
Bewijzen ontbreken, cijfers worden verhaspeld en de pleidooien worden steeds warriger. De pogingen van Donald Trumps advocaten om via de rechter de grootste leugen van zijn presidentschap wit te wassen (‘Ik heb de verkiezingen gewonnen’) lopen consequent op niets uit. Yascha Mounk, toonaangevend populisme-expert, kijkt er geamuseerd naar. ‘Dit is de slechtst uitgevoerde couppoging denkbaar’, zegt hij. De kluchtige rechtbankscènes waarin Trumps advocaten beweren dat een internationale kongsi van socialisten de verkiezingen heeft vervalst, doen Mounk denken aan Bananas, een Woody Allen-film uit 1971 waarin een New Yorkse schlemiel betrokken raakt bij een staatsgreep in de fictieve bananenrepubliek San Marco. Tegelijk is Mounk bezorgd. ‘Het is wel degelijk een couppoging, begrijp me niet verkeerd. We hebben in Amerika te maken met een president die aan de macht probeert te blijven terwijl hij de verkiezingen heeft verloren.’
Nu Trumps aanval op de Amerikaanse democratie lijkt stuk te lopen en ook steeds meer Republikeinen zich openlijk neerleggen bij het verlies van hun president, is Yascha Mounk de ideale persoon om te vragen wat de afgelopen presidentsverkiezingen betekenen voor Amerika en de wereld daarbuiten. In 2018 verscheen zijn boek The People vs. Democracy: Why Our Freedom Is in Danger and How to Save It, dat een van de standaardwerken werd over de populistische revoltes van de afgelopen jaren. Volgens Mounk heeft een combinatie van stagnerende inkomens, vrees voor een multi-etnische samenleving en op hol geslagen digitale media kiezers bijzonder vatbaar gemaakt voor de verleidelijke vergezichten van autoritaire populisten. Mounk was een van de eersten om verbanden te leggen tussen populistische successen in Europa, de VS en Azië en om een oproep te doen aan de liberale democratie om terug te vechten tegen krachten die haar instituties ondergraven.
En nu lijkt de zwaarste rechts-populistische golf te zijn stuk geslagen, nota bene op een Democratische presidentskandidaat waarvan de verwachtingen, op z’n zachtst gezegd, laag waren. ‘Dit is de eerste veldslag die de liberale democratie wint op het populisme. En dat is een opluchting’, zegt Mounk op een terras in Washington D.C., waar de najaarszon nog net genoeg kracht heeft voor een ontmoeting buiten zonder klappertanden. Velen hadden wellicht gehoopt op een hardere afstraffing van het trumpisme, maar die verwachting was te hoog, meent Mounk. ‘Het jarenlang bestuderen van het populisme leert dat overwinningen meestal krap zijn. Dit is dan ook geen moment voor triomfantalisme. Figuren als Trump blijven een bedreiging voor de democratie vormen.’ Dat Trump een substantieel aantal stemmen haalde en zijn populariteit zelfs electoraal wist uit te breiden, maakt stellige conclusies nog lastiger. Wilde Amerika echt af van de man die, aldus Mounk, ‘de geschiedenisboeken zal ingaan als de meest ongeschikte president ooit’? Het is volgens hem een combinatie van toeval en wijsheid dat Trump een een-termijnpresident bleek te zijn. ‘De tragische afgelopen maanden legden een vergrootglas over de onverantwoordelijkheid en incompetentie van de regering-Trump’, zegt hij. ‘In januari 2020 had Trump campagne kunnen voeren met de beroemde vraag van Ronald Reagan: “Bent u nu beter af dan vier jaar geleden?” Het antwoord voor de meeste mensen was op dat moment “ja”. Een half jaar later was dat anders.’
Maar de Democraten hebben zeker ook gewonnen dankzij een juiste presidentskandidaat, daarvan is Mounk overtuigd. Joe Biden is volgens hem een kandidaat ‘die dicht bij zijn eigen principes en overtuigingen bleef’. ‘Biden besloot dat deze verkiezingen gingen over fatsoen en karakter’, aldus Mounk. ‘Hij verdedigde een visie op Amerika die progressiever is dan die van Trump, maar die ook heel traditioneel Amerikaans is. Tegen de verwachtingen in won hij daarmee de voorverkiezingen en daarna de verkiezingen en wist hij stemmers die in 2016 voor Trump gingen in groten getale te overtuigen. Dus die man die door de media werd afgeschreven als een anachronisme, voelde het huidige politieke moment beter aan dan de meeste politieke commentatoren.’
Dat huidige moment, meent Mounk, is er vooral een van vermoeidheid. ‘Amerika snakt naar een einde aan de verdeeldheid van de Trump-jaren’, zegt hij. ‘Een paar jaar geleden zei ik dat de Democraten het beste een presidentskandidaat naar voren konden schuiven die uitstraalde dat je op een maandagavond naar de bar kon gaan en het over sport kon hebben in plaats van over de president. Die bar zit er nu niet in, maar ik denk dat ik gelijk heb gekregen. Er was behoefte aan wederzijds begrip, niet aan een verre linkervleugel die de helft van het land wegzet als onverdraagzaam. Bernie Sanders beloofde revolutie, Elizabeth Warren evenaarde Trump in vechtlust. De Amerikanen wilden dat allemaal niet en kozen voor iemand die ze ’s nachts niet wakker houdt.’ Waarmee Mounk niet wil zeggen dat er geen harde materiële vraagstukken meespeelden. ‘Er is grote behoefte aan serieuze economische vooruitgang voor doorsnee mensen. Zie het succes van de referenda voor een verhoging van het minimumloon naar vijftien dollar per uur in verschillende staten.’
Daarmee bevat de uitkomst van de Amerikaanse presidentsverkiezingen ook een les voor andere democratieën. Joe Biden was een kandidaat die verbinding zocht. Zijn boodschap een president voor alle Amerikanen te willen te zijn, ook voor de meer dan zeventig miljoen die op Donald Trump stemden, is volgens Mounk een cruciale handreiking. ‘Het wordt in hoogopgeleide kringen nogal eens over het hoofd gezien, maar ons cultureel milieu wordt door velen ervaren als snobistisch, veroordelend en aanvallend. Alsof we onszelf beter achten dan onze medeburgers, uitgaan van het slechtste in de ander en ze willen straffen voor elke vergissing die ze maken. Er is geen betere manier om kiezers in de armen van autoritaire populisten te jagen dan die instelling.’ Biden weerstaat die verleiding, meent Mounk. ‘Hij bedrijft een vorm van politiek die trouw blijft aan democratische waarden als fatsoen en tolerantie, zonder een oordeel te vellen over kiezers die een andere mening zijn toegedaan dan hij. Het gaat in een democratie om overtuigen, niet om afstraffen. Natuurlijk kunnen we populistische partijen luid en duidelijk veroordelen, maar tegelijk moet je blijven geloven dat hun achterban gewonnen kan worden voor de democratie.’
Trump zal zijn harde kern aan fans behouden, maar misschien heeft de wereld zich te veel blind gestaard op de schrille politiek van de Trump-rally, oppert Mounk. ‘Hoeveel Amerikanen zijn daar nu naartoe gegaan? Als ik het heb over het belang van overtuigen boven oordelen, gaat het in eerste instantie om de grote groepen die niet bovenmatig geïnteresseerd zijn in politiek, die oog hebben voor Trumps tekortkomingen en die niet alles leuk vinden wat hij doet, maar die ook weinig vertrouwen hebben in het alternatief, waardoor ze alsnog op hem stemmen.’

Mounk richtte onlangs een online-tijdschrift op, Persuasion, waarmee hij dat ethos in de praktijk wil brengen. Hij zoekt naar auteurs die liberaal-democratische overtuigingen uitdragen zonder die op te hangen aan de vermeende tekortkomingen van de politieke ander. ‘Overeenstemming is geen noodzakelijke voorwaarde voor respect’, zegt Mounk. ‘Tolerantie betekent niet dat iedereen dezelfde keuzes moet maken. Het is mogelijk het ten diepste met elkaar oneens te zijn, maar de ander wel te zien als gelijkwaardig.’
Tegelijk geeft Mounk toe dat het lastig is. Als Trump de sloopkogel van de Amerikaanse democratie is, zijn zijn kiezers dan niet gewoon medeplichtig aan de vernieling van de democratie? ‘Het is verleidelijk om te denken in dit soort tegenstellingen van goed en kwaad’, zegt hij, ‘maar het is verkeerd om zo naar onze medeburgers te kijken. Er zijn kiezers die in 2008 en 2012 op Barack Obama stemden en in 2016 op Donald Trump. Zijn dat diep morele mensen die eerst twee keer meededen aan een groots moment in de Amerikaanse geschiedenis, om goede redenen, en daarna bijdroegen aan een van de meest beschamende momenten, vanwege kwade motivaties? Nee, het zijn complexe individuen met goede kanten én tekortkomingen. In een democratie gaat het niet om goed of fout zijn, wat mij betreft gaat het erom anderen ervan te overtuigen om meer op politici als Obama te stemmen en minder op politici als Trump.’
De vraag of zich in Amerika zoiets heeft geopenbaard als politiek kwaad, roept bij Mounk herinneringen op aan zijn jeugd in Duitsland (hij schreef er een boek over: Stranger in My Own Country: A Jewish Family in Modern Germany). ‘Ik ben van Duits-joodse afkomst. Toen ik opgroeide was het duidelijk dat Konrad Adenauer (de eerste kanselier van de Bondsrepubliek Duitsland – ct) eerder naar de hel dan naar hemel zou gaan omdat zijn stafchef een ex-nazi was. Hoe langer ik daarover nadacht, hoe minder zeker ik daarvan werd. Er waren zoveel Duitsers die een aandeel hadden in wat zonder meer het kwaad was, maar de democratie zou nooit gewerkt hebben als iedereen daarvoor verantwoordelijk was gehouden. Adenauer bood mensen een ontsnappingsroute door te doen alsof ze altijd democraten waren geweest en daarom konden terugkeren op verantwoordelijke posten. Dit was waarschijnlijk nodig om de Duitse democratie te laten slagen. Ik voel me daar diep ongemakkelijk over, het is moreel ambigu, maar ik ben blij dat Duitsland een liberale democratie is geworden.’
Mounk wil hiermee niet een parallel trekken tussen de afgelopen jaren in Amerika en het Derde Rijk, of tussen Trump en Hitler. ‘Autoritair populisme is iets wezenlijk anders dan fascisme’, zegt hij. ‘Maar we moeten ons nu in Amerika (Mounk is sinds twee jaar Amerikaans staatsburger – ct) wel afvragen: blijven we praten over waarom zoveel mensen in 2016 en 2020 op Trump stemden, of gaan we uitzoeken wat we kunnen doen om een toekomst te vinden die minder trumpistisch is? Ik voorkom liever dat Trump-junior de volgende president wordt dan dat ik anderen de les ga lezen.’
En ook zonder vingerwijzen zal Trumps beweging richting de coulissen grote gevolgen hebben voor de politiek, in de VS en daarbuiten. ‘Europese rechts-populisten zijn nu hun poolster kwijt’, zegt Mounk. ‘Trump gaf populisten wereldwijd het gevoel dat ze de toekomst waren. Dat verhaal is nu een stuk minder plausibel. Aan landen als Hongarije en Polen gaf Trump de boodschap af dat je democratische instituties kunt aanvallen zonder dat het je de vriendschap met de VS kost, en dat je zelfs ondersteunende tweets van ambassadeurs krijgt of uitnodigingen voor het Witte Huis. Veel burgers in die landen zijn Amerika-gezind en zullen beseffen dat ze een minder goede samenwerking met de VS kunnen verwachten als ze blijven wegdrijven van de democratie.’
Welke politiek dan wel de toekomst heeft, vindt Mounk moeilijk te voorspellen, maar hij acht het mogelijk dat er een periode van kalmte en depolitisering aanbreekt, zoals de jaren tachtig volgden op de roerige jaren zestig en zeventig. ‘Tegelijk, als de machinerie van de polarisatie eenmaal in gang is gezet, laat die zich niet zomaar stoppen.’ Wel bleken de instituties in de VS net iets sterker dan de verdeeldheid. De Republikeinse Partij heeft een ‘ernstig geval van een politiek Stockholm-syndroom getoond’, aldus Mounk, maar de rechtbanken en staatsbesturen hebben een grens getrokken. In wezen zijn de VS gered door het federalisme. ‘Er was niet een centrale kiesraad waar Trump loyalisten kon benoemen.’
Waren de waarschuwingen voor de ondergang van de democratie in Amerika dan te alarmistisch? Yascha Mounk aarzelt. ‘Bedenk hoe snel de consensus is veranderd’, zegt hij. ‘Kort voor 2016 dacht iedereen nog dat de democratie immuun was geworden voor het gevaar van ontmanteling. Bovendien, de VS hebben nu misschien even respijt, in veel andere landen gaat de aantasting van de democratie door.’ Wel is Mounk ervan overtuigd dat op de lange duur de democratie aantrekkelijker zal blijven dan haar alternatieven. ‘Maar het is een lange oorlog. Een belangrijke strijd is gestreden, maar het is verre van voorbij.’