Politiek geheugen
De Amerikaanse minister van Justitie, Alberto Gonzales, hoeft voorlopig niet weg. De Democraten vallen in hun eigen zwaard.
NEW YORK – Een goed geheugen behoorde waarschijnlijk niet tot de functie-eisen toen Alberto Gonzales, al jaren aan de zijde van president Bush, in 2005 werd gevraagd minister van Justitie te worden. Liefst 64 keer schutterde Gonzales op 19 april in de Senaat dat hij zich ‘niet kan herinneren’ hoe acht van de 92 federale aanklagers eind vorig jaar hun baan kwijtraakten. Uit uitgelekte e-mails en uit verklaringen van de aanklagers zelf was gebleken dat politieke motieven een rol hadden gespeeld. Zo was een aanklager in Nevada toevallig net bezig met een onderzoek naar een Republikeinse gouverneur. Maar Gonzales was zich van geen kwaad bewust. ‘I don’t recall’, zei hij steeds weer.
Zelden hadden de leden van de juridische subcommissie in de Senaat zo’n beschamende hoorzitting meegemaakt. Als een scholier die zijn mondelinge examen niet goed had voorbereid, draaide en stuntelde de minister zich door het verhoor. ‘Werkelijk deplorabel’, oordeelde senator John Cornyn, nota bene een Texaanse partijgenoot. ‘Totaal in tegenspraak met de feiten’, zei senator Arlen Specter uit Pennsylvania. Journalisten gaven geen cent meer voor Gonzales’ politieke loopbaan.
Maar president Bush hield vol. Hij bleef zijn vriend tegen de klippen op steunen. En dat heeft gewerkt. Vorige week haalde een motie van wantrouwen het net niet. Zestig van de honderd senaatsstemmen waren vereist, 53 werden er gehaald. Alle aanwezige Democraten, maar slechts zeven van de eerder zo kritische Republikeinen stemden vóór. Motie-indiener Chuck Schumer, de Democratische afgevaardigde die als voorzitter van de justitiesubcommissie het onderzoek naar Gonzales leidde, had daar wel een verklaring voor. Was de stemming anoniem geweest, dan hadden de senatoren de druk van het Witte Huis niet gevoeld en zou Gonzales hangen.
Republikeinen hebben een heel andere verklaring. Die verdenken Schumer van een dubbele agenda. Als voorzitter van het campagnecomité van de Democratische Partij was hij domweg niet de aangewezen persoon om een gevoelige politieke motie in te dienen. Dat was ‘belangenverstrengeling’ en ‘een politieke stunt’, vonden veel Republikeinen. En dus kreeg brokkenpiloot Gonzales nog wat extra vlieguren en leden de Democraten opnieuw een politieke nederlaag. Vraag blijft of Gonzales zich zelf die beschamende zitting van 19 april nog kan herinneren.
PETER VERMAAS
Chinese slavernij
Communisme, kapitalisme, feodalisme; China is er nog niet uit.
PEKING – De Chinese regering gaat natuurlijk niet toegeven dat het bestaan van slavernij al lang en breed bekend was. Dat mogelijk tienduizenden arbeiders in de loop der jaren in het geheim in fabrieken en mijnen werden vastgehouden om te werken tot ze erbij neervielen. Jong en oud, mannen en vrouwen, gezonden en gehandicapten. Maar berichten daarover duiken zo nu en dan wel op in de nationale pers. Tien jaar geleden al, toen vierhonderd etnische Oejgoeren werden bevrijd die, om diefstal te voorkomen, gedwongen waren geweest naakt te werken in illegale goudmijnen langs de Manasrivier. Bij de geringste misstap werden hun armen en benen geschroeid met gloeiende soldeerbouten.
Die hernieuwde lijfeigenschap stamt van halverwege de jaren negentig. De economie maakte op dat moment een koortsachtige groeispurt door en honderden miljoenen boeren reisden naar de steden op zoek naar een beter leven. De dorpen stroomden leeg en arbeiders voor het zwaarste en slechtst betaalde werk op het platteland waren steeds moeilijker te vinden. Om toch nog enige arbeidskrachten te werven, namen de ondernemers in de traditionele armoede-industrieën hun toevlucht tot loze beloften. Prima eten, uitstekend loon en een schoon onderkomen. Als ze maar een werkcontract wilden ondertekenen. Waren ze eenmaal de poort gepasseerd, dan werden ze opgesloten en werden hun identiteitspapieren in beslag genomen. In 1994 ‘ontdekte’ de politie van de provincie Kanton een eerste netwerk van twintig steengroeven die louter met dergelijke slaven opereerden. In een interview op de lokale radio gaf een provinciale ambtenaar destijds openlijk toe dat gedwongen arbeid ‘door de hele provincie heen gewoon’ was. Het werd gedoogd; nauwelijks twee jaar later werd in dezelfde provincie een steengroeve gevonden waar tachtig arbeiders in omstandigheden leefden die werden beschreven als die in een ‘concentratiekamp’.
Waarom de zaak toen niet al prioriteit voor Peking werd, heeft waarschijnlijk te maken met de gevoeligheid van het probleem. De communisten kwamen ooit aan de macht met de belofte van volksbevrijding en vooral in gebieden van etnische minderheden is dat nog altijd een officiële rechtvaardiging voor de huidige macht van de partij. Toegeven dat zelfs de beruchte feodale slavernij een comeback maakt, is dan al te pijnlijk. Ook de onstuitbare provinciale overheidscorruptie was voor de centrale regering geen reden om al te openlijk met de schandalen voor de dag te komen. Ondernemers die van slaven gebruikmaken, kopen gewoonlijk de medewerking van lokale ambtenaren. ‘We gingen naar de politie en de arbeidsinspectie in het dorp, het gewest en het district’, schrijft een groep vaders van kinderen die als slaven te werk werden gesteld in een recente brief, die aanleiding was voor de huidige campagne. ‘Wat ons ontmoedigde en teleurstelde was dat ze ons verzoek niet alleen negeerden, maar dat ze ons zelfs met al hun mogelijkheden belemmerden om ook maar één van onze kinderen mee te nemen.’
Professor He Weifang van de Universiteit van Peking: ‘De regering wil de macht van de georganiseerde misdaad op het platteland graag voor de bevolking en de wereld verborgen houden.’
ANNE MEIJDAM
Eigen aandelen eerst
Is bekend waar aandeelhoudersmacht toe leidt? Zeker, zie Yahoo!.
AMSTERDAM – In navolging van de Angelsaksische wereld zijn Hollandse aandeelhouders tegenwoordig mondiger en actiever. Toch is in Nederland nog nauwelijks getest waar de toegenomen aandeelhoudersmacht toe leidt. Zoals vaker bood Amerika afgelopen week een kans om voorzichtige prognoses te stellen. Aandeelhouders van het internetbedrijf Yahoo! konden stemmen over enkele cruciale aspecten van het zakendoen in heden en toekomst. Conclusies? Aandeelhouders stellen uiteindelijk een grens aan de exorbitante bonussen en salarissen die topmanagers voor zichzelf bedenken, tenminste, als die echt de spuigaten uitlopen. Tegelijk hebben ze lak aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, een begrip dat de afgelopen twintig jaar juist steeds meer terrein won onder topmanagers van multinationals.
De Yahoo!-aandeelhouders tikten baas Terry Semel op de vingers die alleen al in het afgelopen jaar 107 miljoen dollar had overgehouden aan zijn inspanning voor het internetbedrijf. Zelfs in Amerika schaarde de voormalige filmbons zichzelf daarmee in het rijtje supergrootverdieners. De aandeelhouders maakten een einde aan wat zij ‘excessive executive pay’ noemden.
Tegelijkertijd torpedeerden ze met een overweldigende meerderheid het voorstel om niet langer informatie van klanten te verstrekken aan repressieve regimes. Nadat de Chinese dissident Shi Tao het bedrijf had aangeklaagd, hadden ‘activistische’ aandeelhouders (in de goede zin van het woord) de vraag op de agenda gezet of Yahoo! geen mensenrechten schendt, of althans regels van fatsoenlijk gedrag, door IP-namen (en dus adressen) door te geven aan de Chinese autoriteiten. Al minstens drie keer leidde dergelijke collaboratie tot een veroordeling van een dissident. Shi Tao, journalist, had een mail doorgestuurd naar een mensenrechtenorganisatie waarin overheidsfunctionarissen hem en zijn krant verzochten niet te schrijven over de studentenprotesten op het Tienanmenplein. Yahoo! verlinkte hem. De Chinese rechter veroordeelde hem tot vijftien jaar gevangenisstraf.
De bedrijfsleiding verdedigde de samenwerking met de autoriteiten onder meer door naar de concurrentie te wijzen. Microsoft en Google doen het ook. Bovendien ‘hebben we ons aan de Chinese wet te houden’, zei Yahoo!-topman Jerry Yang. Zo niet, dan komt de aanwezigheid in China en dus ook de winstgroei per aandeel in gevaar. De aandeelhouders wilden vooral geen dief van de eigen portemonnee zijn en sommeerden de bedrijfstop rücksichtslos voor de winst te gaan. Dat juist de Amerikaanse regering al een aantal jaren hoog van de toren blaast over democratisering – en over sancties en boycotten jegens een ieder die het liberaal-kapitalistische model afwijst – kan de bezitters van dit Amerikaanse bedrijf buiten het stemhokje geen bal schelen.
Wat zullen Nederlandse aandeelhouders doen? In het land van ‘kruideniers en dominees’ zal de aandeelhouder moeten kiezen, juist nu de kruideniers en dominees zelf ten onder zijn gegaan in een samenleving waarin meer geld wordt verdiend met kapitaal dan met arbeid.
PIETER VAN OS
Onafhankelijk tegen Blair
Tony Blair speelt met de gedachte een toezichtsorgaan in te stellen dat de pers in de gaten moet houden.
LONDEN – Tony Blair heeft het gehad met de Britse pers. Volgens de scheidende premier zijn de journalisten meer bezig met de impact van hun verhalen dan met het waarheidsgehalte ervan. Waar journalisten zichzelf met gevoel voor zelfrelativering doorgaans ‘hacks’ noemen (‘broodschrijvers’), daar ziet Blair ze als bloeddorstige beesten.
Het was niet de eerste keer dat Blair zijn ongenoegen uitte. Na een persconferentie, vorig jaar tijdens een Europese top, fluisterde hij in het oor van EU-voorzitter Barroso: ‘Kijk, José, daar heb ik nu elke dag mee te maken.’ Blair ziet het liefst een waakhond die de persvrijheid in de gaten houdt, de enig overgebleven burgerlijke vrijheid die onder zijn bewind onaangetast is gebleven.
Blairs klaagzang is met hoongelach ontvangen, temeer daar hij tien jaar lang leiding heeft gegeven aan een ‘tabloid government’ dat bij het maken van beleid nooit verder placht te kijken dan de eerstvolgende deadline van The Sun. Bovendien geniet Blair nog volop steun van de kranten die gelezen worden door de mensen die de macht hebben (The Times), die het land bezitten (The Financial Times), die willen dat de macht in Brussel ligt (The Guardian) en door mensen voor wie het niet zo gek veel uitmaakt wie er aan de macht is, zolang ze maar mooie borsten heeft (The Sun). Wat Blair doormaakt is niets vergeleken bij het lot van zijn voorganger, John Major. Zo belde de Conservatieve premier op de avond van Black Wednesday, de dag in oktober 1992 waarop het pond sterling uit het Europese wisselkoersmechanisme werd gespeculeerd, Kelvin MacKenzie op, de toenmalige hoofdredacteur van The Sun. Major vroeg hem wat hij op de voorpagina kon verwachten. ‘Ik heb een enorme emmer stront naast me staan en die giet ik helemaal over je hoofd leeg’, luidde het verhelderende antwoord.
Het is trouwens niet zozeer de schandaalpers waaraan Blair zich ergert, als wel The Independent. Het repertoire van dit links-liberale opiniedagblad, waarin nieuws grotendeels vervangen is door opinie, bestaat grofweg uit twee onderwerpen: milieu en… Irak, de oorlog inderdaad waaraan de regering-Blair besloot mee te doen op basis van een ondeugdelijk en opgesekst dossier dat was samengesteld door Alastair Campbell, spindoctor én voormalig roddeljournalist. De satirici van Private Eye noemden het opiniedagblad The Irrelevant, maar voor Blair en Campbell is ‘The Indy’ iets té invloedrijk en onafhankelijk.
PATRICK VAN IJZENDOORN
Eufemisme
Het EK voor voetballers onder de 21: spelers, toeschouwers, commentatoren en kijkers hebben stilzwijgend besloten dat de leugen mooier is dan de waarheid.
AMSTERDAM – Na de electorale opstand in 2002 beloofden politici van diverse pluimage eens te gaan zeggen waar het op staat. Daar blijkt niets van terechtgekomen. Sterker, de eufemismen dringen steeds dieper in de Nederlandse samenleving. En er is een belangrijk verschil met Amerika. Daar reageerde een aanzienlijke groep Amerikanen verontwaardigd op deze eufemismen. In Nederland lijken zowel journalisten als toeschouwers en televisiekijkers zich bij voorbaat te hebben neergelegd bij het komende Rijk der Leugens.
Bewijsstuk: het ‘EK-voetbal voor spelers onder de 21’. Uren zendtijd worden eraan besteed. Niemand die zich kwaad maakt om het boerenbedrog waar het hele EK op is gebaseerd. De meeste spelers zijn helemaal niet onder de 21. Neem de selectie van Jong Oranje: Otman Bakkal 22, Luigi Bruins 20, Royston Drenthe 20, Julian Jenner 23, Arnold Kruiswijk 22, Hedwiges Maduro 22, Erik Pieters 19, Maceo Rigters 23, Frank van der Struijk 22, Ron Vlaar 22, Ryan Babel 20, Ryan Donk 21, Roy Beerens 19, Tim Janssen 21, Calvin Jong a Pin 21, Haris Medunjanin 22, Daniël de Ridder 23, Robbert Schilder 21, Kenneth Vermeer 21, Boy Waterman 23, Gianni Zuiverloon 20. Conclusie: 71 procent van de Nederlandse internationals op het ‘EK onder 21’ is niet onder de 21. Van de paar spelers onder de 21 zitten de meesten op de bank. Met vijftien spelers boven de 20 kun je moeilijk van dispensatie spreken. Dit toernooi is voor voetballers die nog geen dertig zijn. Voetballer Mark van Bommel (30) voelde de sfeer goed aan en kondigde via televisiezender Talpa aan dat hij graag met Jong Oranje mee zou willen naar de Olympische Spelen. Arjen Robben is 23 jaar. Nu doet hij nog niet mee, kennelijk heeft hij de toekomst al achter zich. Maar als Van Bommel gaat, zal Robben vast niet achterblijven.
PIETER VAN OS
Piet Reckman (1928-2007)
AMSTERDAM – Piet Reckman is de geschiedenis ingegaan en het leven uitgegaan als de man die schuldig is aan het feit dat het tweede kabinet-Den Uyl er nooit is gekomen. Het was immers Reckman die in 1977 op een partijraad van de pvda een motie indiende waarin het de onderhandelaars werd verboden thuis te komen met evenveel ministersposten als het cda. Waarna Van Agt en Wiegel niet veel tijd meer nodig hadden voor hun coalitie.
Maar was die eer of hoon terecht? Nee. Weliswaar was Reckman de initiator van de motie, maar het waren de gevierde leiders van de zegevierende pvda die het na de landslide van mei 1977 niet aandurfden om hem in zijn hok te jagen. Joop den Uyl had met de leuze ‘Kies de minister-president’ net een record van 53 zetels geboekt – alleen overtroffen door Ruud Lubbers in 1986 en 1989 – en zijn onderhandelingsteam was erin geslaagd om het cda de dampen aan te jagen met ononderhandelbare strijdpunten en zo. Maar tegen één pennenstreek op de partijraad was Joop den Uyl niet opgewassen. Hij boog deemoedig het hoofd.
Nota bene voor een radicaal die niet eens bijster veel sociaal-democratische inborst had. Want Piet Reckman, die vorige week in Odijk overleed, was meer een uit de band springende katholiek dan een klassieke biefstuksocialist. Reckman, in 1928 geboren en gedoopt in Zwolle, was weliswaar lid van de pvda, maar zijn sociaal-culturele biotoop was meer verwant met die van de ppr, de partij die na de nacht van Schmelzer in 1967 de kvp had verlaten uit onvrede over de val van het kabinet-Cals.
Die woede was niet louter politiek. Daaronder lag een bredere sociaal-culturele ontwikkeling. Vanaf eind jaren vijftig was het katholieke deel der natie op drift. In zekere zin liep de katholieke zuil voorop. Minister Klompé en bisschop Wilhelmus Marinus Bekkers waren daarvan binnen de katholieke elite de exponenten. Reckman vertegenwoordigde de radicalisering op basaler niveau. Zijn bibliografie illustreert dat.
In 1956 schreef Reckman de brochure Leven is laten leven voor Novib. Ontwikkelingssamenwerking heette toen nog ontwikkelingshulp. Goede bedoelingen waren toen nog voldoende voor applaus. Tien jaar later was het al anders. Aalmoezen werden uit den boze. Het ging om structurele veranderingen in de verhoudingen tussen arm en rijk of macht en onmacht. Harde en zachte actie waren geboden. Reckman schreef er een soort bijbel over, een handboek waaruit de activist leerde hoe hij de ‘sociale aktie’ kon laten escaleren van gewoon praten op de hoek van de straat naar het echte werk. Het was dan ook geen toeval dat Reckman zich in de jaren zeventig ontpopte tot woordvoerder van Nieuw Dennendal.
Het scholingscentrum Sjaloom in Odijk, waaraan Reckman zich met ziel en zaligheid verbond, was bij dat alles een praktisch middelpunt. En de sociale academie De Horst in Driebergen een theoretisch centrum. Wie in Odijk na een ontbijt met kleffe boterhammen en navenante plakken kaas nog de moed had om de wereld te verbeteren, wist zich een gestaald kader. Daarover kan lacherig worden gedaan. Maar bureaucratisch was het niet. ‘In onze maatschappij is er voor elk probleem wel een instelling of functionaris. We zijn het verleerd om onszelf te helpen’, was een adagium van Reckman.
Eigenlijk is Piet Reckman nooit een pvda’er geweest. Hij verliet de partij eind jaren tachtig en voerde in 2004 campagne tegen de Europese grondwet. Reckman was eerder een SP’er avant la lettre: radicaal én rooms.
HUBERT SMEETS