Een rommelige radiostudio: een desk met platentafels en microfoons, geluidsdempend foam op de wand, een plastic boompje, een piano en een paar gezellige schemerlampen, die de studio doen overgaan in een woonkamer. Daar is een zithoek en ligt een Perzisch tapijt op de grond. Om de stemming maar meteen goed duidelijk te maken zwelt, terwijl instrument na instrument wordt ingezet, Lisztomania van Phoenix aan. Een knipoog naar de negentiende-eeuwse componist Franz Liszt en om het er nog wat dikker bovenop te leggen zingt de zanger: ‘So sentimental’.

Dit is: Radio Karenina! Zoals het bij de radio gaat – we hebben het hier niet over een gewijde klassieke-muziekzender – wordt het programma onderbroken door jingles, weer- en verkeersberichten (‘Flitzer-Blitzer’), het raadsel van de week en reclames, zoals voor de fictieve superlijm Klebosil: ‘Wenn’s klirrt, wenn’s kracht, wenn’s scheppert, dann hast du was zerdeppert.’ (Vrij vertaald: ‘Als ’t rammelt, als ’t kraakt, als ’t klappert, dan heb je wat kapotgegooid.’) En daar tussendoor is er een soort live uitgevoerd hoorspel te zien over de geschiedenis van Anna Karenina, als die tenminste niet op haar beurt weer wordt onderbroken voor ‘den besten Mix und die hottesten Hits’ uit vooral de jaren tachtig, uitgevoerd door Oblonski, Lewin, Karenin, Anna’s minnaar Graaf Wronski, Anna Karenina zelf en de andere hoofdfiguren uit Tolstojs klassieke roman uit 1877. Ze zien er veelal uit als overjarige rockers.

Anna Karenina – allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie heet de voorstelling van het Deutsches Schauspielhaus Hamburg, het slotstuk van de trilogie Berühmte Seitensprünge der Weltliteratur. De regisseurs Clemens Sienknecht en Barbara Bürk hadden met hetzelfde theatergezelschap ook al Effi Briest van Theodor Fontane onder handen genomen, en als gastregie voor het Schauspielhaus Hannover Flauberts Madame Bovary – samen de bekendste overspelromans uit de negentiende eeuw, een heus genre toen, genoemd naar de tragische heldinnen die hun hartstocht met zelfmoord moesten bekopen.

Dat ‘hoewel met andere tekst en ook andere melodie’ is trouwens maar gedeeltelijk waar. De tekst van Tolstoj is nauwgezet gevolgd, zij het dat uit de pakweg duizend pagina’s van zijn roman vooral wat smartvolle dialogen zijn geplukt. Soms klinkt de alwetende verteller via de radiopresentator en op het salontafeltje in de zithoek staat een oude pick-up waar bijvoorbeeld de beroemde beginzin van de roman op een krasserige plaat wordt gedraaid: ‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.’ Dat van die andere muziek klopt uiteraard wel, want de synthesizer en de elektrische gitaar moesten in de tijd van Tolstoj nog worden uitgevonden.

Wat moet je met die klassieke overspelromans nu, in de 21ste eeuw? Natuurlijk, zeker Anna Karenina handelt over veel meer dan een gedoemde liefde, het is een volle, zo niet overvolle roman waarin het ook gaat over het wufte leven in de hogere kringen in de stad versus de eerlijke eenvoud van het platteland, er vinden filosofische gesprekken plaats over de verhouding tussen de grondbezitters en boeren en wie het recht heeft op de grond, er wordt gediscussieerd over communisme, wanneer en hoe er gehooid moet worden, over de Russische schilderkunst, huwelijkstrouw en vrouwenemancipatie. Maar de kern is, net als in Effi Briest en Madame Bovary, de ongebonden liefde van Anna Karenina die niet anders kan eindigen dan in de dood.

Emma, Anna en Effi zijn alledrie getrouwde vrouwen die zich verstikt voelen in hun huwelijk en zich snel, verlangend, of juist tegensputterend in de armen werpen van een verleidelijke man. Dan volgen eerst de schuine blikken, daarna de roddel en achterklap en het schandaal. Volgt de onvermijdelijke sociale uitsluiting en dan de greep naar arsenicum of de sprong onder de trein. Hoe realistisch dat ook door Flaubert, Tolstoj of Fontane is beschreven – het was de bloeitijd van de grote realistische roman – als je de romans terugbrengt tot puur het liefdesverhaal is het allemaal heel onwaarschijnlijk en… zo negentiende-eeuws. Zo hysterisch romantisch, zo dramatisch, zo fataal.

Ook dat is conform de roman, als Anna haar man weer ziet en voor het eerst opmerkt dat zijn oren wel erg ver uitstaan

Geen wonder dat Clemens Sienknecht en Barbara Bürk van Anna Karenina – de eerdere voorstellingen waren volgens hetzelfde recept – een geëxalteerde, ironisch-sentimentele, over the top radioshow maken. Die rare negentiende-eeuwers met hun smartelijke emoties, hun eergevoel, hun knellende conventies en hun hoogdravende taal worden nog eens extra kluchtig gemaakt doordat, op Anna Karenina na, de vrouwenrollen door mannen in rare jurken en met hoge stemmetjes worden gespeeld, graaf Wronski eruitziet als een kruising tussen voetballer Rudi Völler (het kapsel, maar dan met een nog langer matje) en popster Andy Gibb (de vette grijns en de discopakken) en Karenin opeens gigantische flaporen heeft op het moment dat Anna hem onverdraaglijk vindt. Ook dat is conform de roman, als Anna na de ontmoeting met Wronski haar man weer ziet en voor het eerst opmerkt dat zijn oren wel erg ver uitstaan.

Maar wacht. Al die hits uit de jaren tachtig, van de Eurythmics tot The Bangles, van Michael Jackson tot Kool & The Gang, en al die andere liedjes die in popgroepformatie of in discodansjes worden opgevoerd lopen akelig parallel met het liefdesverhaal van Anna Karenina. Dat gaat van Love Is in the Air naar Sweet Dreams, Do You Feel the Same en Sexual Healing (tekst van de radiocommentator: ‘En ze hadden niets aan behalve de radio’) naar Trop tard, te laat. Luister naar de zoete teksten en je bedenkt: we zijn nu geen haar beter. De evergreens waar we nog steeds graag naar luisteren zijn even sentimenteel als de tekstflarden van Tolstoj. Ons idee van de liefde, althans de populaire variant daarvan, is nog steeds negentiende-eeuws. De jaren tachtig laten zich net zo makkelijk ironiseren als de tijd van Tolstoj.

Anna Karenina – allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie is een wervelende show, up beat, soms kondigt de radiocommentator aan de tekst vijfhonderd pagina’s vooruit te spoelen, soms wordt een episode uit de roman uitgebreid ten tonele gebracht. Zoals de befaamde balscène, waar het jonge meisje Kitty (gespeeld door Clemens Sienknecht zelf) hoopt op een huwelijksaanzoek van graaf Wronski (een heerlijke rol van Yorck Dippe), terwijl hij alleen oog heeft voor Anna Karenina (gespeeld door Ute Hannig). Het is een dampend discofeest, Kitty draagt een knalroze jurk, Wronski een glimmend wit pak met idiote pofmouwen, telkens probeert ze zich in zijn armen te werpen, maar hij danst steeds weer bruut langs haar heen naar Anna. Het nummer waarop ze dansen: She’s So Exciting to Me.

De treurende Kitty zingt daarna een medley die uit minstens vijftig liedjes bestaat met het woord love erin. Razend knap gaat het ene refrein naadloos over in het andere. Want dat is de radioshow over Anna Karenina bovenal: een virtuoze muzikale revue, met perfecte timing en spetterend spelplezier opgevoerd. Net als bij de eerdere voorstelling over Effi Briest, die inmiddels als cult geldt, is de Hamburgse schouwburg permanent uitverkocht en de volle zaal zit klaar om vervoerd te worden en steeds weer daverend te lachen.

Maar wat te denken over deze meerlagige parodie? Het is in dit geval geen spoiler om te verklappen dat Anna ook in deze show gewoon onder de trein eindigt. Willen de makers daarmee zeggen dat de liefde 140 jaar na publicatie van Anna Karenina, hoeveel feministische golven er inmiddels ook hebben geraasd, nog even ontwrichtend is? De achtergrond van de grote negentiende-eeuwse overspelromans was natuurlijk anders: het was een tijd van schuivende klassenverhoudingen en de botsing tussen traditie en moderniteit. Omdat de groeiende individuele vrijheid van mannen niet voor vrouwen gold, leenden zij zich goed als symbool voor de veranderende tijd. In hun hartstocht vergaten ze hun plichten tegenover hun duffe echtgenoot (de traditie van deugdvolle aanpassing) en gaven ze zich over aan hun ongebonden minnaar (de moderniteit).

Tolstoj was geen voorstander van vrouwenemancipatie en andere nieuwlichterij en dat verbeeldt hij in de ondergang van Anna. Maar het mooie is dat zijn roman ook grote tragiek op een meer psychologisch niveau bevat: Anna laat zich verleiden door Wronski, en als ze eenmaal is begonnen met haar bedrog is er geen weg meer terug. Ze moet zichzelf wel voorhouden dat ze verschrikkelijk veel houdt van de man voor wie ze alles in de waagschaal stelt: haar huwelijk, haar zoon, haar eer, haar plaats in het sociale weefsel van de beau monde. Maar Wronski heeft eigenlijk niets uitzonderlijks: hij is een redelijk knappe officier zonder talenten en diepgang. Hij begrijpt niets van haar vertwijfeling, daar is hij veel te oppervlakkig voor. Het is, ben je geneigd te denken, ingebeelde liefde.

En dat is wat je ook ziet in de postmoderne radioshow. Onze cultuur is vergeven van de sentimentele beelden van de liefde, wij zijn ervan doordrenkt en geven ons al te snel aan dat beeld over. Zie Wronski glimmend van trots en bronst om Anna heen draaien. Zie Kitty treuren om een frivole man die ze nauwelijks kent, terwijl ze de degelijke en trouwhartige Lewin versmaadt. Zie Anna, gevleid door de niet-aflatende aandacht van Wronski, tegensputteren en dan toegeven. Zie hoe ze allemaal, hoe vrolijk ze ook zingen en dansen, gevangen zitten in hun eigen idée-fixe.

Anna Karenina – allerdings mit anderem Text und auch anderer Melodie is van 8 t/m 10 juni te zien in de Stadsschouwburg Amsterdam