor de voorbij rijdende cowboys een imaginaire winkel van de modefirma Prada. Je kunt er niet binnen, en je kunt er niks kopen. In een galerie werd een kist met breekbaar kunstwerk hard op de grond gegooid; in Kopenhagen werd een cruisingpaviljoen voor homo’s geschapen. Een vergelijkbaar project in Rotterdam mislukte.

In januari hebben Elmgreen & Dragset de eerste prijs in de competitie voor het monument gekregen. In 2007 kan met de bouw worden begonnen. Dezer dagen worden de plannen uitgewerkt. Het geld, een magere vijfhonderdduizend euro, komt van de Bondsdag. Het monument komt rijkelijk laat. Als de initiatiefnemers niet ondertussen slaags raken over de tekst zullen bij het begin van de bouw 22 jaren gepasseerd zijn sinds in het voormalige concentratiekamp Mauthausen het eerste homomonument, een roze gedenkdriehoek, werd geplaatst.

De vervolging van homo’s in het Derde Rijk begon in 1934, na de zogenoemde Röhm-putsch. Met de aanscherping van «Paragraaf 175» werd in 1935 elke vorm van mannelijk homoseksueel gedrag strafbaar gesteld; dat leidde tot honderdduizend juridische vervolgingen. Hoeveel homo’s in gevangenschap, of aan de gevolgen daarvan, zijn overleden is onduidelijk. Schattingen lopen tot vijftienduizend. De overlevingskansen van homo’s waren slecht. Ze werden uitzonderlijk fel mishandeld door de bewakers en vonden zelden steun bij de in de kamphiërarchie hoger geplaatste politieke gevangen. Die deelden de gangbare vooroordelen tegen de dragers van de roze driehoek. Na de oorlog verdween weliswaar het acute levensgevaar, maar niet de sociale en juridische discriminatie. In de oude Bondsrepubliek bleef de aangescherpte Paragraaf 175 tot 1969 geldig. Na 1949 werden nog eens vijftigduizend mannen veroordeeld tot gevangenisstraf en sociale uitsluiting, vaak door dezelfde politiemannen en rechters van voor 1945.

In de Akademie der Künste op Pariser Platz zijn de concurrerende ontwerpen te zien. Het is duidelijk dat de keuze voor Elmgreen & Dragset niet alleen juist is, maar ook de enig mogelijke. Een belachelijker uitstalling van rozerode, glazig rondkijkende kitsch en van pijnlijk beperkte ideeën over «de minderheid» (volgens veel kunstenaars lijkt de homoseksuele identiteit zich vooral te uiten in gescharrel in parken) zul je niet snel te zien krijgen.

Het ontwerp van Elmgreen en Dragset is simpel, intiem en meditatief en, natuurlijk, in herdenkingspolitiek opzicht controversieel. Want het betonblok staat direct tegenover het Berlijnse Holocaustmonument, met zijn duizenden betonstèles, die herinneren aan het uitmoorden van de Europese joden. Michael Elmgreen beschreef zijn idee zo: «Het is alsof één van de blokken van het Holocaustmonument ’s nachts de straat is overgestoken, zich in het bos heeft opgesteld, en nu zegt: ‹Kijk, ik ben een deel van die hele geschiedenis, maar ik ben ook iets bijzonders. Ik ben homo.›» Met uitdrukkelijke toestemming van Peter Eisenman om de layout van diens stèles te mogen overnemen, participeren de kunstenaars zo in het Holocaustmonument, net zoals, twintig jaar geleden, Karin Daan in Amsterdam gebruik maakte van de uitstraling van het nabijgelegen Anne Frankhuis.

De nieuwe gedenksteen lost meteen het grootste probleem van het Holocaustmuseum op: haar a-historische eenzijdigheid. De opdrachtgevers daarvan, rondom initiator Lea Rosh, hebben tegen de protesten van historici, joodse en slachtofferverenigingen in doorgedrukt dat het Holocaust-monument uitsluitend aan de joodse slachtoffers werd gewijd. Daardoor werd de aanleg van andere monumenten nodig. In hun gezamenlijkheid weerspiegelen ze de hiërarchisering van minderheden door de nazi’s, die zo hun moordpolitiek maatschappelijk gezien voor de toenmalige meerderheden acceptabel maakten.

Critici zien de overeenkomst in vorm van de monumenten als te plat, te weinig radicaal. Een betondoosje in het bos. Maar succesvolle, dat wil zeggen in de maatschappelijke mainstream verankerde monumenten moeten eenvoudig en begrijpelijk zijn. Het ontwerp van Elmgreen en Dragset is een voorbeeld voor de vele andere monumenten die nog gepland staan. Nu al wordt gezegd dat hun ontwerp het model zou moeten zijn voor de vele monumenten die na de bouw van het eenzijdige Holocaustmonument nodig zijn geworden: voor slachtoffers van euthanasie, voor dwangarbeiders, Sinti, Roma, Zigeuners, Sovjet-krijgsgevangenen, prostituées of Jehova’s getuigen.

Nikolaus Bernau