Zaterdagavond had ik een wonderschone ervaring. Een joodse familie moest door de eeuwen heen, de laatste vijfhonderd jaar in ieder geval, vluchten voor moord en doodslag. Diverse malen en inmiddels verspreid over veel landen. De jaren ‘40-'45 hebben gezorgd voor een grondige uitdunning. Voor de oorlog was het een grote familie in Amsterdam, na de oorlog stond er nog een iemand met die naam in het telefoonboek.
Een aantal familieleden heeft het initiatief genomen om familieleden in het buitenland op te sporen en zo zijn er via via in allerlei landen verwanten ontdekt, allemaal terug te voeren op diezelfde voorouders. Sommigen kenden elkaar, anderen natuurlijk niet. Maar altijd bleek er wel een geschiedenis op elkaar betrokken te kunnen worden. Oude familieleden hadden omgekomen ouders nog gekend. Neven en nichten hadden van elkaar gedacht dat ze omgekomen waren. Dezelfde voornamen bleken generaties later nog te overheersen bij de al dan niet qua spelling gewijzigde achternaam.
Er zijn ongelooflijk veel tragische verhalen te vertellen uit de lotgevallen in deze eeuw. Griekenland, Turkije, Israel, Engeland, Amerika, Spanje, Australie, Nederland, Frankrijk, Oostenrijk, overal kwamen ze vandaan zaterdagavond. Er waren ongeveer honderdvijftig mensen die samen op een groepsfoto gingen. Het was een zeldzaam ontroerend gezicht.
Tijdens het eten kwamen verhalen, emoties en contacten los in een ploseling weer grote familie. Het was een mooie avond.
Rubriek
Diner
Burgemeester en wethouders in Amsterdam hebben zoveel verplichtingen buitenshuis, ook veel representatieve, dat ze het niet altijd aankunnen. Het is dan de gewoonte om een gemeenteraadslid te vragen om op te treden namens B&W. Ik doe dat ook geregeld.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1994/35
www.groene.nl/1994/35