Sport en politiek gaan heel goed samen. Meestal gebruikt de politiek de sport en niet andersom. Dat zien we aan André Rouvoet, minister van Jeugd & Gezin & Voortplanting.
Sport is politiek voortgezet met andere middelen, weet Rouvoet. Begin dit jaar verkondigde hij dat Nederland meer kinderen moet baren. Hup de voortplanting! En om zijn kinderwens in vervulling te doen gaan, moet Rouvoet (vijf kinderen) op het goede moment op de goede plaats de goede truc uithalen. Rouvoet is niet dom, dus hij wist dat het EK een gouden kans betekende.
Als een echte katholiek gooide de protestant Rouvoet het op een akkoordje met de al even protestante Dirk Kuyt. Een handig dealtje waar iedereen beter van zou worden.
Voor, tijdens en na de wedstrijden op het EK renden de Nederlandse spelers naar de rand van het veld, waar hun kroost met slaperige ogen uit de handen van mama werd gerukt en op papa’s winnende schouders werd gehesen. De kleine Kuyt. De kleine Van der Sar. De kleine Sneijder.
Je ziet Kuyt, met zijn blonde haren en blauwe ogen, zo optreden in een strategisch filmpje van de ChristenUnie waarin wordt gepleit voor het versterken van de natie door meer kinderen te verwekken, en die dan ook te baren.
De jonge voetballer is tegenwoordig ook gewoon vader. En in het kader van de algehele openheid en ongeremdheid mag ook iedereen dat weten. Jonge vaders zijn trots en ze delen die trots graag met het publiek.
Miljoenen, nee miljarden mensen zagen derhalve hoe de kleine spruiten van de Nederlandse helden werden geknuffeld en gekust en opgetild en heen en weer geschud en gejonast als het weer eens feest was voor het Nederlands elftal.
Laat de kinderen tot mij komen, zei Jezus Christus al. Laat de kinderen tot u komen, denkt Rouvoet, tot eenieder van u, tot in het zevende geslacht.
In het kader van zijn campagne voor meer kinderen in Nederland liet Rouvoet zijn paringspropaganda uitvoeren door dé helden van het volk: de Oranje-spelers. Ze hebben hun taken goed uitgevoerd. Het volk vond het prachtig om te zien hoe de jongens hun vreugde deelden met hun dierbaren.
(Rouvoet heeft hiermee een ontwikkeling in gang gezet waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Het ongegeneerd poseren met het dierbare kroost, de koketterie van de mannen van stavast, de schaamteloosheid waarmee privé-zaken met het publiek worden gedeeld – dat zal allemaal leiden tot een onstuitbare verintimisering van het voetbal. Privé bestaat niet meer, alles moet openbaar. Het is niet tegen te houden.
Niet iedereen heeft kinderen. Ook voetballers zonder kroost scoren wel eens en willen die vreugde misschien ook delen met ‘dierbaren’. Dus zien we straks hoe Ibrahim Afellay na de wedstrijd zijn oma uit haar rolstoel trekt en haar op zijn schouders zet voor de ereronde. Arjen Robben pakt zijn drie dobermanns en rent een rondje met ze over het veld, naast een zingende Orlando Engelaar met zijn cavia op zijn schouder. Ook de goudvissen van Robin van Persie.)
Tijdens dit EK waren we getuige van de introductie van het kind in het juichen. Dat wil zeggen: het kind niet als ding, als attribuut, als accessoire bij het jubelen, dat je op en neer kunt gooien, ferm bij de arm pakt en rondzwaait en ten slotte tegen de cornervlag aan kiepert – maar het kind als levend wezen, als ‘dierbare’, als schepsel van vlees en bloed en blond haar. Met een oranje haarband om. De kleine Noëlle Kuyt, de lieve Jessey Sneijder en de mooie Lynn van der Sar.
De ChristenUnie regeert het land, met Balkenende als stroman. De man die de lijnen uitzet is André Rouvoet. Hij stuurt en bestuurt het land in de richting die hij verkiest. Een van zijn prioriteiten is het aanwakkeren van de baringsdrift. Onder het motto ‘Behoed ons voor het voorbehoeden’ spoort hij de Nederlandse burgers aan om méér te doen met zaad en eicel. Ze hoeven niet per se blond en blauwogig te zijn, die kinderen, als er maar veel van komen.
Rouvoet weet het volk te raken. Bij zijn propagandamethodes en -trucs zou Lenin de vingers aflikken.
Zo schreef Rouvoet voor Albert Heijn het Welpie-lied. Wekenlang zijn we erdoor geteisterd, en bij sommigen van ons is het zo lang en hardnekkig in het hoofd blijven zitten dat zelfdoding de enige uitweg leek. Maar het lied verhoogde de Oranje-koorts en zweepte de burgers op. ‘We gaan Welpies plakken, heel Holland welpt mee./ Van Friesland tot Limburg, van heide tot zee./ Alle Welpies helpen,/ we plakken ons wild./ Geluk voor Oranje,/ heel Holland slaat op tilt.’
De metaforische betekenis van ‘plakken’ en ‘welp’ is overduidelijk. En zo wist de minister ons op subliminale wijze opnieuw aan te zetten tot voortplanten. Hup!
Rubriek Sport
Dierbaar
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2008/26
www.groene.nl/2008/26