
Hier hebben de dansers musici van De Dansers Ed Sanders uit Utrecht met acteurs van Strahl afgelopen voorjaar gerepeteerd aan Roses – einsam. gemeinsam. Geïnspireerd door de moed van de studentenverzetsgroep Weisse Rose van de Münchner broer en zus Hans en Sophie Scholl. Dit jaar zeventig jaar geleden werd de groep door de nazi’s gearresteerd. Waarna de Scholls onder de valbijl stierven.
Op deze herfstmorgen stroomt de oude turnhal in het souterrain vol jongeren. De ruimte is zo intens van lelijkheid dat ze er weer prachtig door wordt. De dansvloer is kaal, op zes rechthoekige tafels na, door de producenten gered op een universitaire grofvuilstort in Utrecht. In het openingsbeeld van Roses maakt een van de dansers zo’n tafel tot een eenpersoonscel, een bewegingsobject waarin ze wegvlucht, beklemd raakt. Dan betreden de anderen de vloer, vier jongens en drie meisjes in totaal. Een mensenkluwen. Of een vibrerende berg van opeengehoopte lijven, waarop aanhoudend wordt gevochten. Om behoud van identiteit misschien. Of om niet te worden opgeslokt door de griezelige som-der-delen-machine die al die danserslichamen tezamen ook vormen. De dansers jagen en stoken, zoeken bondgenoten en vechten elkaar halfdood.
Zonder één gesproken woord. Afgezien van de indringende zangstem van de gitarist en de keyboardspeler, die onder de bewegingen een bizar klankzang leggen. Ze dansen zelf mee, wat heet, ze lijken met hun live gezongen teksten kracht bij te zetten aan de waterval van til- en springbewegingen. Hier wordt diep gevallen en teder weer opgevangen. Hier worden spiermassa’s aan elkaar gekneed om in a split second weer uit elkaar te vallen. De choreografie (Wies Merkx) bespeelt de ruimte geraffineerd – spanningen worden gemaakt door de watervlugge afwisseling van grondwerk en staande bewegingen, van sprong naar val. Zonder opgelegde betekenissen wordt een sfeer gecreëerd waarin angst overheerst, in het nauw gedreven zijn, vastgehouden worden en zich weer losrukken. Er lijkt een permanent bewustzijn van gevaar dat tegen het eind ook niet meer te keren is. De tafels worden ruw tegen elkaar geslagen. Het geraas van een valbijl. Tegen de ontzetting van dat beeld en het staccato geluid wordt een bijna grimmig speelplezier ingezet: wie snel en slim is ontsnapt misschien aan de klap en danst ogenschijnlijk vrolijk verder. Met dansersvernuft en fysieke behendigheid ontstaan hier sterke beelden. De extreme bewegingsstijl van Wies Merkx en haar dansers ontwikkelt zich tot een stilistisch hoogstaand vertelmiddel.
Een Berlijnse krant schreef: ‘Roses is totaalkunst van een grote kracht maar zonder agitatorisch sentiment. Een onpatethisch eerbetoon aan de moed van de Geschwister Scholl.’ De productie dingt volgende week met vier andere voorstellingen mee naar de Ikarus, de jaarlijkse prijs voor het beste Berlijnse jeugdtheater.
Later dit seizoen (bijna) zeker te zien in Nederland.
Roses is op 23 oktober, van 4 t/m 8 november en van 9 t/m 13 december te zien in Halle Ostkreuz, Berlijn. theater-strahl.de