Beijing – Een plan in de Oost-Chinese provincie Shandong om meer vakbondsafgevaardigden in privébedrijven aan te stellen zorgt voor onrust bij bedrijfsleiders. Zij maken zich zorgen om de toenemende bemoeienis van de overheid. Die stelt de komende tijd in 92 privébedrijven een vakbondsafgevaardigde aan, die elke maand acht dagen in het bedrijf doorbrengt en er een actieve vakbondsafdeling uitbouwt. Ook in andere steden is een syndicale versterking op til.

Officieel klinkt het dat de All-China Federation of Trade Unions (acftu), de enige erkende vakbond in China, met de maatregel haar grassroots afdelingen wil versterken, zodat de werknemers hun rechten beter kunnen afdwingen. Wettelijk gezien zijn bedrijven vanaf 25 werknemers verplicht een vakbondsafdeling op te richten, maar die regel wordt nauwelijks nageleefd.

Dat Chinese bedrijfsleiders geen groot fan zijn van meer vakbondswerking viel te verwachten, maar de reden die zij daarvoor geven is minder vanzelfsprekend. Ze vrezen vooral dat de vakbondsversterking een poging is van de overheid om meer controle te krijgen op de privésector.

‘Eerlijk gezegd willen we helemaal geen overheidsafgevaardigden in ons bedrijf, vooral niet in deze periode’, zei Rob Li, directeur van een bedrijf in elektriciteitskabels, in de Hongkongse krant South China Morning Post. ‘We hebben het gevoel dat het tot meer overheidstoezicht zal leiden.’ De acftu mag zichzelf een vakbond noemen, in werkelijkheid is het een overheidsorgaan, vooral bedoeld om de belangen van de Communistische Partij te verdedigen. acftu-afdelingen zijn er in eerste instantie op uit de sociale rust te bewaren en loonsverhogingen beperkt te houden. De vele stakingen en protesten in China zijn het werk van ngo’s en activisten, die vaak worden vervolgd.

De onrust over de vakbondsafgevaardigden komt op een moment dat er veel discussie is over de positie van privébedrijven in China. Veel ondernemers hebben het gevoel dat de overheid de private sector aan banden wil leggen, en dat staatsbedrijven bevoordeeld worden. Particuliere bedrijven krijgen steeds meer regels opgelegd, en moeten ook partijcomités aanstellen.

Bij de veertigste verjaardag van Reform and Opening Up klinken in China veel bezorgde geluiden over dat de markthervormingen teruggedraaid zullen worden. Dit jaar hebben al 46 privébedrijven hun aandelen aan overheidsbedrijven verkocht. Dat is een breuk met de afgelopen twintig jaar, waarin staatsbedrijven op grote schaal privatiseerden.