Er niks van vinden als de aandacht van een van de twee pas toeneemt als je haar eigenlijk wil negeren, als je denkt rot toch op, niet weer op mijn schoot springen, ik moet iets opzoeken in De tweede sekse, maar daar ligt ze weer, hier, pak aan dan, en je aait net even harder dan je van plan was, is dit nog wel aaien te noemen, je schuurt en je schaaft, de wolken vliegen op, de kat plooit zich wonderwel naar je handen, ze ligt inmiddels op haar rug, je slaat haar nu ongeveer, en zij kreunt en ze kronkelt, getverdemme, WOMAN, herneem je zelf een beetje, waar is je dignity, maar er is geen houden meer aan, ze strekt haar hals, ja aai me daar, ze toont haar flanken, o ja, daar, ze rolt en ze kronkelt, ik krijg er plaatsvervangende pijn in mijn buik van, zoveel wellust, dat mag toch niet ongestraft blijven. Met seks ben je terug in het moeras, schrijft Philip Roth in The Dying Animal, inderdaad,hier, pak aan dan, en ja hoor daar gaat ze weer, spinnen is het eufemisme van de eeuw, dit is schreeuwen op z’n kats, ik word er zelf lacherig en beschaamd van, dit kun je niet menen, we kennen elkaar nu toch al zo’n jaar of vijf, kom op, jij was de vrouw die niet te krijgen was, de ongenaakbare, de trotse, waar ben je nu, hè, hè, hier dan, en hier, haha, wat had je nou hè, zeg ’t me, talk to me, waar is je grote mond gebleven, o is dat dan wat je wilt, hè hè, gotsamme gore slet die je bent, wie z’n sletje ben je eigenlijk, nou, zeg het me, zeg het me, zeg me dat je m’n sletje bent, en ja, daar gaat ze hoor, holy shit, harder, harder, oké bitch, is dit dan de real thing waar we op af gaan, weet je ’t zeker, nou, nou, ja draai je maar, draai je maar eens lekker in de rondte, pak aan dan, en daar, en daar, ik zal je hebben, hoor je me, ik zal je hebben, ik zal je pakken, precies waar je op uit was, ik zag het toch al, aan je ogen, die ogen van je, getverdemme, is dit het dan, hè hè, waar is die grote mond van je gebleven dan, nou, waar is die dan hè, kun je nog wat zeggen dan, laat me je horen, kreun to me bitch, talk to me, zeg het me, zeg het me, wat had je nou hè hè, wat dacht je nou, de boel een beetje te kunnen regisseren, de boel een beetje te kunnen uitlokken, haha, ja dat had je lekker gedacht dan, nou mooi niet, ik zeg het je, MOOI NIET.
Niets is zo dubbelzinnig als een aanraking, schrijft De Beauvoir, zich tot object maken, zich passief maken is heel iets anders dan een passief object zijn, o oké dan, wat dacht je nou, met die lelijke rotbek, ja met die lelijke rotbek van je, altijd maar denken, ja ik steel de show, niemand die me wat maakt, nou MOOI NIET, ik zeg het je, jij kijkt me veel te wakker uit je ogen, en wat had je helemaal gedacht dan, hier dan, en hier, o vind je dat lekker, vind je dat soms l e k k e r, ja dat dacht ik al, ik zag het al aan die gore hoerenkop van je, die brutale rotkop van je, dat je maar op één ding uit was, op één ding, en jij en ik weten heel goed wat dat is, ja jij weet héél goed wat dat is, denk je soms dat je mij voor de gek kunt houden, nou, denk je dat ik een of andere ignorant imbeciel ben, alsof ik niet meteen al in de smiezen had waar jij op uit was, getverdemme, holy shit, ja kijk me aan kijk me aan LOOK AT ME, waarom moet het nou weer zo gaan, hè, hè, waarom, waarom niet een beetje d e c e n t, waarom niet een beetje afgerond, gewoon, dat we elkaar straks weer in de ogen kunnen kijken, maar nee hoor, nee hoor, jij moest zo nodig hier een beetje je beurt komen opeisen, zij is de zuiging, Simone schreef het al, een vochtige schrokop, getverdemme, ik zeg het je: getverdemme, kon je niet een beetje je inhouden, nou, moest je zo nodig of zo, ja wat had je nou, waar is die grote mond van je gebleven, ik hoor helemaal niets, ik hoor echt niks, ik kan je niet horen, ja doe jij maar je best, je gore kutbest, gore kutkat die je bent.
Vanaf deze week staat Marja Pruis op deze plek afwisselend met Opheffer