
‘Heb je de tickets al?’ vraagt Mohamed mij via WhatsApp.
‘Tickets voor wat?’ reageer ik verbaasd.
‘Circuit Festival natuurlijk.’
Ik zoek het online op, zie de eerste afbeeldingen van duizenden feestende mannen in Speedo-zwembroekjes, en slik. Toen de Egyptische Mohamed (27) en zijn beste vriend Hussein (33) mij maanden eerder uitnodigden hen te komen opzoeken tijdens hun vakantie in Barcelona stemde ik direct in. Niets had mij voorbereid op de echte reden van hun reis.
‘Dit is dé gay hadji!’ appt Mohamed. ‘Er komen duizenden homo’s uit de hele Arabische wereld.’ En dat tijdens het Offerfeest, denk ik, terwijl ik door de tientallen foto’s scrol. Het blijkt te laat om mijn vliegticket te cancelen. Dan maar kaartjes kopen voor het grootste internationale gayfestival ter wereld, met 70.000 bezoekers – allen man. Het blijkt een prijzige aangelegenheid. Een polsbandje dat toegang verschaft tot alle feesten kost vierhonderd euro. Losse toegangstickets bedragen al snel veertig tot zestig euro per stuk. Een speciale Circuit-bus rijdt van feest naar feest voor dertig euro. Eenmaal binnen kost een klein flesje water zes euro. Een nog kleiner bekertje cola zeven. Een even treurige slok bier acht.
Mohamed en Hussein zijn rijke Egyptenaren met goede connecties. Mohamed werkt voor verschillende internationale ngo’s in Egypte en heeft daarnaast een eigen agentschap voor Egyptische acteurs. Ik ontmoette hem voor het eerst in 2014 tijdens een clandestien gayfeest in het appartement van een Nederlander in de chique wijk Maadi in Caïro. Hussein heeft een hoge functie bij de nationale bank. Als zonen van hooggeplaatste officieren en ambtenaren uit het Egyptische leger is een vakantie naar Spanje voor hen prijzig maar niet onbetaalbaar. Door hun connecties en stabiele financiële positie zijn ze in staat een toeristenvisum te bemachtigen. Een schaars goed voor de meeste Egyptenaren, zeker voor twee vrijgezelle jonge mannen. En dan hebben ze nog het geluk man te zijn. Waren ze vrouw geweest, dan had hun familie ze niet zelfstandig op reis laten gaan. Terwijl het land gegijzeld wordt door hyperinflatie, volledige afbraak van de middenklasse, extreme armoede en opgedreven prijzen voor basisbehoeften, is de rijkdom van jongens als Mohamed en Hussein juist gegroeid. Zij hebben, zoals iedereen die verbonden is aan het regime, alles te verliezen bij de voorzichtige protesten die op 21 september door wanhopige jongeren in verschillende steden van het land zijn ingezet. Terwijl de gemiddelde Egyptenaar nauwelijks het hoofd boven water kan houden en nooit door zijn eigen land heeft gereisd – laat staan daarbuiten – hebben deze eliteboys het privilege om zo op een vliegtuig te kunnen stappen.
Circuit biedt hun de mogelijkheid alles te doen wat de Egyptische overheid en samenleving in naam van God verboden hebben.
Op het vliegveld van Barcelona wemelt het van de Arabische mannen. Ze zijn zichtbaar uitgelaten. ‘De meeste Egyptenaren, Marokkanen, Algerijnen en Irakezen sparen het hele jaar om deze hadji te maken’, legt Mohamed uit. De grootste groep bestaat uit Egyptenaren die elkaar allemaal via-via blijken te kennen. Daarnaast komen er veel Arabieren uit de Golf. De rijen bij de douane voor niet-Europese paspoorten staan vol met afgetrainde, perfect verzorgde twintigers en dertigers met identieke kapsels en baardjes.
‘Mannen trainen het hele jaar om met hun eight pack te pronken’, verzucht Mohamed verlekkerd. Hij is zelf niet heel atletisch gebouwd, maar kan wel voor hetero doorgaan. Zijn vriend Hussein voldoet aan alle eisen. Hij is breed, extreem gespierd, heeft een stevige baard, kort kapsel, is over het hele lijf netjes getrimd en zo macho en ‘straight acting’ dat ik hem met geen mogelijkheid als homoseksuele man zou herkennen. Alleen de grote tattoo van een faraonische levenssleutel op zijn linkerbovenarm verraadt enige sociale rebellie. Tatoeages worden door veel moslims haram bevonden. Hypermasculiniteit is onder deze mannen de norm en tegelijk een overlevingsmechanisme.
Volgens een grote enquête van het Amerikaanse Pew Research Center uit 2013 vond 95 procent van de Egyptische respondenten dat homoseksualiteit niet door de samenleving moet worden geaccepteerd. In Jordanië lag dit percentage zelfs op 97 procent. In Libanon waren de respondenten het positiefst. Daar lag de maatschappelijke afwijzing van homoseksualiteit volgens het laatste onderzoek uit 2016 op 79 procent.
Hier zit wel verandering in. De lhbtiq-bewegingen in de regio groeien snel en westerse films, Netflix-series en media hebben veel invloed op de opvattingen van jongeren. Het denken bij de oudere generaties blijft echter ver achter. Daarbij zorgt de toenemende media-aandacht ook voor een terugslag. Wat niet bestaat, kan immers ook niet worden bestreden. Een (ongewilde) coming-out wordt door directe familie vaak beantwoord met intimidatie, verstoting, een gedwongen huwelijk en medische en/of psychologische behandeling in de vorm van hormoon- en shocktherapie. In sommige gevallen geven ouders hun eigen kinderen zelfs aan bij de politie. Homoseksuele mannen worden in Egypte op hun werk gepest, gechanteerd of ontslagen en op straat geïntimideerd, aangevallen en in sommige gevallen verkracht.
De afgelopen jaren zijn er in verschillende Arabische landen positieve ontwikkelingen op het gebied van lhbtiq-emancipatie geweest. Libanon en Tunesië zijn de absolute koplopers. Zo oordeelden Libanese rechters herhaaldelijk dat homoseksualiteit niet strafbaar is en werd een wettelijke geslachtsverandering gelegaliseerd. In de hoofdstraten van Beiroet kun je openlijk homobars of bars voor lesbiennes bezoeken. In Tunesië, waar homoseksualiteit nog wel strafbaar is, zijn er verschillende ‘gay friendly’-bars en wordt er door de lhbtiq-rechtenorganisatie Mawjoudin jaarlijks het internationale Queer Film Festival georganiseerd.
In Egypte is de emancipatie echter gestagneerd en het activisme de kop ingedrukt. Hussein en Mohamed zitten zoals eigenlijk alle Egyptische homoseksuele mannen diep in de kast. Husseins ouders denken dat hij in Zuid-Frankrijk zit. Mohamed heeft tegen zijn ouders gezegd dat hij op vakantie is in Luxemburg. ‘Dat land is zo klein dat niemand weet waar het ligt of wat daar überhaupt te doen is.’ Elke middag wordt er braaf met het thuisfront gebeld. Op sociale media worden de foto’s zorgvuldig gekozen. Zo plaatst Hussein uitsluitend selfies zonder duidelijke context. Hun locatievermelding is respectievelijk Marseille en Luxemburg-stad.
Mohamed en Hussein nemen me na aankomst direct mee naar ‘the pool party’. Vijfduizend mannen bewegen zich als sardientjes in een blik rond een verwaarloosbaar klein zwembad op een betonnen dakterras. Ongemakkelijk sta ik in mijn zwembroek tussen de drijfnatte lijven. Gedanst wordt er niet. Alles draait om zien en gezien worden. Ons groepje breidt zich uit met zes Egyptenaren, een Irakees, een Marokkaan en een Jordanees. Een Saoedi en een Emirati voegen zich er later bij. Er worden namen uitgewisseld die ik door de harde technobeats niet kan verstaan. Er gaan pillen rond. Water is duur dus de drugs gaan droog de mond in.
‘Dit is nog maar een klein feestje’, vertelt Mohamed die er al zeven dagen van intens partyen op heeft zitten. Elke dag gaan hij en Hussein om drie uur ’s middags naar een gay beach of pre-party. Vervolgens vertrekken ze rond zeven uur naar het hotel om zich om te kleden en hun seksdate te ontmoeten die ze via de dating- en seksapp Grindr eerder die middag hebben opgepikt. Om tien uur openen ze de avond met een eerste feest. Rond half één gaan ze door naar een van de grote feesten van die nacht op een (industriële) locatie ver buiten de stad. Om zeven uur zijn ze met of zonder date terug in het hotel.
Circuit-party’s zijn dance-evenementen die voortkomen uit de fameuze roze discoparty’s uit de jaren zeventig. Een Circuit-party begint overdag, gaat de hele nacht door en wordt voorafgegaan en gevolgd door een reeks kleinere feesten. Circuits komen op meer plekken voor, maar sinds 2012 kent Barcelona de allergrootste. Door de strategische ligging en slimme marketing met witte hypermasculiene topmodellen trekt juist deze Circuit de meeste homoseksuele en ‘bi-curious’ mannen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Daarnaast komen er veel bezoekers uit Oekraïne, Rusland, de Balkan en Israël.
Veel van deze mannen zouden zichzelf nooit gay noemen; die term leidt tot agressie. Elke vorm van ‘feminien’ of zogeheten ‘nichterig’ gedrag wordt direct afgestraft. De mannen lijken de maatschappelijke homofobie diep te hebben geïnternaliseerd en nu ook op elkaar en zichzelf te projecteren. Tijdens de feestjes breken regelmatig vechtpartijen uit. Hier geldt maar één norm, die van de totaal afgetrainde bodybuilders op het podium die met een blik op oneindig urenlang ritmische pompbewegingen maken.
Michael (29) voegt zich bij de groep. Hij blijkt een koptisch-christelijke Egyptenaar, de enige die ik ontmoet. De meeste rijke jongens uit de regio en zeker uit Egypte zijn van islamitische afkomst. ‘Jij bent ook christen!’ roept Michael enthousiast boven de herrie uit terwijl hij keurend in mijn spieren knijpt. ‘Habiby, jij krijgt ghb van mij.’ Hij houdt me een flesje water voor waarin hij de drugs heeft opgelost. Ik bedank vriendelijk en grap dat ik aan de Heilige Geest genoeg heb. Maar Michael hoort me niet. Hij is alweer met een andere Egyptenaar pillen aan het uitwisselen die omstandig uit een klein plastic zakje uit de boxer onder de zwemshort worden gevist. Het is een klein, maar veelzeggend verschil: terwijl de Europese mannen weinig verhullende slipjes dragen hebben de Arabische bezoekers allemaal lange zwemshorts aan. Zo’n strak zwembroekje is te bloot en vooral te gay.
De lucht kleurt roze en dan paars. De muziek dreunt door. Eenvormige monotone technobeats. De drugs doen hun werk. Er wordt niet gepraat. Niet geflirt. Niet gezoend. Niet gedanst. Zelfs niet ordinair tegen elkaar aan geschuurd. Er gebeurt niets. Duizenden gebruinde mannen met getrimde, bezwete lijven bewegen de armen half tot hun middel, bijten op hun uitgedroogde lippen (een reactie op de xtc).
Zonder verder een woord te wisselen wringen twee (of drie) mannen zich uit de menigte, bewegen zich naar de wc’s en lopen een hokje in. Sommigen doen niet eens de moeite de deur achter zich dicht te doen. De Egyptenaren verlaten een voor een de groep. Ze zijn hier niet om het met elkaar te doen en gedragen zich onderling opmerkelijk preuts.

De volgende dag zijn Hussein en Mohamed alweer vroeg op. Ze hebben nog geen twee uur geslapen maar staan helemaal ‘aan’. Ze raken niet uitgepraat over het Forever Tel Aviv-feest van de afgelopen nacht, waar de hele nacht een fusion van techno en Hebreeuwse remixes van populaire Egyptische pop en dance werd gedraaid. Het bleek hét feest voor de Arabische Circuit-bezoekers. Als uitzinnige voetbalhooligans brulden ze door het Hebreeuws heen. Een enkeling buikdanste voorzichtig. Voor de meesten bleek dit echter te ‘gay’.
Tijdens een remix van het Egyptische popidool Amr Diab pakte Hussein me bij de schouders, schudde me woest heen en weer en riep: ‘Dit is mijn lievelingsnummer uit mijn kindertijd! Ik had nooit durven dromen dit mee te maken.’ Hij legde zijn hoofd op mijn schouder en huilde. ‘Eindelijk komt alles samen! Wij, deze muziek, ik als mezelf.’ Zijn kletsnatte ontblote bovenlijf plakte tegen het mijne. Even was Hussein al zijn machismo kwijt. Toen liet hij me bruusk los en begon als een bezetene te bewegen. ‘Dit is de mooiste avond van mijn leven!’ – en daar ging nog een pil.
Ik maak me intussen steeds meer zorgen om hun gezondheid. Mohamed heeft per ongeluk een flesje water gedronken waar voor vier man aan ghb in zat en Hussein weet niet meer wanneer hij voor het laatst heeft gegeten. ‘Het moet bij aankomst in Barcelona zijn geweest’, zegt hij na lang rekenen. Met moeite sleep ik ze mee naar een café. Daarna vertrekken we naar beachclub Chiringuito BeGay aan het Paseo Marítimo de la Mar Bella. Op het stukje strand eromheen is het drukker dan op een zomerse dag in Zandvoort. Dit is de ultieme plek om het afgetrainde lijf te showen. Ik word voorgesteld aan de schuchtere Samir (32) uit Alexandrië, die zich het prijzige Circuit niet kan veroorloven maar via Grindr en deze publieke hotspot toch zijn eigen gay hadji beleeft.
Het is Offerfeest. Een pakje jamón ibérico wordt tevoorschijn gehaald en demonstratief uitgedeeld. Het eten van varkensvlees lijkt de bezegeling van hun ongeloof. Met de ham nog achter de kiezen bellen ze hun familie op.
Karim (36) uit Tunis kijkt intussen misprijzend naar Hussein die al enkele dagen in de ban is van een jonge Zweedse dokter. ‘Ik maakte vorig jaar ook die fout’, zegt hij terwijl hij naar het zoenende stelletje wijst. ‘Het hele Circuit bracht ik met één man door. Zo dom.’
‘Hoezo?’ vraagt Samir. ‘Dat is toch mooi?’
‘Nee. Waarom zou je jezelf beperken? Ik wil iets van dit (wijst naar mijn kont), en dat (wijst naar Samirs gevulde zwembroek), en die (achteloos gebaar richting de zwijgende Egyptische Ramzy) en hem (losse beweging richting de Saoedische buurman achter ons) en hij daar…’ Vervolgens begint Karim aan een gedetailleerd relaas over zijn succesvolle veroveringstocht in Egypte, een half jaar eerder. Omstandig legt hij uit wie en wat hij waar gedaan heeft. Als Tunesiër vond hij Egypte ‘een doos besbousa’ (Egyptische zoetigheid).
‘Ja, jou willen ze allemaal’, zegt Samir. ‘Jij bent van barra (buiten), dat is veilig.’ >
Anders dan in de andere Arabische landen is homoseksualiteit in Egypte nooit gecriminaliseerd. Toch is de Egyptische overheid een van de meest actieve in het onderdrukken van homo- en transrechten. Door de jaren heen heeft zij tal van gronden gevonden om lhbtiq-personen te arresteren, zoals blasfemie, illegale prostitutie, ondermijning van de goede zeden en bedreiging van de staatsveiligheid. Ten tijde van Hosni Mubarak nam de aandacht voor homoseksualiteit en de bestrijding daarvan steeds heviger vormen aan. Met hulp van de zogeheten ‘prostitutie- en losbandigheidwet’ uit 1961 opende de Egyptische overheid, daartoe aangezet door groeiende media-aandacht, in 2000 een aanval op de ontluikende homogemeenschap. Er werden virtuele lokhomo’s ingezet met namen als al-Mesjmesj (de Abrikoos) om homomannen op te sporen in chatrooms, en er werd een eerste koppel gearresteerd. De rechtszaak leidde tot nationale ophef. Dit betekende groen licht voor het regime dat de druk van de islamitische partijen voelde groeien.
In 2001 werden op de Queen Boat op de Nijl 52 mannen gearresteerd, gemarteld en verkracht: de ‘Cairo 52’. Dit leidde tot internationale verontwaardiging, maar kreeg ook massaal bijval van Afrikaanse overheden die in de jaren daarop een reeks ‘anti-sodomiewetten’ invoerden.
Op 24 september 2003 zette de politie aan weerszijde van de Qasr al-Nil-brug checkpoints op en arresteerde 62 mannen die zouden ‘cruisen’. In 2004 werd een zeventienjarige student veroordeeld tot zeventien jaar gevangenisstraf en twee jaar dwangarbeid voor het aanmaken van een profiel op een gay-datingsite. In 2009 werd de wekelijkse krant Al Balagh Al Gadid verboden en werden twee journalisten opgesloten voor een artikel dat suggereerde dat een aantal prominente Egyptenaren actief zouden zijn in een homoseksueel prostitutienetwerk. De in het artikel genoemde prominenten bleven buiten schot. Dit versterkte het beeld van een overheid die homoseksualiteit vooral in de lage onderklasse bestrijdt.
In het machtsvacuüm na de val van Mubarak beleefde de steeds beter georganiseerde en door het internet geïnformeerde Egyptische lhbtiq-gemeenschap een kortstondige opleving. Er ontstond een bottom-up lhbtiq-organisatie, Badayaa genaamd, opgericht door een Saoedisch-Egyptisch-Soedanees lesbisch koppel dat zich in Zuid-Afrika had laten trouwen. Er werden clandestiene feestjes, workshops, bijeenkomsten en voorlichtingsmiddagen georganiseerd en samengewerkt met andere lhbtiq-organisaties.
De overheid zat niet helemaal stil. Er waren enkele kleine incidenten zoals de arrestatie van acht mannen na een uitgelekt (en opnieuw door de media opgeblazen) filmpje van een heimelijk ‘homohuwelijk’ in november 2014 en in december van datzelfde jaar werden 26 mannen gearresteerd in een badhuis, maar de rechtbank sprak de gedetineerden vrij.
Abdul Fatah al-Sisi leek bij zijn aantreden in 2014 niet bijzonder in de lhbtiq-kwestie geïnteresseerd. Zijn regime richtte zich primair op activisten, journalisten, feministen, islamisten en andere dissidenten. Wel zorgde het veiligheidsapparaat ervoor dat de bekende publieke (ergo: volkse) homo-ontmoetingsplekken werden gesurveilleerd en ‘opgeschoond’. Badhuizen en koffiehuizen rond het Tahrirplein werden gesloten. De nieuwe, overgecontroleerde en goed verlichte uitgaansgelegenheden, cafés en clubs richten zich uitsluitend op de allerrijkste bovenlaag van de bevolking. De Mohameds en Husseins van Egypte dus.
Door de komst van Grindr is het voor hen een stuk makkelijker geworden seks te hebben. Al is het gebruik van de app niet zonder risico. Je weet immers nooit zeker wie er achter de anonieme accounts schuilgaat.
In Dahab, een hippe vrijplaats aan de Rode Zee en een absolute roze hotspot, tref ik slechts acht vrouwelijke profielen op Tinder; Grindr stroomt daarentegen vol. In de cafés word ik voortdurend aangesproken en op straat wordt er naar me gefloten. Twee mannen uit Alexandrië komen naast me zitten en geven onverbloemd aan met me af te willen spreken. ‘We hebben een villa gehuurd (knipoog), je bent van harte welkom.’ Ik bedank vriendelijk. Hun houding verandert direct. ‘Wat denk je eigenlijk? We zijn gewoon getrouwd hoor!’
Een getrouwde man kan gaan en staan waar hij wil. De meeste ongetrouwde Egyptenaren wonen nog steeds thuis, maar de rijkere bovenklasse heeft de financiële middelen om een eigen appartement te kopen. Langzaam gaan steeds meer mannen (en enkele vrouwen) ongetrouwd uit huis. Als twee Egyptische mannen (of vrouwen) een hotelkamer willen boeken levert dat veel vragen en problemen op (voor een ongetrouwde man en vrouw met Egyptisch staatsburgerschap is het delen van een hotelkamer sowieso verboden – dit is in alle Arabische landen het geval, behalve in Libanon). Airbnb biedt uitkomst. Genoeg westerlingen of rijke Egyptenaren zijn bereid een oogje dicht te knijpen als zolang betaald wordt. Ook aan feestjes is geen gebrek; die organiseren ze zelf, in grote villa’s in New Caïro of in de reusachtige buitenhuizen aan de Rode Zee.
Mohamed is een van de organisatoren van dergelijke feestjes en huurt elke maand een villa. Trots toont hij me de filmpjes en foto’s op zijn telefoon. Op de tafels in de prachtige tuin staan grote flessen Johnnie Walker Black Label en Absolut Vodka.
‘Ben je niet bang voor een inval van de veiligheidsdiensten?’ vraag ik verbaasd. ‘Nee joh’, Mohamed wuift met zijn hand. ‘Die weten precies wat we doen.’
‘Hoe bedoel je?’
‘We onderhouden heel goede banden met hen. Zolang we onze feestjes buiten het zicht houden, klaagt niemand.’ Hij grinnikt even. ‘Soms vraagt een agent mij persoonlijk of hij ook mag komen, je weet wel…’
‘Weten ze dat jullie nu in Barcelona zijn?’
‘Ze weten alles en hebben van ieder van ons een dossier. Ze doen er niets mee, je moet alleen voorkomen dat je een probleem wordt. Want dan kunnen ze het tegen je gebruiken. Nee, dan zullen ze het tegen je gebruiken.’
Dat laatste heeft Mohamed aan den lijve ondervonden. In de afgelopen twee maanden hebben de Egyptische veiligheidsdiensten compromitterende Facebookberichten aan zijn vader doorgespeeld. Mohamed gaat nu vergezeld van zijn vader verplicht naar een peperdure psychiater die hem van zijn ‘ziekte’ moet genezen. De psychiater heeft hormoontherapie voorgesteld. Ondertussen heeft Mohamed, die veel ervaring heeft als communicatieadviseur, al verschillende berichten ontvangen van een pr-agentschap gelinkt aan het presidentieel paleis met de vraag of hij de propagandamachine komt versterken. ‘Onbetaald natuurlijk.’
‘En anders?’
‘Lekken ze net zolang informatie uit mijn dossier tot de situatie met mijn familie echt onhoudbaar wordt.’
De repressie van het huidige regime begon pas echt na 22 september 2017, toen een groepje Egyptische jongeren regenboogvlaggen meenam naar een concert van de beruchte Libanese band Mashrou’ Leila in Caïro. Het was de eerste keer dat regenboogvlaggen in een publieke ruimte in Egypte werden getoond. Foto’s en filmpjes gingen viral op sociale media en werden prominent op Egyptische nieuwssites geplaatst. Verschillende hosts van goed bekeken talkshows riepen op tot actie tegen de lhbtiq-gemeenschap. De identiteit van verschillende vlaggenzwaaiers werd voor een miljoenenpubliek onthuld.
Het regime kwam in actie. Tussen 25 september en 30 november 2017 werden 84 personen gearresteerd, vooral ‘feminiene’ homo’s uit de lagere klassen, enkele openlijk lesbische meiden en verschillende trans-vrouwen. Velen moesten de zogeheten ‘flessentest’ ondergaan. Bij deze praktijk, die overal in de regio door agenten en veiligheidsdiensten wordt toegepast, moet de persoon op een fles plaatsnemen om zijn vermeende homoseksualiteit te ‘bewijzen’. Daarbij worden colaflessen gebruikt voor moslims en whiskyflessen voor ‘kafirs’. De meeste arrestanten waren binnen een maand vrij. Een jongen en meisje werden uiteindelijk drie maanden vastgehouden voordat ze op borgtocht vrij kwamen. Ze waren beschuldigd van het bedreigen van de staatsveiligheid, het zaaien van maatschappelijke onrust en het ondermijnen van de grondwet. Hierop staat een mogelijke gevangenisstraf van vijftien jaar. De arrestatiegolf was puur symboolpolitiek maar had grote gevolgen voor jonge lhbtiq’ers. Eén jongere pleegde na zijn vrijlating zelfmoord. Verschillende anderen deden daar pogingen toe.
Ironisch genoeg werd tv-presentator Mohamed al-Gheity tot één jaar gevangenisstraf en dwangarbeid veroordeeld voor het interviewen van een homoseksuele man. ‘Ze waren gewoon dom’, zegt Mohamed over het incident. ‘Ze hadden niet moeten provoceren. Daarbij was een groot aantal van hen sekswerkers.’ Hij somt namen van bekende Egyptenaren op die volgens hem homoseksueel zijn en van de overheid erebaantjes toegeschoven hebben gekregen in ruil voor het opgeven van hun politieke aspiraties. ‘We mogen bestaan, we zijn achter de schermen zelfs erg gewenst. Ze weten immers dat we chantabel zijn en ons daardoor koest zullen houden.’ Hij haalt zijn schouders op en gaat verder met zijn Grindr-gesprek. ‘Ik moet gaan’, zegt hij abrupt. ‘Sorry. Ik hoop dat je begrijpt dat ik het maximale uit mijn verblijf wil halen. Have fun!’ En weg is hij.

‘Ik heb gisterenavond voor het eerst in lange tijd seks gehad’, zegt Hussein tijdens het ontbijt. Hij mag van mij niet meer feesten zonder te eten.
‘Dat vind ik moeilijk te geloven’, merk ik op.
‘Voor mij telt iets alleen als seks als ik nuchter ben.’
‘En de rest dan?’
Hussein haalt z’n schouders op.
‘Ben je verliefd?’
‘Verliefd? Wat is dat? Ik ben nog nooit verliefd geweest. Dat heeft in deze wereld ook geen toekomst.’ Hussein slaat zijn espresso kordaat achterover. ‘Hoe koud is het eigenlijk in Zweden? En is het er echt zo donker? Misschien kan ik met hem trouwen.’
De club is gehuld in dikke rook. Het feest van die nacht heet Brutus, en daarmee is alles gezegd. Mannen lopen in leren harnassen rond. De techno is duister. Het is barstensvol. Gevaarlijk vol. Er wordt gerookt. Ik krijg nauwelijks adem. De gevolgen van dagenlang feesten en drugs beginnen zich op de gezichten af te tekenen. Was er op de vorige avonden al nauwelijks tot geen communicatie, nu maakt niemand meer oogcontact. Door een achterdeur komen zes halfnaakte vrouwen binnen. Hun leren harnassen onthullen hun tepels en vagina. ‘Wat doen die hier?’ vraag ik aan een Algerijn. ‘O, die zijn door de Saoedi’s besteld. Het huren van escorts verhoogd hun status en moet bewijzen dat ze niet homo zijn.’
Naast het podium liggen twee mensen op de grond. Medisch personeel probeert ze te reanimeren. Er worden elektrische schokken toegediend. Het ziet er niet goed uit. De muziek knalt even hard door. Woeste bewegingen. Telkens weer diezelfde bodypump. Ik weet Mohamed te overtuigen om te gaan.
Buiten is het een chaos. Lange rijen mannen staan voor de club. Er wordt gevochten. Illegalen proberen ons drank en drugs te verkopen. Dronken Britten kotsen in een publieke drinkfontein. Overal zie ik schaars geklede vrouwen. Gedrogeerd drentelen ze op de mannen af. Enkelen zakken midden op straat op hun knieën en beginnen mechanisch hun klanten af te werken. We worden nageroepen. ‘Fucking fags! Come here.’
‘We moeten gaan, nu.’ Mohamed duwt me een zijstraat in. Op een verlaten pleintje op de hoek van ons hotel nemen we plaats op een bankje. Mohamed opent zijn telefoon. ‘Kijk.’ Grindr. De locatie van de honderden online profielen geven exact dezelfde afstand. ‘Ze openen allemaal hun Grindr.’ Mohamed kijkt me met vochtige ogen aan. ‘Ze gebruiken xtc, dan ghb, maar dat is niet genoeg, dus komt er cocaïne bij en poppers en ketamine en dan openen ze Grindr omdat niemand weet hoe ze met elkaar moeten praten en dan doen ze het en nog een keer en nog een keer en aan het eind van de nacht weet niemand meer met wie hij wat gedaan heeft.’
‘Het kan anders’, zeg ik tegen hem terwijl ik zijn hand vastpak. ‘Dit is niet de enige manier om homo te zijn.’ Ik wil over relaties beginnen, en trouwen, maar slik de woorden haastig in.
‘O ja? Wij moeten alles vlug en stiekem doen. En voor zover er in liefde en commitment werd geloofd heeft die app alles kapotgemaakt. Waarom zou ik bij jou blijven als er zoveel anderen zijn en tegelijk niemand echt durft?’
Hij huilt. Er komen twee dronken vrouwen naast ons zitten. Ze beginnen me aan te raken. Ik deins terug. ‘Oh, you’re gay of course.’ Ik laat ze graag in de waan. ‘Everyone’s gay in this city. There are no customers left for us.’
Mohamed en ik staan tegelijk op en lopen zwijgend naar het hotel.
‘Wil je nog even praten?’ vraag ik als de lift stopt.
‘Nee’, zegt hij met een schuldbewuste blik. ‘Ik heb een date.’ Hij zwaait en stapt de lift uit.
Om privacy- en veiligheidsredenen zijn de namen van de betrokkenen in deze reportage gefingeerd