Stelling 2:
Materiële rijkdom lost de geestelijke armoede niet op.
Stelling 3:
Aandacht trekken is makkelijker dan hem behouden.
Stelling 4:
Zolang verschoppelingen nog van zich laten horen, zijn ze kennelijk niet voldoende in de hoek getrapt.
Stelling 5:
Op moeilijke wegen staan geen files.
Stelling 6:
Plassen en poepen hoeft niemand te leren. Richten en mikken wel.
Probleemstelling:
Wie leert kinderen af hun ouders als voorbeeld te zien?
Stelling 7:
Neem mensen altijd serieus, anders blijf je lachen.
Stelling 8:
Nachtmerrie: oud worden bij een vijver waar je naar complimenten vist.
Stelling 9:
Het is niet alles goud wat blinkt, maar het is evenmin alles stront wat stinkt.
Stelling 10:
Dat het goede geen kwaad kan, is het meest voorkomende vooroordeel.
Probleemstelling:
Blijft een Nederlander die vaak Chinees, Italiaans, Thais, Spaans, Portugees, Indisch, Hongaars en Mexicaans eet, een kaaskop?
Stelling 11:
Terwijl hun ouders kromliggen om de stookkosten te betalen, proberen de jongeren cool te blijven.
Stelling 12:
Door voor jezelf op de vlucht te gaan, riskeer je achtervolgingswaanzin.