Tegen sommige tentoonstellingen kun je behoorlijk opzien, omdat hedendaagse curatoren graag complete kunstfilosofische bolwerken optrekken, opgemetseld uit traktaten die even radicaal als onleesbaar zijn vormgegeven. Groene letters op zwarte pagina’s, dat werk. En de auteur moet uit voormalig Joegoslavië komen, anders telt-ie niet mee.
Toegankelijkheid is verdacht. Dat is een hardnekkig verschijnsel. Peter Schjeldahl, criticus van The New Yorker, schreef deze week over het retrospectief van Jeff Wall in MoMA. Heel aantrekkelijke kunst, denkt Schjeldahl, maar nee, dat ziet hij verkeerd. Hij citeert de curator: ‘Een serieuze student van zijn kunst heeft een grote stapel huiswerk voor de boeg.’ ‘Semiotische dichtheid’ blijkt Walls werk te bepalen; de aantrekkelijkheid is bijzaak.
Schjeldahl verzucht: ‘Vroeger, toen iedereen dronken was van theorieën, werd elke vorm van esthetisch genoegen gezien als een manoeuvre van “laat-kapitalistische” ideologie, of van een of andere kwaadwillende sociale macht – je wist nooit precies wie de vijand was. Kunstenaars waren verplicht duidelijk te laten zien dat ze zich daarvan bewust waren. Als de kritische paranoia het visuele genoegen, of de verbeelding, vergiftigde, dan was dat helaas onvermijdelijk: de prijs van een verlicht bewustzijn. Daaruit volgde een heleboel beweerderige en arrogante kunst – die van Jeff Wall incluis.’
Zo’n ideologische borstwering kan de kunst behoorlijk in de weg zitten. Ik zag twee jaar geleden in Witte de With Lezing met actrice (1997) van Barbara Visser, en ik begreep er niet zoveel van. Dat kwam vooral, dacht ik, door de clusterbom aan teksten die erbij tot ontploffing was gebracht. Het werk werd aan het zicht onttrokken. Ik haakte af. En ging met lood in de schoenen naar De Paviljoens in Almere, voor Barbara Vissers overzichtstentoonstelling.

Le Monde appartient. Courtesy Annet Gelink Gallery/ Villa Arson, Nice
Voor de goede orde: Barbara Visser is een succesvol kunstenaar met een bloeiende nationale en internationale agenda. Vertaalde werken/Translated Works is een overzicht van haar werk, maar niet van haar ‘werken’, want die zijn vooral gebonden aan een specifieke context – situaties, acts, performances, toneelstukjes, verkleedpartijen en (hip woord) interventies. Soms gefotografeerd, soms op video vastgelegd, maar meestal niet, kortom: je kúnt ze eigenlijk niet echt tentoonstellen. Dat paradoxale gegeven bracht Visser ertoe de hele tentoonstelling dan maar te wijden aan de dubbele bodems van ‘tentoonstellen’. De introductietekst is opzettelijk in slecht Engels vertaald. De kunstwerken zijn ‘vertaald’ naar tentoonstelbare dingen. Van grotere performances hangen alleen foto’s aan de muur. Wat u ziet is dus niet echt. Dit is geen pijp.
Je zou Visser kunnen scharen in de vrolijke traditie van Dada en Wim T. Schippers, mensen die hun publiek ontvangen in de toiletten van het theater, limonade in zee gooien, een wandeling door de stad maken en zich afvragen of die pijp wel echt een pijp is. Er zit een onopgesmukt enthousiasme in haar werk. Zo was Visser in Vilnius, voor de opening van een tentoonstelling. De lokale Litouwse soapserie Gimines, waarvan de opnamen vaak op gewone locaties plaatsvonden, werd door haar uitgenodigd om die opening te gebruiken. Visser werd ‘dr. Barbora Visser’, de echtgenote van de dokter in de soap. Ze speelde een internationaal kunstenares op haar eigen opening. Werkelijkheid en fictie liepen onnavolgbaar in elkaar over.

A Day in Holland/ Holland in a Day, 2001. Courtesy Annet Gelink Gallery, Stroom HCBK
Vissers ‘werken’ zijn dus montere, intelligente, aanstekelijke, duidelijk uitgevoerde kanttekeningen bij de realiteit, interventies in de visuele werkelijkheid van alledag, vraagtekens bij wat wij allemaal als vanzelfsprekend aannemen. Als je ze naturel benadert, en ze alleen ziet voor wat ze zijn, dan blijken ze verrassend toegankelijk en begrijpelijk – en eigenlijk zonder uitzondering zeer goed. Zestien portretten van Barbara Visser, door verschillende straatartiesten. Dertig foto’s van jonge vrouwen die voor haar zusje werden aangezien, en kennelijk op haar lijken. Een portret van het echte wassen beeld van Boris Becker. Een foto van een lichaam op een zonnig strand: badgast of dode bootvluchteling? Dia’s van verlaten appartementen in de Bijlmer. Nederlandse acteurs, verkleed en geschminkt als Japanse toeristen in Holland Village, Nagasaki. Echte nep in Nepland. Alle Kretenzers zijn leugenaars. Of iets echt is, en waar gebeurd, of niet, daar kan Visser schier eindeloos mee spelen, zonder er verschrikkelijk ingewikkeld over te doen.
Die ongecompliceerde aanpak komt in de architectuur van de Almeerse Paviljoens uitstekend tot zijn recht. Die Paviljoens, overigens, worden in hun bestaan bedreigd. De begroting moet met 45 procent gekort. Kunst in Almere moet, zo zei een bestuurder, ‘maar even op de waakvlam’ – alsof je tegen een boer zegt dat hij maar even een jaartje niet moet melken, zaaien of oogsten. De Paviljoens heeft een sterke reputatie, groeiende bezoekersaantallen en een zeer bescheiden budget. Elke behoorlijke stad in Nederland spant zich in om zijn culturele profiel op niveau te brengen. Almere niet. Het is een merkwaardige veronachtzaming van opgebouwde goodwill, expertise, netwerk – en kapitaal
Vertaalde werken/Translated Works; Barbara Visser 1990-2006, De Paviljoens, Almere.
_Het werk van Barbara Visser is ook te zien in de Group Show: Construction Time Again
Lisson Gallery, Londen, t/m 4 mei 2007.
www.lissongallery.com
Peter Schjeldahl, Flashes of Light: Jeff Wall’s Pictures. The New Yorker, 5 maart 2007
www.moma.com_ Voor de online tentoonstelling klik hier:
http://moma.org/exhibitions/2007/jeffwall/