
‘Laat ze niet zien dat je gelukkig bent’, fluistert de moeder van de Amerikaanse journalist en schrijver Lisa Taddeo dramatisch op haar sterfbed. Wie, vraagt Taddeo, hongerig. ‘Iedereen. Vooral andere vrouwen.’ Ze zullen proberen je kapot te maken. Het is een teleurstellend finale-advies van de vrouw van wie ze het meest had willen leren. Nu, na haar dood, vraagt Taddeo zich nog steeds af wie haar ingetogen moeder eigenlijk was. En vooral waar haar seksualiteit uit bestond. ‘Soms leek het alsof ze geen verlangens had. Alsof haar seksualiteit slechts een spoor in het bos was, van het ongemarkeerde type dat gevormd wordt door laarzen die hoog gras vertrappen. En die laarzen waren van mijn vader.’
Je moeders seksualiteit willen begrijpen: een hoge inzet voor een boek. Maar Taddeo wil meer. In navolging van Thy Neighbor’s Wife, het literaire non-fictiewerk van Gay Talese dat in 1980 verscheen en over het seksleven van ‘normale’ Amerikanen ging, denk swingers en Playboy bunnies, wil Taddeo met haar recent uitgebrachte Drie vrouwen ook iets over dé seksualiteit in Amerika zeggen.
Acht jaar geleden begon ze met het interviewen van vele Amerikanen; man, vrouw, homo, hetero, zwart, wit.
De verhalen van mannen eindigden in het hortende ritme van een orgasme, schrijft ze in haar voorwoord, hun orgasmes doofden het vuur – terwijl het voor vrouwen daar pas begon. De vrouwelijke kanten van het spel, schrijft Taddeo, kwamen voor haar symbool te staan voor hoe verlangen er in de VS uitziet: de complexiteit, schoonheid en het geweld.
Acht jaar lang bestudeerde Taddeo nauwkeurig drie witte, overwegend heteroseksuele vrouwen. Ze interviewde hen, ging mee naar rechtszaken, bezocht alle locaties uit hun verhalen. Ze woonde zelfs een tijdje in de ‘gehuchten’ van twee van haar studieobjecten, die een grote invloed lijken te hebben op de verhaallijnen van de vrouwen: ‘Revoluties doen er lang over om plekken te bereiken waar mensen meer recepten uit Country Living met elkaar delen dan artikelen over het beëindigen van de onderwerping van vrouwen.’
Zo droomt de slimme, vlotte Maggie als puber om North Dakota en haar alcoholistische ouders te ontvluchten. Ze wil naar de universiteit, professioneel voetballen. Als Taddeo haar begint te volgen, ze is dan 23 jaar, is van die droom niks meer over. Haar leven staat al een paar jaar stil, ze is depressief, haar vader heeft zelfmoord gepleegd, elk jaar wordt ze dikker. Ze verlangt nog vurig naar haar getrouwde leraar Engels van vroeger, met wie ze tijdens haar middelbare-schooltijd een affaire had. Hij stopte gele post-its in haar lievelingsboek Twilight, belde ’s nachts urenlang met haar. Op een avond nam hij haar mee naar zijn afgewerkte kelder om een film te kijken, ze kusten, zeiden ‘Ik hou van je’, maar toen zij zijn riem wilde openmaken, weigerde hij. Hij wilde wachten tot ze achttien was. Geen geslachtsgemeenschap dus, wel orale seks. Volgens haar verklaring dan – in de rechtszaak die ze tegen hem begonnen is. Volgens hem, inmiddels verkozen tot Leraar van het Jaar van de staat North Dakota, niet. Ze heeft het verzonnen. Hij wilde het meisje alleen maar helpen.
Ook Lina, een huidhongerige huisvrouw in de dertig die van ‘grote pikken’ houdt ondanks haar katholieke geloof, zit vast – in een duffe buitenwijk van Indiana. Háár grootste droom als puber is een vriendje, ‘want Lina weet dat als ze alleen maar deze ene jongen kan krijgen die zo perfect is, al het andere wel goed komt. Zelfs dat ze niet lekker is.’ Inmiddels is ze getrouwd, maar haar man begeert haar al jaren niet meer. Dan komt ze haar eerste vriendje weer tegen, met wie ze verkering had voordat ze door drie jongens van school werd verkracht, voordat de hele school haar als ‘slet’ bestempelde en hij het uitmaakte. De affaire die op hun ontmoeting volgt, slokt Lina’s hele leven op. En dat is dan nog zacht uitgedrukt. ‘Elke keer dat ze hem ziet weet ze zeker dat het de laatste keer zal zijn, dus lijdt ze de hele tijd. Hoewel ze plezier zou moeten hebben, overheerst het gevoel dat ze langzaam en in stilte sterft.’
Het derde personage – de slanke en beeldschone Sloane die zich heeft voorgenomen ‘onverstoorbaar’ te leven – is een ander type: een veertiger naar wie op het eerste gezicht wél geluisterd wordt, die wél gezien wordt. Ze komt uit een goede, New Yorkse familie en toch is ze een ‘vat vol tegenstrijdigheden, zoals alle subversieve meisjes met rijke, coole papa’s en frisse, met sjaals behangen moeders’ zijn. Sloane runt samen met haar man, een chefkok, een restaurant op het ‘s zomers toeristische maar ‘s winters verlaten Rhode Island. En ze laat haar man toekijken als ze seks met andere mannen heeft, via filmpjes op haar telefoon of in het echt. Maar sinds #MeToo vraagt Sloane zich af voor wie ze die seks eigenlijk heeft. Omdat ze dit zelf verlangt, om begeerd te worden door andere mannen, of is het toch een gecontroleerde manier, zoals ze ook haar slanke lijf beteugelt met diëten en sport, om haar man te pleasen?
Wat de vrouwen gemeen hebben is dat ze worden buitengesloten door hun gemeenschap. Ze hebben eigenlijk geen hechte verbindingen buiten romantische en seksuele relaties. Het eiland roddelt over Sloane en als uitkomt dat ze seks heeft met een andere kok, moet zij ‘sorry’ zeggen tegen zijn vrouw, niet haar man. De vriendinnen van Lina vinden dat ze niet zoveel moet willen. Ze heeft toch een huis, echtgenoot en twee gezonde kinderen? En niemand gelooft Maggie tijdens de rechtszaak: waarom zou de Leraar van het Jaar met zijn perfecte gezinnetje met háár, de slet, ‘de lelijkste trut ooit’, willen gaan?
Het boek leest weg als een smeuïge Amerikaanse televisieserie, netjes om de beurt lees je in elk hoofdstuk over een van de vrouwen. Lekker vanwege de opbouwende spanning, en toch niet helemaal onverantwoord vanwege de gelaagdheid van de personages. Soms omschrijft Taddeo haar vrouwen treffend – vooral de zogenaamde perfecties van Sloane zijn raak: ‘ze gebruikte altijd de volmaakte hoeveelheid van elke drug. Soms hield de volmaakte hoeveelheid in dat je te veel gebruikte’ – maar soms schiet ze wat door in het literaire, met vreemde vergelijkingen (‘De situatie met Wes loste zich op zoals een kogel in de hersenen een tumor oplost’) en het show don’t tell-principe, terwijl haar boodschap duidelijk genoeg is.
De voorbeelden van die boodschap stapelen zich op. Bijvoorbeeld als Taddeo de zoveelste rechtszaak waarin Maggie door de tegenpartij klein wordt gemaakt minutieus beschrijft. Of als ze nog een keer empathisch schetst hoe Lina wéér direct het gas uitzet, haar kinderen bij een buurvrouw dropt, een uur naar een toeristische waterval rijdt en haar high-schoollover pijpt op een manier tussen bewust onderdanig en bewust dominant, zodra hij haar ‘wat ben je aan het doen?’ appt. De boodschap van Taddeo zit onder die voorbeelden verborgen: verlangen vrouwen echt nog zo ziekelijk? Hun verlangen duwt alles in hun leven opzij. Zoek een baan, denk ik steeds tijdens het lezen, ga worsten verkopen bij de Hema, taalles geven aan vluchtelingen (als die in Indiana zitten).
De vrouwen lijken zelf niet te zien dat hun begeerte over iets groters dan een man of orgasme gaat. Ze zouden hun object van verlangen, die mannen, nog het liefst willen opvreten, met huid en haar – een patroon waar de Belgische filosoof en schrijver Patricia De Martelaere ook over schreef in het essay Een verlangen naar ontroostbaarheid. Dat willen opvreten is een methode, schreef zij, om de mogelijke pijn van het eventuele verlies voor te zijn. Het is lijden uit voorzorg, om het andere lijden – eenzaamheid, een gevoel van onveiligheid – niet te hoeven voelen. De drie vrouwen lijken uit voorzorg te verlangen naar mannen, om een grootser verlangen maar niet te voelen.
Of zijn die twee meer met elkaar verbonden dan op het eerste gezicht lijkt? In een podcast die terugkijkt op het succes van Sex and the City – een serie die net als Drie vrouwen over hét seksleven van vrouwen ging – zegt Sarah Jessica Parker, die het hoofdpersonage Carrie Bradshaw speelde, dat ze het nu zoveel jaar later eindelijk begreep. Carrie wilde niet per se mét Mr. Big zijn (voor de onwetenden: Mr. Big is zoals de naam al doet vermoeden de ultieme man naar wie Carrie zes seizoenen en twee films verlangt, zelfs als ze wel samen zijn) nee, ze wilde hém zijn. Beheerst, invloedrijk, zelfverzekerd. Door met hem te zijn, krijgt ze zijn goedkeuring (en die van de wereld) en voelt ze zich een beetje zoals hij.
Taddeo neigt ernaar om de verlangens van haar vrouwen enkel psychologisch te verklaren. Zie maar, lijkt ze te zeggen met haar gedetailleerde en grondige beschrijvingen van hun familiaire levens, de verlangens van vrouwen worden bepaald in hun persoonlijke verleden. Een broer die wilde rotzooien. Een vader die nooit keek. Een moeder die je op dieet stuurde op je achtste. Alcoholverslaafde ouders. Seksueel misbruik en sociale buitensluiting. ‘Zoveel van de angsten over begeerte’, schrijft ze tegen het einde, ‘lijken dingen te zijn die we jaren geleden hadden moeten overwinnen.’
Maar hiermee doet ze haar eigen werk te kort. Het bijzondere aan dit journalistieke project is dat Taddeo inzoomt op de verlangens van de vrouwen, maar indirect sociale structuren uit de Amerikaanse samenleving toont. Dit is niet hoe vrouwen verlangen, dit is hoe een monogame, heteroseksuele cultuur vrouwen pusht naar mannen te verlangen.
Want wat deze drie vrouwen vooral gemeen hebben is dat ze lijden onder het idee dat één persoon hun verlossing komt brengen. Dat hun verlangen op één iemand gericht moet zijn. Zelfs Sloane, die het weleens met andere mannen doet, denkt dat alleen absolute versmelting met haar man het ultieme is. ‘Ze weet dat er uiteindelijk, afgezien van de gezondheid van hun gezin en dierbaarste vrienden, niets belangrijker is dan het feit dat ze boven alle anderen haar man wil, en hij haar wil boven al het andere.’ Met een mooi woord noem je dit mono-normativiteit: om seksuele en emotionele intimiteit te ervaren, moet je in een koppel leven. Verlangen mag niet naar iedereen. Écht verbinden doe je uiteindelijk met één iemand.
Hoe zou verlangen en verbinding eruitzien zonder dat heteroseksuele, monogame kostuum? Deze drie vrouwen verlangen vooral narcistisch: ze raken meer opgewonden van de geilheid van hun minnaars, van gezien worden door ‘Mr. Big’, dan van die minnaars zelf. (Zo leuk doet die high-schoollover van Lina namelijk echt niet.) Triest voor de vrouwen, want daardoor gedragen ze zich alleen naar hoe ze denken goedkeuring te krijgen, en onderzoeken ze niet wat zij zelf verlangen. Maar ook triest voor de mannen, die worden namelijk óók niet gezien – waar zijn zij eigenlijk bang voor, waar verlangen zij naar?
De consequentie is dat werkelijke verbinding uitblijft in Drie vrouwen. Dit boek toont in de eerste plaats niet drie irritante vrouwen en hun vermoeiende sekslevens, maar de beperkingen van een heteroseksuele, monogame samenleving waarin eenzame mannen domineren, en eenzame vrouwen hun seksualiteit gebruiken om door die mannen gezien te worden.
Onder de oppervlakte van deze verhalen drijft daarom een onaantastbaar verdriet. Die mono-normatieve en heteroseksuele overtuigingen brengen hiërarchieën en relaties tussen mannen en vrouwen, en vrouwen onderling, mee, die niet persoonlijk zijn op te lossen. Misschien is de les van Taddeo’s moeders leven, en haar eigen onderzoek, dit: zolang we alleen individuele vrouwen – moeders, vriendinnen, personages – blijven beschuldigen van bepaalde irritante, vermoeiende, ouderwetse verlangens, in plaats van sociale structuren, zullen ze nooit werkelijk veranderen.