
Parijs – Op de avond van de moordpartij bij het weekblad Charlie Hebdo plaatst de Franse rapper Médine een verklaring op zijn Facebook-pagina. ‘Vanzelfsprekend veroordeel ik deze actie ten scherpste’, lezen zijn bijna zeshonderdduizend fans. ‘Nimmer zullen vulgariteit en barbarij onderdeel zijn van mijn ethiek of geduld worden als antwoord op welke frustratie dan ook.’ Hij benadrukt dat zijn werk juist in de satirische traditie van Charlie Hebdo staat en dat overdrijvingen nodig zijn om absurditeiten en contradicties in de samenleving bloot te leggen.
Médine is bepaald niet de enige Franse rapper die zich genoopt voelde te reageren in de nasleep van de aanslagen in Parijs. Nekfeu, Disiz, Kery James, allemaal spraken ze hun afschuw uit. Maar de snelheid en uitvoerigheid van de reacties verraadt ongemakkelijkheid. Vrezen de rappers dat de woede over de moordpartij zich tegen hen keert? Allemaal hebben ze harde en ophitsende taal gebezigd in het verleden. Neem Nekfeu. ‘Op de brandstapel met die honden van Charlie’, zong hij twee jaar terug nog. Nu zegt hij spijt te hebben van zijn punchline – een verwijzing naar de mokerslag die de tegenstander in een bokswedstrijd knock-out op het canvas doet belanden.
Zo bont als Nekfeu maakte Médine het niet. Maar wie op YouTube zijn nieuwe clip Don’t Laïk bekijkt, begrijpt wel waarom hij met tekst en uitleg kwam. Don’t Laïk (Laïk is een samentrekking van het Engelse like en het Franse laïc) werd enkele dagen voor de aanslagen in Parijs gelanceerd en was onmiddellijk een enorme hit. In de traditie van de Amerikaanse gangsterrap zien we nors kijkende homies, vrijwel allemaal van Arabische of Sub-Saharische origine. ‘Islamo-caillera’ noemen ze zich in de straattaal van de banlieue: moslimgeteisem. Te midden van hen zien we Médine met zijn vuisten maaien. Het ziet er, zacht gezegd, intimiderend uit. Ook de teksten liegen er niet om. Médine stelt de zogeheten ‘laïcards’, zij die de laïcité – het principe dat de scheiding tussen kerk en staat in Frankrijk regelt – voor oneigenlijke doelen inzetten niet minder dan een kruisiging in het vooruitzicht. ‘Als op Golgotha.’ Of: ‘Als ik je in mijn dromen kapotschiet, bied ik excuses aan bij het ontwaken.’ Of: ‘Wanneer ik de sharia toepas, kunnen dieven wel zwaaien naar hun handjes.’
Halverwege de videoclip komt een roomblank meisje in beeld met een frygische muts, een allegorie voor Marianne, symbool van vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Ze zet een mes in een taart met daarop in zwarte letters het woord ‘halal’ geschreven. Wellustig brengt ze even later een taartpunt in de kleuren van de Franse vlag naar de mond. Op het einde wordt ze onderworpen aan een duiveluitbanning, langgerekte kreten stijgen op. ‘Ik vraag het u voor het laatst, o demonen’, rapt Médine. ‘Ik jaag u uit dit lichaam weg en verban u voor eeuwig.’ ‘Satan, verdwijn!’
Rapmuziek heeft in Frankrijk altijd een megafoon van de banlieue willen zijn. Maar de opruiende teksten, met soms zelfs doodsbedreigingen, werden niet altijd op prijs gesteld. Deuren die aanvankelijk nog welwillend waren geopend vielen dicht toen de teksten scherper werden. Niet zelden was verdere radicalisering het gevolg. Médine geldt als een positieve uitzondering. Tenminste, als je iemand die zegt te opereren in de traditie van de militante Black Panthers zo kunt noemen. ‘De situatie van Franse moslims is vergelijkbaar met die van zwarten destijds in de VS’, stelde hij eens in een interview. ‘Wie zijn geloof wil belijden riskeert sociale uitsluiting.’
Samen met een bekende Franse politicoloog schreef hij een boek: Don’t Panik, waarmee hij de vooroordelen wilde ‘opblazen’ die er rond de moslimidentiteit bestaan. Met een gelijknamige organisatie strijdt hij tegen discriminatie. Maar goede werken noch begeleidende verklaringen konden verhinderen dat er na het in omloop brengen van Don’t Laïk een storm van verontwaardiging opstak.
‘Wanneer Médine rapt: “geen laïcité voor mij, ik heb genoeg aan Allah”, dan stelt hij met zoveel woorden dat Frankrijk en zijn wetten naar de hel kunnen lopen’, briest Alain Finkielkraut wanneer ik hem in Parijs opzoek in zijn woning in het chique zesde arrondissement. Ik vroeg de bekende essayist en filosoof of hij bereid was Médine’s rap van commentaar te voorzien. Met enige tegenzin duikt de auteur van L’identité malheureuse in de papierwinkel op zijn bureau. ‘De polygame verdient beter dan “vriend” Strauss-Kahn’, klinkt het even later (Strauss-Kahn verwijst hier naar Dominique Strauss-Kahn, de voormalige baas van het imf en diens seksuele vraatzucht). En: ‘Moslimgeteisem, dit is mijn gebed van de straat.’ En: ‘Marianne is een Femen, met “Fuck God” op haar borsten getatoeëerd.’
Geërgerd legt Finkielkraut de tekst weg. ‘Een paar jaar geleden schreef Médine een boek, Don’t Panik, bedoeld om bezorgde mensen als ikzelf gerust te stellen. Zeker, hij had wel eens een foute opmerking gemaakt, maar hij was rustiger geworden, en gematigder. Tegelijk protesteerde hij tegen de angst voor de islam in de Franse samenleving. En kijk nu eens! Hij verspreidt een lied, als je dat tenminste zo mag noemen, van een extreme verbale gewelddadigheid, waarin hij stelt dat hij, als moslim, de Franse wet niet wenst te respecteren. Deze rap is onthullend, want het zegt iets over de bereidheid van sommigen om een culturele oorlog uit naam van de islam te beginnen. In Europa tegen Europa en in Frankrijk tegen Frankrijk. Dat betreft de salafisten en tot in zijn beeldtaal werpt Médine zich als hun leider op.’
Wanneer ik Médine een dag later opzoek in zijn woonplaats Le Havre blijkt juist hoezeer hij een spel speelt met symboliek. In Don’t Laïk gaat Médine door voor een islamogangster met een baard à la Bin Laden. Maar in Le Havre tref ik hem aan in een kapperszaak die evengoed in Williamsburg, New York, had kunnen staan – het toppunt van hipsterdom. De Beasty Boys knallen uit de speakers, in de kappersstoel laat Médine zijn baard bijpunten door een tot in zijn nek getatoeëerde kapper met armen als staalkabels.
‘Don’t Laïk is satire’, benadrukt Médine. ‘Het maakt een karikatuur van diegenen die het principe van de laïcité gebruiken als wapen.’ Laïcité verwijst naar het moeizame compromis dat werd bereikt tussen de katholieke kerk en de Republiek en dat werd neergelegd in de ‘Loi de 1905’, de wet die de scheiding tussen kerk en staat in Frankrijk regelt. ‘Er is het principe én de manier waarop bepaalde politici, intellectuelen en journalisten de laïcité aanwenden om een bepaalde bevolkingsgroep dwars te zitten, in het bijzonder moslims.’ In een begeleidende tekst op YouTube maakt Médine onderscheid tussen laïcité en laïcisme – het oneigenlijk gebruik van laïcité. Hij wijst op de burgemeester van het stadje Wissous die afgelopen zomer een bordje bij de ingang van een stadsstrandje ophing met de aankondiging dat ‘de principes van de laïcité’ zouden worden gehandhaafd. ‘Toen er zich drie jonge moeders met hun kinderen meldden werden ze weggestuurd omdat ze een hoofddoek droegen. Dát bedoel ik met laïcisme.’

‘Iemand die zich moslim noemt en Don’t Laïk zegt, zegt in feite: “Ik wil die hele laïcité niet”’, riposteert Finkielkraut. ‘Die zegt: “Wat ik wil is de onderwerping van de islam”, terwijl het er juist om gaat de islam in overeenstemming te brengen met de wetten van de Republiek.’
‘Wanneer Alain Finkielkraut zegt dat ik de laïcité niet wens te respecteren is dat zijn interpretatie’, kaatst de rapper terug. ‘Hij maakt op zijn beurt een karikatuur van mij!’
Volgens de filosoof moeten Franse moslims gewoon niet zulke lange tenen hebben. ‘De katholieken hebben het destijds veel harder voor hun kiezen gekregen’, zegt hij. ‘Het katholicisme ging door voor autoritair en reactionair, terwijl men voor de islam, omdat het de religie van sociaal kwetsbare groepen is, eigenlijk nog heel mild is. Sterker: die wordt met alle egards behandeld.’
Finkielkrauts onverbiddelijkheid vis-à-vis de islam heeft een diepere grond. In zijn veelbesproken L’identité malheureuse (2013) constateert hij tot zijn spijt dat Frankrijk een vergaarbak van identiteiten is geworden. De obsessie met de Ander resulteerde in de verwaarlozing van de eigen, nationale identiteit, in die mate zelfs dat begrip voor deze Ander uiteindelijk tot een substituut-identiteit verwerd. Daarmee schetste Finkielkraut in feite het conceptuele kader voor Soumission, de onlangs verschenen roman van Michel Houellebecq. Hierin krijgt Frankrijk te maken met een moslimpresident die er zonder al te veel problemen in slaagt een milde vorm van de sharia in te voeren. Wellicht verklaart het ook waarom Finkielkraut zo geroerd was door de ‘republikeinse mars’ van zondag 11 januari, die vier miljoen mensen op de been bracht. ‘Voor het eerst sinds de Bevrijding waren die mensen daar niet alleen als volk, maar ook als natie. We hoorden de Marseillaise, en dat niet alleen de Republiek, maar ook Frankrijk niet onderhandelbaar was.’ Alsof de Fransen plotseling iets van hun teloorgegane nationale identiteit hernamen.
‘Maar waar was de banlieue?’ klinkt het uit Le Havre. ‘Waar waren de jongeren uit de probleembuurten? Die waren niet naar Place de la République gekomen, die voelden zich geen “Charlie”.’ Médine wijst op sociale uitsluitingsmechanismen en economische onzekerheid waarmee jongeren in de banlieues te maken hebben. ‘Zulke jongens hebben een eigen psychologie, die moet je op een heel andere manier aanspreken.’ Zelf protesteerde Médine wel, maar hij deed dat in zijn thuisstad, de avond van de elfde. ‘Ik merkte direct dat er werd geprobeerd om politiek profijt uit die Parijse mars te trekken. Daar paste ik voor.’
‘Mijn zorg was dat de republikeinse mars veel minder kleurrijk was dan het volksfeest dat na de overwinning van het Franse voetbalelftal tijdens de finale van het WK in 1998 losbarstte’, zegt Finkielkraut in Parijs. ‘De banlieue heeft het deze keer laten afweten.’ Volgens de filosoof verklaart de rap van Médine veel van die afwezigheid. ‘Médine zegt: “Wij hebben niets met Charlie en ook niet met de verdediging van de laïcité omdat wij die opvatten als een aanval op de islam.”’
Intussen maakt de rapper zich op voor zijn punchline. ‘Ik ben Charlie in de zin dat ook ik een karikaturist ben, satire bedrijf tegen hen die de laïcité voor oneigenlijke doeleinden inzetten. Jammer vind ik hooguit dat niemand voor míjn vrijheid van meningsuiting de straat op is gegaan. Zoals je zag besluit ik Don’t Laïk met de uitdrijving van de demonen die het lichaam van dit 110 jaar oude meisje in bezit hebben genomen. Het zou zomaar kunnen dat Alain Finkielkraut zich onder hen bevindt.’
Beeld: (1) Médine (2) Médine en Marianne uit Don’t Laïk (Twitter)