Porno is de theorie, verkrachting de praktijk. De Engelse schrijfster Patricia Duncker, vooral bekend vanwege haar debuutroman De Foucault hallucinatie (1996), haalt een cynische grap uit met deze populaire leus uit de jaren tach tig. In een van haar verhalen recent gebundeld in Zeven verhalen over seks en dood schetst ze een toekomstige we reld waarin vrouwen ofwel echtgenote ofwel hoer zijn, en als ze als echtgenote zijn uitgerangeerd alsnog in die andere tak van sport terecht kunnen. De porno-industrie heeft zo zijn ontwikkeling doorgemaakt en draait op volle toeren. De shows zijn echter zo pervers en bloederig dat de politie geregeld invallen doet. Als een van de medewerksters wordt opgepakt en in een cel wordt ge gooid, leest ze met verbazing die oude graffititeksten op de muur. «Voor ons was pornografie wat religie ooit voor anderen was geweest: een manier van leven, een denkwijze, de manier waarop we in ons levensonderhoud voorzagen», denkt ze. «En verkrachting bestaat niet als alle vrouwen, overal, allemaal, altijd ja, ja, ja zeggen. Ik kende niemand die er anders over dacht.»
Duncker zet in haar verhalen een wereld neer die het logische uitvloeisel is van de immer schever groeiende sekseverhoudingen. Vooral de eerste drie verhalen, Stalker, Sophia Walters Shaw en Vuurwapens zijn wat dat betreft sterk, eng en opluchtend tegelijkertijd. Hier is iemand aan het woord die reminiscenties oproept aan de meedogenloze wreekster in Helen Zahavis Dirty Weekend, maar tegelijkertijd haar eigen seksegenoten niet spaart. Het openings verhaal lijkt in eerste instantie te gaan over de oerangst van vrouwen dat ze permanent beloerd en begluurd worden, maar krijgt een dubbelzinnige wending als de vertelster zich genotzuchtig blijkt te wentelen in die aandacht. Sophia Walters Shaw is het sciencefictionverhaal over de porno-indus trie, waarin het slachtofferbegrip even helemaal op zn kop wordt gezet. In Vuurwapens denkt een lesbienne die seks voor kost en inwoning verhandelt terug aan een vroegere ontmoeting met een Vietnam-veteraan met wie ze onverwacht goed kon opschieten. De andere vier verhalen zijn overduidelijk geïnspireerd op Dunckers ervaringen met het Franse platteland, waar zij een deel van het jaar woont. Erg geestig is het verhaal Mijn kracht, over een Engelse schrijfster die bijna ten onder gaat aan het lawaai dat haar dorpsgenoten produceren, ware het niet dat zij net op tijd weet te pro fiteren van het internationaal be kende begrip «huiselijk geweld».
Al zijn de verhalen in deze bundel af en toe een beetje duister, op het onbegrijpelijke af, íets houdt je bij de les. De agressieve en subversieve ondertoon geeft alle verhalen een gevaarlijke la ding. «Je kunt naar ons lichaam en tussen onze wijdgespreide benen staren wanneer je maar wilt. Wij zijn niet te meten.» Krankzinnig ver doorgevoerde fantasieën zijn het over een wereld die ten onder gaat aan lawaai, woede en een teveel aan alles, maar vooral een teveel aan testosteron. Duncker heeft een meedogenloze blik en een zwart gevoel voor humor. Ooit geweten waarom Jane Eyre éigenlijk voor mister Rochester valt? Of waarom dat hele stalken van vrouwen door mannen onbegonnen werk is? De schrijfster geeft terloops antwoord op dit soort vragen in verhalen die het midden houden tussen apocalyptische toekomstscenarios en plattelandshorror. Mannen zijn gehuld in dikke wolken testosteron en vrouwen weten wat hun te doen staat: hun meisjesrol spelen. Verraderlijk en wel. «In die tijd vertelde ik mannen niet hoe fantastisch ze waren. En zeker niet voor de prijs van een biertje.» Vooral die mengeling van slachtofferschap en opportunisme weet Duncker akelig goed te treffen. «Ik mag mijn eigen seksegenoten niet, maar ik wil wel de doortraptheid van een vrouw prijzen.»
In haar voorwoord meldt de schrijfster dat ze zich voor deze «verhalen van de nacht» heeft laten inspireren door wat er zoal aan clichés en gruwelen aan je voorbijtrekt op de televisie s avonds laat. Ze hoopt dat haar lezers als ze deze «verontrustende» en «provocerende» ver halen lezen opnieuw stil zullen staan bij de clichés rondom seksualiteit en geweld, en er opnieuw over gaan nadenken. Wat deze lezer betreft, is ze in haar missie geslaagd.