Hier is een film die een soort van meesterwerk is: Dear Wendy, een parabel over de vuurwapenwaanzin in Amerika. De makers zijn twee Denen die de wereld voor de gek hebben gehouden met het Dogma 95-filmmanifest. Beiden hebben inmiddels hun eigen zinloze regels overboord gegooid, Lars von Trier met Dogville (2003), zijn wonderschone aanklacht tegen de Amerikaanse moraal, Thomas Vinterberg met een heus Hollywood-liefdesdrama, getiteld Its All About Love (2003). Ook in Dear Wendy is nauwelijks sprake meer van artistieke zelfkastijding in de vorm van Dogma-regels als het niet gebruiken van kunstmatig geluid of licht. De bevrijding heeft vruchten afgeworpen. Na Von Trier met Dogville heeft nu ook Vinterberg, regisseur van de overschatte filmhuishit Festen (1998), zijn beste film tot nog toe gemaakt.
Dear Wendy speelt zich net als Dogville af in een verzonnen stad in Amerika, waar een eenzame jongen, Dick (Jamie Bell), in de ban raakt van een antiek revolvertje. Zijn passie is zo volledig dat hij een vriendengroepje sticht, de Dandies geheten, waarin alles draait om vuurwapens. De leden zijn verschoppelingen die het moeilijk hebben in de machocultuur in het stadje, dat onder controle staat van mijnwerkers en sheriffs. In een verlaten mijnschacht bouwen de Dandies een toevluchtsoord, compleet met bibliotheek waar zij alle facetten van vuurwapens bestuderen. Zonder het vuurwapen is de werkelijkheid van de Dandies klein en zinloos. Maar mét het wapen krijgt het leven kleur.
Dit is schitterende humor. Scenarist Von Trier en regisseur Vinterberg spelen een slim spel met het verwachtingspatroon van de kijker. Het woord «Dandies» is antithetisch. Het staat tegenover de hardheid en mannelijkheid die de kern van de vuurwapencultuur vormen. Het vuurwapen, het ding des doods bij uitstek, brengt liefde, vrolijkheid en vriendschap. Net als in Dogville is de symboliek in Dear Wendy zo bevreemdend en extreem dat het werk bijna niet anders kan dan een meesterwerk zijn, maar dan van het soort dat meer scheuren vertoont dan dat het vlekkeloos is. Zo wordt nooit precies duidelijk waarom de kinderen aan het einde van de film betrokken raken bij een schietpartij met de politie. Op dit punt stort de film over de rand van de afgrond, alsof zelfs Von Trier en Vinterberg geen controle meer hebben over alle losgeslagen symbolen en metaforen en allegorieën.
Wie durft, stort zich graag in de afgrond, vooral in de tweede helft van de film. Verrukkelijk is de scène waarin Susan (Alison Pill) aan Dick laat zien hoe goed zij zich voelt sinds zij een vuurwapen draagt. Kijk, Dick, zegt zij terwijl zij haar bloes openknoopt, kijk, mijn borsten zijn gegroeid! Deze inversie van de traditionele notie dat jongens van vuurwapens houden omdat het sterke fallische symbolen zijn, is hilarisch. En geniaal.
Behalve als zinnebeeldig verhaal over gun culture werkt de film ook als een pleidooi voor de fantasie, voor vrijzinnig denken. De helden van Vinterberg/Von Trier zijn dromerige creatievelingen, net als de oerdandy Ryan ONeal in Barry Lyndon (1975). Dit mees terwerk van Stanley Kubrick is als een schim aanwezig in Dear Wendy: de ironische voice-over, de sterke aanwezigheid van muziek en de brandende kaarsen in de mijnschacht. Bekend is dat Ku brick veel scènes in Barry Lyndon opnam met honderden brandende kaarsen als enige bron van artificieel licht. Dat effect keert terug in Dear Wendy. Misschien is Dogma 95 dus niet helemaal dood. En, toegegeven, niet helemaal zinloos.
Te zien vanaf 19 mei