Uruzgan: vechten gaat voor
De boodschap aan de Navo-troepen in Afghanistan luidde: vertrouw niet op je wapens, vertrouw op wederopbouw. Inmiddels is die boodschap bedolven onder het gevechtsstof.
Broekzak-vestzak: Nederland doet honderd Leopard-gevechtstanks weg, maar ze blijven in de buurt van Nederlandse troepen en kunnen gevechtssteun geven in benarde situaties. Nu pas zullen deze Koude-Oorlogwapens, die inmiddels in de mottenballen waren verdwenen, hun vuurdoop beleven. De tanks worden verkocht aan Canada, dat ze gaat inzetten in de Afghaanse provincie Kandahar, die aan de ‘Nederlandse’ provincie Uruzgan grenst. Nederland vangt 879 miljoen dollar voor de Leopards. Dat is 39 miljoen dollar meer dan de volledige Nederlandse wapenexport in 2005 opleverde.
De Canadezen verloren in Kandahar al meer dan vijftig militairen. De tanks worden gebruikt om hun troepen meer bescherming te bieden. De voertuigen hebben een flink kanon en zijn zo zwaar gepantserd dat bermbommen en raketaangedreven granaten weinig schade zouden kunnen aanrichten. Maar contraguerrilla-experts zeggen dat de Taliban een tegenstander is die zich snel aanpast. De bom die een Leopard opblaast, komt er dus wel. Ook wijzen zij erop dat in Irak Amerikaanse Abrams M1-tanks, zwaarder dan de Leopard II, geen veiligheid bieden.
Dat is het probleem van de contraguerrilla zoals die in Irak en Afghanistan woedt: er is geen militaire oplossing. Als de regering van Hamid Karzai, bijgestaan door de Navo, de bevolking niet voor zich weet te winnen, is het einde oefening. Dat was ook de boodschap van de hoogste generaals van de Navo aan het begin van de missie. Vertrouw niet op je wapens, vertrouw op wederopbouw en goede dingen voor de mensen, zeiden ze. Maar inmiddels is die boodschap bedolven onder het gevechtsstof.
Vorige week sneuvelde de Nederlandse korporaal Cor Strik in de provincie Helmand door een bermbom. Daar leverde hij steun bij een Navo-offensief in de provincie. De Nederlanders hebben steeds beseft dat ze bezig zijn met een contraguerrilla, en dat zware middelen als tanks daarin niet passen. Korporaal Strik was dan ook te voet toen hij gedood werd. De Canadezen zijn van dat idee allang afgestapt. Zij willen de tanks vanwege het gemak waarmee ze door de keiharde uit steen en modder opgetrokken muren rond Afghaanse qala’s (grote huizen) rijden. Maar het vernietigen van huizen zal de Canadezen verder van de bevolking vervreemden, die nu al te vaak hulp verleent aan de Taliban. Een contraguerrilla win je pas als de bevolking eigener beweging weigert de guerrilla toe te laten in haar huizen.
Nu past ook Nederland de strategie in Uruzgan aan. Nederlandse eenheden zullen vaker buiten de ‘veilige’ gebieden in Uruzgan opduiken om de Taliban te verstoren. De inktvlek zal grillig zijn en steeds veranderen, als de vorm van een amoebe. In het kielzog van de nieuwe tactiek komt een verandering die duidelijk maakt dat de missie in zwaar weer is beland. In Trouw stelde kolonel Rob Querido, commandant van de battlegroup, de gevechtseenheden van de Uruzgan-missie: ‘Het prt moet bij ons aansluiten en wederopbouw plegen in de plaatsen die wij aandoen.’ Tot nog toe was dat precies andersom. Het provinciaal reconstructieteam (prt) bekeek waar hij het best iets kon doen voor de bevolking. Dáárheen gingen de patrouilles. De Nederlandse amoebe geeft hetzelfde signaal als de Canadese tanks: vechten gaat voor.
joeri boom
radio rif
Oud SP-kamerlid Ali Lazrak is mede-eigenaar van een nieuwe radiozender, een aanwinst voor de gebrekkige pluriformiteit van de Marokkaanse media. Toch is er een smet: of Lazrak nog altijd wachtgeld uit Nederland ontvangt, wil hij niet zeggen.
AL HOCEIMA – In de Marokkaanse havenstad Tanger is een nieuw radiostation de lucht ingegaan: Cap Radio. De zender bereikt het hele Rifgebergte en zendt uit in het Arabisch, in het Tarrifit van de Berbers en binnenkort ook in het Spaans, de taal van de voormalige kolonisten in deze noordelijke contreien. Algemeen directeur is Ali Lazrak, voormalig radiojournalist voor de nps en oud-Tweede-Kamerlid. Aanvankelijk was hij dat voor de SP-fractie, later namens zichzelf, na een conflict met Jan Marijnissen over, voornamelijk, de stelregel van de SP dat kamerleden een groot deel van hun vergoeding afdragen aan de partijkas.
Cap Radio is formeel een zelfstandig radiostation. Volgens een ingewijde is de zender voor 39 procent in handen van een staatsorganisatie die de veerdiensten regelt tussen Marokko en diverse havens aan de overkant van de Middellandse Zee. De overige 61 procent is verdeeld tussen Lazrak (tien procent) en de technisch directeur van de zender, Mohamed Laroussi, een man die eveneens lang in Nederland heeft gewoond.
De Marokkaanse regering heeft weliswaar geen beslissende, maar wel een belangrijke vinger in de pap. Toch is de start van het nieuwe radiostation een felicitatie waard in een land waar de persvrijheid beperkt is. Ook de nieuwe perswet kent bepalingen die het de autoriteiten niet lastig maken journalisten die een ‘gevaar voor de veiligheid van de staat’ vormen, achter de tralies te krijgen.
Op de gala-avond waarop de zender aan de binnenlandse pers werd voorgesteld, boterde het nog tussen de autoriteiten en de ploeg van Cap Radio. De minister van Communicatie Nabil Benabdallah en andere, lokale bestuurders genoten er van het optreden van de sexy zangeres Chada Hassoun, een beroemdheid in de Arabische wereld. De voorvechters van meer culturele vrijheid voor de Berbers zijn blij met Cap Radio. Met de radio kom je ergens: het is een goedkoop en snel medium dat ook in de huiskamers komt van de grote groep analfabeten in de regio die louter Berbers praten.
Maar hoewel de zender een belangrijk wapen kan zijn in de democratisering van Marokko, geeft voormalig kamerlid Lazrak niet het fraaiste voorbeeld. Op de vraag of hij zijn salaris bij Cap Radio verdient naast zijn wachtgeld, verwijst Lazrak naar de uitkeringsinstantie in Maastricht: ‘Die moet je bellen. Dag.’ En hij verbreekt de verbinding. Dagblad De Pers rangschikte Ali Lazrak deze week nog in het rijtje ‘onbekend’, als het gaat om de huidige activiteiten van voormalige kamerleden die wachtgeld ontvangen. In feite heeft Ali Lazrak zich minstens een half jaar geleden in Marokko gevestigd om fulltime directeur van Cap Radio te worden.
SIETSKE DE BOER
Haidershow
De Oostenrijkse politicus Jörg Haider is aangeklaagd vanwege het verplaatsen van Sloveense plaatsnaambordjes. ‘Maar in de kieshokjes kunnen ze niet van me winnen.’
WENEN – De Landeshauptmann van de provincie Karinthië ziet de Sloveense minderheid – dertienduizend mensen op een bevolking van acht miljoen – als een bedreiging van de nationale identiteit. Officieel hebben de Slovenen in de Alpenrepubliek recht op educatie en overheidspapieren in hun eigen taal. Toen Wolfgang Schüssel, van de conservatieve övp, nog premier was, besloot de regering dat als een gemeente voor meer dan een kwart uit Slovenen zou bestaan, het plaatsnaambord vertaald diende te worden in het Sloveens. Dit bleek voor 158 gemeenten te gelden. Maar noch zijn kabinet noch het huidige, onder leiding van Gusenbauers sociaal-democratische spö, maakt werk van de tweetalige plaatsnaamborden.
Het blijven er 77. Dat zijn er voor Jörg Haider 77 te veel. Onder ruimhartige mediaechtsbelangstelling graaft het ijdele enfant terrible ze grijnzend uit de grond van dorpen met namen als Schwabegg, Bleiburg en Ebersdorf. Hij vervangt ze door eentalige borden en plaatst daarnaast, dat wel, nauwelijks zichtbare vertalingen in het Sloveens. Telkens als de rechtbank hem weer verplicht de tweetalige namen in gelijke grootte af te beelden, vindt Haider een nieuwe maas in de wet. Maar justitie is het nu zat. Het Openbaar Ministerie in Klagenfurt beschuldigt Haider van machtsmisbruik. Haider dreigt een gevangenisstraf van tussen de zes maanden en vijf jaar. ‘Dit lijkt op de communistische showprocessen’, liet de altijd zongebruinde zoon van oud-nazi’s weten. Het Openbaar Ministerie noemde hij een ‘zwijnenstal’. ‘Ze willen mij veroordelen, zodat ik niet meer kan worden gekozen. Want in de kieshokjes kunnen ze niet van me winnen.’
Haider werkt graag samen met militante organisaties als de Kärntner Abwehrkämpferbund en de Kärntner Heimatbund, organisaties die openlijk hun angst belijden het geliefde Karinthië aan Slovenië te verliezen. Dat gebeurde na de Oostenrijks-Hongaarse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog, waarna Sloveense en Oostenrijkse nationalisten bloedige gevechten leverden. In een referendum van 1920 werden de zaken weer rechtgezet, toen zeventig procent van de Sloveense minderheid zich uitsprak voor blijvende integratie in de nieuwe Oostenrijkse Republiek. Later wilden de nazi’s de Slovenen deporteren, wat in 1945 leidde tot pogingen van Partizanen om delen van Karinthië in te pikken. De plaatsnaambordkwestie vindt ook al zijn antecedenten in het verleden. In 1972 liet de toenmalige Bondskanselier Bruno Kreisky 205 tweetalige borden neerzetten. Die werden tijdens de eerstvolgende ‘Ortstafelsturm’ in aanwezigheid van de politie vernield.
ROB SAVELBERG
McCain zonder plan B
Zowel de cijfers over de oorlog in Irak als de berekeningen van het leger stemmen steeds pessimistischer. Toch verwacht een enkele prominente Amerikaanse politicus nog altijd dat er met de oorlog stemmen te winnen zijn.
AMSTERDAM – De gepensioneerde Amerikaanse generaal William Odom, tevens de voormalige directeur van nationale veiligheidsdienst nsa, rekende onlangs hardop. Het was op Capitol Hill, voor de Congrescommissie die zich over de buitenlandse zaken van de VS buigt. ‘Wij in het leger proberen uit te vinden hoeveel vijanden we hebben’, zei Odom. ‘Een van de fouten die we maakten in Zuidoost-Azië, Centraal-Amerika en andere gebieden waar we staten bijstonden in hun strijd tegen opstandelingen, was dat we niet goed keken hoeveel mensen er tegen ons zijn, ook buiten de directe grenzen. Op dit moment hebben we te maken met 26 miljoen Irakezen. Die zijn niet allemaal tegen ons. Toch steunt 61 procent de aanvallen tegen ons. Anderen zijn niet blij dat we er zijn. Dus in potentie hebben we, met 150.000 troepen, of eventueel 160.000 na verhoging, een paar miljoen vijanden. Dan moeten we daar nog een groot deel van de Iraniërs bij optellen. Ook weiger ik te geloven dat er geen buitenlands geld naar de zakken van de soennieten stroomt, vooral uit Syrië. Dus als je optelt tegen wie wij zouden kunnen strijden, gaat het om verschillende staten, plus de landen waarvan het regime ons misschien goedgezind is, maar de burgers niet. Scores of millions are against us. Dat is gewoon niet een goede situatie om je in te bevinden.’
Ook Amerikaanse journalisten hebben dezer dagen de taak weer op zich genomen ten minste de cijfers uit Irak af te drukken. Al is geen enkel getal volstrekt betrouwbaar, de gemiddelden van de afgelopen weken komen uit op 3333 gedode Amerikaanse soldaten sinds het begin van de oorlog, van wie 55 procent jonger is dan 24. Het aantal door geweld omgekomen Iraakse burgers is de zestigduizend gepasseerd en volgens de Iraakse minister van Gezondheid – een voorstander van Amerika’s invasie – zelfs de 140.000. Fatale zelfmoordaanslagen, autobommen en bomaanslagen-langs-de-weg zijn het afgelopen jaar (2006) verdubbeld, van 712 tot 1476. Alleen deze maandag al werden 107 Irakezen gedood en 161 ernstig verwond. Inmiddels zijn 420.000 Amerikaanse soldaten al vaker dan één keer naar Irak gestuurd, terwijl het aantal landen dat deel uitmaakt van de coalition of the willing is gedaald van 49 in 2003 naar 21 nu. Ook zijn er zo’n drie miljoen Irakezen op de vlucht, gaat nog maar dertig procent van de jonge kinderen naar de lagere school (tegen zeventig procent vorig jaar) en heeft de oorlog de Amerikaanse belastingbetaler inmiddels vijfhonderd miljard dollar gekost, aanzienlijk meer dan de waarde van de volledige Nederlandse economie.
Deze nieuwe getallenzucht in de Amerikaanse dagbladen heeft te maken met de groeiende verkiezingskoorts in Amerika, waar Republikeinen en Democraten de presidentskandidaten tegen elkaar afwegen. Een belangrijke kandidaat, de Republikeinse senator John McCain, zei deze week dat hij nog altijd streeft naar een vermeerdering van de troepen in Irak. ‘Ik heb geen plan B’, zei hij zelfverzekerd. ‘Zag ik een doemscenario, dan zou ik een plan B proberen te bedenken.’ De cijfers uit de kranten zeggen McCain weinig. Hij vertelde dat hij de president op het hart had gedrukt het Amerikaanse publiek beter in te lichten over de stand van zaken in Irak: vertel het publiek waarin successen worden geboekt en waar er verliezen worden geleden.
PIETER VAN OS
Kroegkijkers
Ongelogen. In Engeland wordt ballen niet meer aangemoedigd maar afgestraft.
LONDEN – Ze wilden de heldendaden van stervoetballers Rooney, Lampard en Gerrard nadoen, maar in plaats van aanmoediging dreigt er een strafblad voor enkele tien- en elfjarige jongens uit Londen. Dagelijks voetbalden ze op een veldje achter een flatgebouw in de chique wijk Hampstead. De gemeente moest daar niets van hebben en kondigde afgelopen week aan dat de jongens op een Anti-social Behaviour Order kunnen rekenen wanneer ze nog een keer een balletje trappen, een strafmaatregel die doorgaans is weggelegd voor gauwdieven, vechtersbazen en junks. ‘Dit is teleurstellend omdat wij jongeren juist proberen te stimuleren om het spel zelf te spelen in plaats van ernaar te kijken of het te spelen op Playstation’, treurde ex-topspeler Trevor Brooking namens de voetbalbond.
Het geval staat niet op zichzelf. Het aantal ‘Geen balspelen’-bordjes overtreft het ‘Verboden honden uit te laten’ ruimschoots. In het plaatsje Arundel is vorig jaar een man voor de rechter gedaagd die op zondag op een veld een balletje met zijn zoontje trapte. Iets verderop, in Brighton, heeft de gemeente de fameuze ‘Rock’, bekend van Graham Greene’s gelijknamige boek, midden op een veld gelegd teneinde het voetballen te verhinderen. In Oost-Londen moeten ondertussen tientallen voetbalvelden waar toppers als Rio Ferdinand en David Beckham hun eerste doelpunten scoorden, plaatsmaken voor een Olympisch mediadorp dat anno 2012 vermoedelijk de grootte van een middelgrote gemeente zal hebben aangenomen. Geen wonder dat er steeds minder jongeren en volwassenen voetballen in dit land. En ondanks het succes van Britse voetbalclubs in internationaal verband: ook de bezoekersaantallen bij profwedstrijden nemen gestaag af. Dat komt op de eerste plaats door de belachelijke toegangsprijzen. Een gemiddeld kaartje voor een thuiswedstrijd van Mansfield Town op de Racecourse Ground, een club uit de laagste divisie, kost evenveel als een kaartje voor Barcelona in Nou Camp. Wie een seizoenskaart voor Chelsea of Arsenal wil, moet zo onderhand een hypotheek afsluiten. Maar er speelt ook iets anders mee: het gebrek aan sfeer. Nog steeds staan veel supporters liever met een pint of lager naar een wedstrijd te kijken, dan zittend met een plastic beker koffie in een arena ver van de bewoonde wereld. Zelfs Liverpool dreigt nu de heilige grond van Anfield Road te verlaten. Om de fans tijdens de wedstrijd bezig te houden, gaat Arsenal (na ‘Bergkamp’ weer gewoon ‘Boring Arsenal’) televisieschermpjes inbouwen in de stoeltjes.
Sfeergevoelige en onvermogende voetbalfans zoeken hun heil inmiddels elders. Uit een pub- en veldonderzoek van de Christchurch University van Canterbury blijkt dat steeds meer voetbalfans liever in de pub dan in het stadion naar voetbal kijken. ‘Men zit niet vast aan een genummerde stoel en omdat de ruimte kleiner is, is het zingen intenser en luider dan in het stadion’, schrijft sportprofessor Mike Weed. Waartoe de overgang van volkssport tot televisiesport kan leiden, is thans zichtbaar bij het wereldkampioenschap cricket in de Caribbean. De wereldtop speelt er in hypermoderne stadions die door de hoge toegangsprijzen en paranoïde veiligheidsmaatregelen (verbod op flessen water) nagenoeg leeg zijn. De organisatie had gehoopt het West-Indische cricket een impuls te geven, maar het vervangen van reggaemuziek door reclameboodschappen en van rotikraampjes door televisiecamera’s blijkt niet de juiste manier te zijn.
PATRICK VAN IJZENDOORN