Als de Nijmeegse hoogleraar strafrecht Ybo Buruma de moordenaar van Theo van Gogh, Mohammed B, had moeten berechten, dan had hij de man niet alleen levenslang gegeven maar hem ook zijn actief en passief kiesrecht ontnomen: «Daarmee had ik, juist bij deze man die onze rechtsstaat niet accepteert, onderstreept dat het politiek burgerschap iets waard is.» Maar om bij wet te regelen, zoals de CDA-fractie vorige week voorstelde, dat iemand het actief en passief kiesrecht automatisch wordt ontnomen als hij is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf, dat wijst Buruma principieel af: «Dat is echt dommigheid.»

Alles van waarde is weerbaar van de CDA-fractie is een nota over het spanningsveld tussen grondrechten en democratie en de wijze waarop de Nederlandse democratie zich weerbaarder kan maken. De titel vindt Buruma smakeloos: «Ik heb begrepen dat Remco Campert daarover zijn gram heeft geuit in de Volkskrant. Het CDA had de dichtregel van Lucebert toch minstens intact kunnen laten, hoewel ik het dan nog niet fraai had gevonden.»

Het automatisch ontnemen van het actief én passief kiesrecht is slechts één van de voorstellen die de CDA-fractie in haar nota doet. Maar voor Buruma is juist dit voorstel het bewijs dat de politiek de rechter wantrouwt: «De rechter heeft namelijk al de mogelijkheid een veroordeelde het actief en passief kiesrecht te ontnemen. Hij heeft de vrijheid om per geval te bekijken of hij die extra maatregel oplegt of niet. Maar blijkbaar vertrouwt de politiek de rechter niet en moet de rechter die vrijheid ontnomen worden. Wij kennen in onze rechtspraak geen mandatory sentencing, zoals dat in het jargon heet. Je ziet dat wel in landen waar ze de doodstraf hebben. De individuele rechter hoeft dan niet over die straf te beslissen, dat heeft de wet al gedaan: bij zus en zo delict volgt automatisch de doodstraf. Om juist bij de doodstraf de eigen verantwoordelijkheid van de rechter weg te nemen, dat kan ik begrijpen. Maar bij het ontnemen van het kiesrecht vind ik dat principieel verkeerd.»

Buruma haalt er de Franse Revolutie bij om zijn indruk dat er sprake is van wantrouwen kracht bij te zetten: «In die roerige tijd werd in de Franse wetten de strafmaat heel precies omschreven. De mensen hadden zo genoeg van de klassenjustitie onder de oude kliek dat ze de rechtbank niet meer vertrouwden. Iedereen moest voortaan voor hetzelfde vergrijp precies dezelfde straf krijgen.»

Het is volgens Buruma niet de eerste keer dat de politiek blijk geeft van wantrouwen jegens de rechters: «Er worden zoveel kamervragen gesteld over individuele strafzaken. Kijk ook eens wat er voor politieke heisa was rondom die ontsnapte tbs’ers. Of zo’n voorstel van LPF’er Eerdmans om meer lekenrechtspraak toe te passen. Als het CDA vindt dat de rechter moet letten op dat actief en passief kiesrecht, dan moet het dat een paar keer met veel poeha roepen. Dan krijgt de rechter een signaal uit de samenleving en kan hij denken: die maatregel moet ik misschien vaker opleggen.»

Dit aanwakkeren van wantrouwen vindt Buruma kwalijk: «In het kielzog van Geert Wilders en Eerdmans blaast dit kabinet de angstgevoelens bij de mensen op. Volgens mij zijn wij veel minder bang dan steeds maar weer wordt geroepen. Maar al dat geroep heeft wel een aandrijvende kracht. Het brengt de bevolking ertoe eerder bang te zijn, sneller de politie ergens bij te halen, hardere straffen te eisen. Dat doet me echt denken aan de dochter die haar vader aanklaagt, omdat hij haar op straat een tik heeft verkocht. De politie gaat er achteraan, natuurlijk, want dat is makkelijk, de dader is bekend. Maar een inbraak oplossen is te ingewikkeld.

Ik noem dat de verflutting van de rechtspraak. De politiek roept dat op bij de bevolking en niet andersom. Ja, je zou kunnen zeggen dat dit kabinet, dat zo vaak gebrek aan leiderschap wordt verweten, op dit punt wel de leidende rol heeft. De politiek wekt verwachtingen en roept emoties op, met als gevolg dat het publiek steeds meer wil.»

In de nota Alles van waarde is weerbaar stelt het CDA voor een commissie in het leven te roepen waarbij burgers terecht kunnen als ze zich in een publiek debat door een grove opmerking gegriefd voelen. Dan hoeft de strafrechter er niet aan te pas te komen, redeneert het CDA. «Ik vind dat drie keer niks. Laat de mensen dat zelf oplossen», aldus Buruma.

Blijft er bij Buruma dan niets heel van wat het CDA wil? «Jawel, ik onderschrijf de analyse dat de democratie en de rechtsstaat op gespannen voet met elkaar staan. We moeten er inderdaad voor waken dat er groepen opstaan die met behulp van democratische middelen uiteindelijk onze democratie onderuit halen. Het CDA haalt daarvoor de Amerikaan Fareed Zakaria aan, die schrijft dat met democratisch gekozen meerderheden de rechten van minderheden met voeten getreden kunnen worden. Het klopt dat democratie alleen niet voldoende bescherming biedt voor dat soort vrijheden. Kijk naar allerlei regimes in Zuid-Amerika en Afrika, zoals Zakaria doet. Die zijn veelal democratisch gekozen, maar van een rechtsstaat is in die landen vaak geen sprake. Met de analyse van het CDA kan ik helemaal meegaan.»

Maar volgens Buruma maakt het CDA daarna een fundamentele fout: «De oplossing waarmee de fractie komt, is gek. Je zou kunnen zeggen dat ze daarmee in de eigen staart bijt. De vraag hoe je voorkomt dat democratische meerderheden vrijheden, zoals de vrijheid van meningsuiting, verkwanselen, wordt beantwoord met: dan moet er maar wat minder vrijheid van meningsuiting zijn.»

Een voorbeeld ter verduidelijking: «Wat is het verschil tussen het vergoelijken van een terroristische aanslag en het verheerlijken ervan? Dat laatste zou strafbaar moeten worden. Mag ik dan niet meer zeggen dat ik de aanslag op het Pentagon van een andere orde vind dan de aanslag op de Twin Towers, omdat de eerste een militair bolwerk is en er in de ogen van de daders sprake is van een oorlog? Mag ik dan ook niet meer zeggen dat een zelfmoordaanslag te beschouwen is als de kernbom van de arme man? Maar mag Mohammed B., en met hem anderen, dan wel schrijven over de koran en een strijd van lang geleden, godsdienst tenslotte, terwijl iedereen aan zijn water voelt dat het eigenlijk over nu gaat en de strijd tegen het Westen?»

Buruma is bang dat vanwege de veiligheid de vrijheid het slachtoffer wordt: «In de jaren zeventig had de rechtsstaat de wind in de zeilen. Vrijheid van meningsuiting, recht op abortus, toen ging het om al dat soort zaken. Nu gaat het vooral om veiligheid en een goed draaiende economie. Ik zou in het nu heersende klimaat gestraft worden voor iets wat ik in de jaren zeventig deed en toen wel kon: onderdak verlenen aan een Zuid-Amerikaanse vrijheidsstrijder. Die zal vast terroristische aanslagen hebben beraamd.»

Buruma komt met nog een voorbeeld uit de nota waarvan hij vindt dat de oplossing de democratische rechtsstaat juist uitholt in plaats van versterkt: «Het CDA wil dat het openbaar ministerie, toch een staatsorgaan, toezicht houdt op politieke partijen. Ik dacht juist dat burgers via politieke partijen toezicht hielden op de staatsorganen. Dit CDA-voorstel vind ik een omdraaiing die me nogal totalitair voorkomt.»

Niks doen dan maar?

«Ik vind dat je politieke partijen, waar een eventuele dreiging vanuit gaat, niet met het strafrecht moet aanpakken. Dat moet gebeuren in het politieke debat. We moeten erop vertrouwen dat democratische politieke partijen in staat zijn mensen aan te spreken die radicaliseren. Iedereen komt altijd met het voorbeeld van Hitler, die in de jaren dertig toch ook met democratische middelen gekozen was. We vergeten dan dat daar toen sprake was van een machtsvacuüm. Wij hebben hier na de ommekeer van een paar jaar terug, toen we moesten oppassen voor het failliet van de politiek, geen gat laten vallen.»

Waardoor Buruma weer komt op het aanwakkeren van de angst: «Kijk, hier op de eerste pagina van de nota schrijft het CDA dat volgens de AIVD duizenden moslims de bereidheid hebben om aanslagen te plegen. Ik geloof niet dat de AIVD dat heeft gezegd. Wel dat duizenden moslims radicaliseren, maar dat is niet hetzelfde. We gaan ze ‹onschadelijk› maken, staat er ook. Dat is de terminologie die wordt gebruikt bij de vraag of, en zo ja wanneer, de AIVD een mogelijke terrorist dood mag schieten. Uit de hele nota spreekt: er zijn engerds die onze democratie onderuit willen halen; wij zijn maar een klein land, maar we zullen eens hard terugslaan en perken al hun rechten in. Dat vind ik een misslag van het CDA.»

_______________________

Stemmen in de bajes

In Alles van waarde is weerbaar oppert het cda om sommige criminelen automatisch actief én passief kiesrecht te ontnemen. Een aardige theoretische discussie. Maar hoe zit het kiesrecht van gevangenen in de praktijk in elkaar?

De centrale Kiesraad kan desgevraagd niet uitleggen hoe gedetineerden eigenlijk kunnen stemmen. Is er een stemlokaal in de gevangenis? Kunnen de gedetineerden stemmen per post? Onbekend. De Kiesraad heeft geen regels en laat de beslissingen over aan individuele gevangenisdirecteuren.

Penitentiaire Inrichting De Haaglanden, de grootste gevangenis van Nederland, heeft op haar beurt geen concreet beleid. Er komen in ieder geval geen stemlokalen in de gevangenis zelf, wordt er verzekerd.

Ook Penitentiaire Inrichting Over-Amstel in Amsterdam (Bijlmer Bajes) kan geen opheldering verschaffen. Er wordt vriendelijk doorverwezen naar het ministerie van Justitie.

Een woordvoerder van Justitie weet uiteindelijk hoe de vork in de steel zit: «Van huis uit is hier geen concrete wetgeving over, maar het komt niet voor dat er stemlokalen in de inrichting zelf komen. Dus zijn er voor gedetineerden twee mogelijkheden om te stemmen. Eén optie is iemand voor je laten stemmen per volmacht. De andere optie is, als je verlof samenvalt met de verkiezingsdag, zelf stemmen. Maar dat is dan wel heel toevallig.»

JOOST DE VRIES