
Deze wonderlijk grillige fantasie van latten en andere stukjes hout heet Cyber Work. Maar wat dan nog? De kunstenaar is een olijk type dus denk ik dat je achter die titel ook niet te veel moet zoeken. Op deze pagina staat nog een afbeelding van (ongeveer) een kubus die ook, op een technisch verwante wijze, met latten in elkaar is geflanst. Dit is een recente versie (uit 2016) van een geheel verdraaide en scheve kubus die Georg Herold jaren geleden al eens gemaakt heeft. Escherwürfel heette toen dat ding – naar de graficus Escher natuurlijk, de beroemde maker van allerlei optische mystificaties. De gangbare betekenis van het woord würfel is allereerst dobbelsteen. Het kan natuurlijk ook kubus betekenen. Tussen die twee woorden is er echter een verschil in status. Kubus is toch statiger dan het speelse dobbelsteen – in dat verschil ligt de ironie die in het algemeen de werken van Herold karakteriseert. Bedenk daarbij ook dit: de eerste versie van de Escherwürfel voegde zich in het gezelschap van al wat oudere kubussen en andere verwante vormen die in de minimal art waren ontstaan. Die abstracte werken, van Sol Lewitt bijvoorbeeld, waren toen zeer radicaal en in hun ernst ook strijdbaar. Maar Herold is geboren in 1947. Toen hij begon was de strijd om zogezegd de rechthoekige abstractie al grotendeels gestreden. Varianten waren nu mogelijk: zelfs de statige kubus kon worden behandeld als een onvoorspelbare dobbelsteen.
Van een exacte kubus zijn de zes zijden volstrekt gelijk. Hoe hij ook staat, het is dezelfde kubus – streng en onaantastbaar. Een dobbelsteen wordt geworpen en dan moet je afwachten hoe hij rolt en tot stilstand komt. Zijn gedrag is een stuk grilliger – en waarom dan ook niet zijn gedrag als vorm? Herolds dobbelsteen was van die vorm een open versie: in elkaar gezet van latten waarbij met die houten ribben zo is geknutseld dat het ding nog steeds op een kubus lijkt maar in een vervorming. In die van 2016 is van de ribben er slechts één verschoven. Het ding was ook niet uitgerold: zijn beweging werd onderbroken door een stuk plank zodat die voor altijd scheef staat. Overigens is deze nieuwe würfel op een smalle sokkel terechtgekomen die onderdeel is van de vormgeving. Het werk heet nu Ehringsdorf en is een ontwerp geworden voor een heus monument. Ehringsdorf is een stadsdeel van Weimar (waar Herold is opgegroeid) en de vindplaats van overblijfselen van de Ehringsdorfer Urmensch. Ter herinnering daaraan is het monument bestemd. Hoe dat zo is gekomen, vertel ik een andere keer.

Nu terug naar Cyber Work. De kubus, zou ik zeggen, is als dobbelsteen gaan rollen en scheef terechtgekomen. Zo zijn in de hoofdzakelijk vlakke beeldruimte van het werk uit 1998 de verhoudingen tussen elementen op eigenaardige (cybernetische) wijze zodanig in de war geraakt dat alles weer opwindend werd. Om in een vlak een ruimte te suggereren, was er het perspectief. De constructie van die beeldruimte betekende echter ook een formalisering van de blikrichting en daarmee van het kijken zelf. Het kon niet anders of de heldere stabiliteit van dat perspectief moest ooit gefragmenteerd en in de war raken. Laat dat maar aan de kunst over. In zijn werk doet Herold dat door alle systematiek waar dat maar kan te destabiliseren. Het uitgangspunt is, denk ik, niet te geloven dat het niet anders zou kunnen. Zo heeft hij ons nieuwe versies van kubussen voorgetoverd met eigenlijk eenvoudige middelen. Cyber Work begint met een raam van latten dat iets hoger is dan breed. Daarin is een scheef kruis geconstrueerd. Hier en daar gaan de latten daarvan voor en achter elkaar langs. Hoe hun onderlinge verbindingen precies verlopen is ingewikkelder te zien, eigenlijk omdat het raamwerk van latten, van rand naar rand, ook nog eens wordt overrompeld door een gestalte of fragmenten van gestalten die zich in de smalle diepte van het beeld binnendringen. Die grillige figuren die uit kleinere blokjes hout bestaan (die draaien en kantelen) zijn in hun vormgeving daarom ook zo wendbaar. De bewegingen kwamen tot stand door het geknutsel met blokjes. De schoonheid van deze fantasie is ook gelegen in de eenvoud van de maakwijze. De figuratie is volledig losgeraakt. Stukjes hout – maar eindeloos om naar te kijken. Overigens is Ehringsdorfer ook de naam van het goede bier in Weimar.
Beeld: Georg Herold: (1) Cyber Work, 1998. 272x232cm (Stedelijk Museum Amsterdam); (2) Ehringsdorf, 2016. 151x40x52cm (Gert Jan van Rooij / Stedelijk Museum Amsterdam)