Wat er allemaal kan omgaan in een mens. Sport is emotie, wordt ons wel voorgehouden. Pure emotie, voor de sporter zelf, die door alles uit zijn lichaam te halen de aard van zijn geestelijke capaciteiten verkent. En daarbij op dingen stuit die hij eerder niet kon vermoeden.
Diep gaan, heet dat. ‘Ik ben verschrikkelijk diep gegaan’, zegt de schaatser, hijgend in de microfoon. ‘Als je zo diep gaat als ik vandaag, dan ben je blij dat er morgen een rustdag is’, stamelt de wielrenner na Alpe d’Huez.
Diep gaan, dat is het snot voor de ogen rijden, het kwijl langs de kin. Sterretjes zien, zwarte vlekken. Een hongerklop krijgen. Met als gevolg: tijdens de beklimming van de enorme Alp voelt de renner, de uitputting niet nabij maar al lang voorbij, vragen in zich opkomen. Niet: hoe ver is het nog? Maar van een andere aard, zoals: hoe kan het dat ik dit op dit moment aan het doen ben? Waarom zit ik op deze fiets? In deze hitte? Op deze stijgende weg? Waarom? Waarom leef ik eigenlijk? Wat is de zin van mijn leven überdehaupt?
Hij kan er niet te lang bij blijven stilstaan, want dan wordt hij ingehaald, dus een beetje atleet schudt de vertwijfeling af en stoempt verder. Want hij moet verder, hoger. Dieper moet hij, dieper in zichzelf moet hij gaan. Zo diep als nooit tevoren. De vraag wat de zin van het leven, zijn leven, is zet hij opzij.
Voor tennisster Justine Henin is emotie de essentie van sport. Haar ambitie is niet: Wimbledon winnen, maar: ‘Zoveel mogelijk emoties voelen.’ Ze kan huilen als ze sport op televisie ziet. ‘Ik keek laatst naar de rugbywedstrijd van Engeland tegen Frankrijk, en daar komen een boel emoties bij los. De mensen schrijven me en zeggen: “We hebben gehuild toen jij won”, en dat geeft zin aan wat ik doe.’
Niet alleen de sporter wordt heen en weer geslingerd tussen extreme emoties, tussen hoop en twijfel, blijdschap en verdriet, angst en euforie. Ook de sportliefhebber wordt dat, de thuis blijvende mens die kijkt en luistert naar de atleet, die deelgenoot is, op afstand, van de maalstroom in de sporterskop.
De sportliefhebber gaat ook diep. Hij gaat op in wat hij ziet, hij wordt één met de sporter die daadwerkelijk en fysiek aan het presteren is. Hij zit voor de televisie en gaat diep.
En diep in zichzelf ontdekt hij grenzen, maar ook mogelijkheden. Hij komt erachter wat emoties zijn, en door welke daarvan hij wordt gestuurd. Hij merkt dat hij heftig reageert op de sportuitzending.
Bijvoorbeeld. Een diep gevoel van grrr. Hoe heet dat? Frustratie? Boosheid? Vertwijfeling? Wanhoop? Teleurstelling? Alles tegelijk en door elkaar. Als hij bijvoorbeeld kijkt naar de voetbalwedstrijd Olympique Marseille-PSV en hoopt, wil, dat zijn landgenoten winnen. PSV moet winnen, ptvrdriedubbeltjes.
Maar. Grrr. Handen ten hemel. Haren uit het hoofd.
Slechte pass Mendez. Tegendoelpunt.
Hij vreet zich op. Zuchten, diep zuchten. Hij kan niets doen, alleen maar kijken en wachten en hopen en positief denken, zoals zijn moeder adviseert.
Slechte pass Salcido. Bijna 2-0. Grrr.
Het ziedt van binnen. Hij verbijt zich. Hij gaat diep, diep zijn frustratie in.
De sportliefhebber is machteloos. Wat hij op televisie ziet is tegelijk nabij en ver weg. Hij leeft mee, met elke actie, maar kan niks-noppes-nada doen. Hij is afhankelijk van die mannen op dat veld. Voor zijn gemoed, voor zijn humeur, voor zijn emotionele huishouding.
Het is alsof ze opzettelijk slecht voetballen om hem te pesten. Alsof ze met zijn gevoelens spelen. Met zijn voeten spelen, zoals de Vlamingen zeggen. Grrr.
Foute pass Mendez. Snelle counter. 2-0 achter. Verbeten blijft hij kijken. Boos. Geërgerd. Wanhopig. Vertwijfeld. Handen ten hemel, haren uit het hoofd. Met borden gooien. Televisie uit het raam?
De sportliefhebber gaat diep, daalt ver af in zijn binnenste, waar het maalt en stampt en ziedt en woedt en raast.Afbranden. Neerbuigen. Uitschelden. Een hekel krijgen aan die eikels. Haat voelen.
Dan: leedvermaak. Lachen, te hard, om maar vooral hard te lachen om die stumpers waar hij niet bij hoort. Landgenoten zijn het ook niet eens, op twee na of zo. Tjongejongejonge, wat een losers.
Moet je kijken! Gaat er een aan zijn veter zitten pielen terwijl er nog dertig seconden te spelen zijn! Sjongejongejonge. En die ******* Mendez levert die bal maar weer ‘s in. Man man man. Tsss.
Dan: afstand nemen. Niks mee te maken. Kan mij het schelen. Cynisch worden. Onthechting. Wat zit ik hier eigenlijk te doen? Wat is er de zin van? Wat is de zin van mijn leven überdehaupt?
Televisie uit, nog natrillend. Hij is diep gegaan, heel diep.