Gezelschapsjongen: Bernard Wesseling

Bij de roman Gezelschapsjongen van schrijver Bernard Wesseling (1978) zijn volgens Joost de Vries een stel kritische kanttekeningen te maken. Maar wat dan rest is een daverende roman, een storm van beelden en taal. Voor elke te gezochte metafoor zijn er twee of drie die springend origineel zijn, voor elke zin waarin de auteur zich vergaloppeert heeft hij twee of drie zelfverzekerde vondsten, vaak nog op dezelfde bladzijde.
Lees hier de recensie


Duizend vaders: Nhung Dam

Stijlproblemen en statische personages ten spijt, is Duizend vaders van de Nederlandse debutant Nhung Dam (1984) volgens Lodewijk Verduin een dapper en misschien ook belangrijk boek, door de lucide vastlegging van een bijzondere verborgen geschiedenis. De wanhoop, uitputting en afstomping die de moeder van Nhung als bootvluchteling doormaakt worden indringend vastgelegd – dit zijn de momenten waarop Nhung Dam weet te imponeren.
Lees hier de recensie


De wilde tuin van de verbeelding: Kris Pint

Cultuurfilosoof Kris Pint (1981) verzet zich in zijn filosofische essay De wilde tuin van de verbeelding tegen de homo economicus: de mens als een plat en voorspelbaar behoeftewezen. Op de metafoor van de tuin valt nog wel wat af te dingen, maar het kleine essay reikt volgens Miriam Rasch genoeg manieren aan om over je eigen kaders na te denken.
Lees hier de recensie


Lincoln in the bardo: George Saunders

George Saunders (1958), Amerikaans auteur van zes verhalenbundels waaronder Tenth of December uit 2013, heeft voor zijn debuut als romancier een even ongewone als briljante structuur bedacht. Lincoln in the Bardo bestaat uit 108 hoofdstukjes gevuld met citaten. Deze fragmenten tellen minimaal één woord en maximaal twee bladzijden. Ze worden uitgesproken door personages, ofwel zijn ze afkomstig uit boeken.
Lees hier de recensie


De roman als overlevingsstrategie: Tim Parks

In zijn nieuwe boek, De roman als overlevingsstrategie, probeert de Britse schrijver Tim Parks (1954) te onderzoeken wat er precies gebeurt wanneer we in contact komen met een schrijver via zijn romans. Parks vloekt in de kerk van de literatuurwetenschap. De biografie, zowel die van de schrijver als die van de lezer, doet er wel degelijk toe, schrijft Marja Pruis.
Lees hier de recensie


Gegijzeld: Guy Delisle

De Canadese animator/striptekenaar Guy Delisle werkt al een kleine twee decennia aan een interessant, hoofdzakelijk autobiografisch oeuvre. In zijn nieuwe strip Gegijzeld gebeurt bijna niets. Telkens als hij naar een ver land verhuist voor zijn werk, of omdat zijn vrouw, die voor een ngo werkt, wordt uitgezonden, kijkt hij goed om zich heen en doet hij verslag van zijn ‘avonturen’. Toch is het een hypnotiserend vehaal met geen bladzijde of lijn te veel.
Lees hier de recensie