Dat de eerste solotentoonstelling van Michael Dean (1977) in Nederland handelt over taal moet je weten. De Britse kunstenaar is een schrijver die zijn eigen alfabet ontwikkelde en de letters als objecten de wereld in bracht met een serie mallen, waarvan de afgietsels nu verspreid door kunstcentrum De Appel staan. Hij geeft ‘een fysieke vorm aan een persoonlijke taal’ met letters die niet bestaan als platte zwarte strepen, maar die als driedimensionale, organische vormen, gestort uit hard beton, nogal tegenstrijdige associaties oproepen.

Voor de vijf installaties (‘zinnen en zinsdelen’) in De Appel timmerde Dean speciale omgevingen, muren en vloeren van mdf-platen waar objecten zich alleen of in groepjes rond ophouden. Een zwart beeld heeft wel iets van een ‘L’, alleen maakt de hals halverwege een draai en is de voet te kort, te rond en te dik, als de neus van een laars. Andere beelden houden het midden tussen een steigerpaal, aangeklampt door mosselen, en een Romeinse zuil, van een afbrokkelende schoonheid. Geplaatst in de bruingrijze mdf-interieurs, met hier en daar ook strakke lijsten en kastjes aan de wanden, spreken ze een modernistische beeldtaal. De vloer bevat hun sleepsporen – het duurde blijkbaar even voordat alle letters op hun plek stonden.

Zoeken naar een letterlijke betekenis in Deans composities levert niet veel op, ook niet wanneer er boeken liggen opengeslagen en onder een sculptuur een getypt briefje uitsteekt. De door de kunstenaar achtergelaten teksten zijn onleesbaar, een soort cyrillisch schrift in spiegelbeeld, en ook een pagina vol n’en en een versteend boek, gedrenkt in cement, geven weinig prijs. De verlichting is bovendien in alle zalen uit.

Dean loodst de bezoeker ongedwongen door zijn ‘collages’ heen, sturend en botsend met onherkenbaar materiaal en verrassende doorgangen. In sommige panelen boorde hij kijkgaten, die binnen in de ruimtes figureren als interpunctie. Op de trap naar de eerste verdieping trekt een penetrante geur van staal naar een zaal bezaaid met duizenden 1-cent-euromuntjes. Hun land van herkomst vormt de enige leesbare tekst van de tentoonstelling, informatie die niemand zal kunnen interesseren.

De tentoonstellingsfolder vermeldt definities van de woorden ‘kwaliteit’ en ‘geweld’, talige uitdrukkingen van begrippen die van alles kunnen betekenen maar die ons helder voor ogen staan. Lezen is bij Dean goed kijken, bijvoorbeeld naar een lap cement op een wand, een zachte vorm met een schurende, ruwe structuur, die zijn tong uitsteekt naar beneden.


Michael Dean – Qualities of Violence, t/m 8 maart, De Appel, Amsterdam. deappel.nl