‘Het is tijd om gebruik te gaan maken van vrouwelijke bronnen. En een nieuwe invulling te geven aan de Amerikaanse Droom.’ Met die famous last words sluit journalist Marjorie Rosen Popcorn Venus af, haar boek over vrouwen en de Amerikaanse film. Wat inspirerend werd bedoeld, wordt ironisch als je weet wanneer ze haar boek schreef: in 1973. In Popcorn Venus, waarin ieder hoofdstuk een ander decennium behandelt, analyseert Rosen hoe samenleving en filmindustrie elkaar altijd wederzijds hebben beïnvloed. Het laatste hoofdstuk, Sixties into Seventies: Revolution & Renaissance, is ontluisterend urgent. Van het dedain voor de oudere actrice tot een gebrek aan vrouwelijke makers: 45 jaar later lijkt er niets veranderd. Of anders zijn precies dezelfde kwesties onderwerp van gesprek. Sommige van die gesprekken worden al decennialang gevoerd; andere zijn, al dan niet sinds #metoo, opnieuw op de agenda gezet.
Nadat de uitreiking van de Golden Globes in het teken stond van feministisch activisme vraagt men zich af in hoeverre vrouwenemancipatie ook de rode-lopergesprekjes en ontvangstspeeches van de Oscars zal kleuren. Een belangrijkere vraag is of er eindelijk weer eens een vrouwelijke regisseur wordt genomineerd. En wat voor rollen worden erkend in de beste-actricecategorieën: autonome vrouwen of echtgenotes-van? Personages om je mee te identificeren of makkelijke stereotypen?
De eerste vraag is nog simpeler: hoeveel vrouwen waren er het afgelopen jaar in films te zien? Om bij Popcorn Venus te blijven: tellen is een jaren-zeventigmethode bij uitstek om inzicht te krijgen in de vertegenwoordiging van vrouwen op het witte doek. Van de films die in 2017 in Nederland werden uitgebracht turfde ik er 93 met een vrouwelijke hoofdrol, tegen 173 met een mannelijke. (Voor de volledigheid: gedeelde hoofdrollen, natuurdocumentaires en kinderfilms telde ik niet mee.) Vrouwen overheersen enerzijds in de kleinere, vaak niet-Engelstalige films (‘arthouse films’) en anderzijds in run-of-the-mill horrorfilms. Ensemblefilms zijn hot (denk aan superheldenteams), maar ook daarin ligt het perspectief meestal bij een van de mannelijke personages. Grote publieksfilms gaan sowieso vaker over mannen; vrouwen spelen bijrollen. Meer dan vier decennia nadat filmwetenschapper Laura Mulvey de term ‘male gaze’ muntte, is de mannelijke blik nog steeds dominant.
Áls er publieksfilms over vrouwen worden gemaakt, dan worden die wel massaal bezocht. In de Verenigde Staten behaalden films met vrouwelijke hoofdpersonages het afgelopen jaar de hoogste winst. Scifi-avonturenfilm Star Wars: The Last Jedi haalde het meeste geld binnen, gevolgd door het sprookje Beauty and the Beast en de superheldinnenfilm Wonder Woman. In The Last Jedi, feitelijk een ensemblefilm, wordt het hart gevormd door de vrouwelijke strijder Rey. Daarnaast telt de film nog drie andere grote vrouwenrollen: twee opperbevelhebbers en een scrappy outsider. Einzelgänger Rey is een traditioneel soort held. Behalve haar kracht, moed en onverzettelijkheid heeft dit type protagonist geen onderscheidende karaktertrekken. Die andere actieheldin van 2017, Wonder Woman, heeft die wel. Zij wordt gekenmerkt door eigenschappen die over het algemeen worden gezien als vrouwelijk: empathisch, gevoelig, naïef. Nog een verschil: in tegenstelling tot de vrouwen van Star Wars, die praktische of waardige kleding dragen, loopt Wonder Woman de gehele film halfnaakt rond.
James Cameron, die als regisseur van Terminator 2 en Aliens zelf twee iconische actieheldinnen schiep, noemde Wonder Woman ‘een stap terug’, en de titelheldin een seksistisch stereotype. Wonder Woman-regisseur Patty Jenkins reageerde via Twitter: ‘Als sterke vrouwen altijd stoer, stug en moeilijk moeten zijn (…) en we een icoon niet mogen vereren omdat ze aantrekkelijk en liefhebbend is, dan zijn we niet erg ver gekomen, of wel?’ De vraag is niet alleen of er voldoende vrouwen op het witte doek te zien zijn. De vraag is ook: hoe worden die vrouwen verbeeld? Wat maakt een personage ‘sterk’? Hoe meet je dat? En wie is er aan het meten?
Jenkins zei nog iets anders in haar tweet. Cameron zou het Wonder Woman-personage niet kúnnen begrijpen – omdat hij een man is. Wat klinkt als een sneer raakt wel degelijk aan de waarheid. Tweets van vrouwen over hoe de film hen had geraakt, gingen viral. Jenkins had iets voor elkaar gekregen wat Cameron niet was gelukt met zijn tough as nails-actieheldinnen. De optimistische, warme, invoelende Wonder Woman inspireerde met haar combinatie van kracht en kwetsbaarheid, en het waren specifiek vrouwelijke kijkers die zich in die eigenschappen herkenden.
Seksbom, femme fatale, Victoriaanse maagd, exotische vamp: de vrouwelijke stereotypen die het witte doek volgens Rosen al sinds de begindagen van de film bevolken, zijn grofweg in twee groepen te verdelen: slecht en passief. Als vrouwen niet puur kwaadaardig zijn, dan zijn ze willoos en onderdanig. Maar in beide gevallen geldt: de man staat in hun leven centraal. De slechte vrouw stort de man in het onheil of gaat over lijken om hem voor zich te winnen. De passieve vrouw ligt aan zijn voeten en stelt al haar handelen in dienst van hem.

In dat opzicht is niet Wonder Woman maar een andere film uit 2017 ‘een stap terug’. De twee belangrijkste vrouwenrollen uit Blade Runner 2049 (Denis Villeneuve) passen precies in de twee clichés die Rosen in haar boek beschrijft. Luv, een androïde, is inslecht. Joi, een gezelschapshologram, is docieler dan een huisdier. Dat Joi wordt opgevoerd als love interest van de mannelijke hoofdpersoon, die als haar koper en eigenaar de absolute spil is van haar hele zijn, is problematisch, of op z’n minst pijnlijk om naar te kijken. Luv – gedreven, taai, sterk als een os – is het interessantere personage. Maar ook zij handelt niet uit eigen motieven; ze volgt de bevelen op van haar schepper – een man.
Maar tegenover personages als Joi en Luv stonden in filmjaar 2017 ook volop complexe vrouwelijke personages. Vrouwen die ambitieus en autonoom worden. Gecompliceerd en onvolmaakt. De belangrijkste Golden Globes werden uitgereikt aan films en televisieseries met een vrouw in de hoofdrol. Viervoudig winnaar Three Billboards Outside Ebbing, Missouri van Martin McDonagh, die eerder geen interesse toonde voor vrouwenrollen, stelt een uitzonderlijk gecompliceerde vrouw centraal. Mildred (een bekroonde rol van Frances McDormand) komt in actie tegen de plaatselijke politie omdat er geen schot zit in de zaak van haar dochters moord. Mildred is keihard, een vrouw gedreven door woede. Maar ze is ook grappig, cool, onbevreesd. Feilbaar, beschadigd en onredelijk. Ze is levensecht en intrigerend, ongeacht haar gender. Maar hoe interessant Mildred ook is, ze is de enige vrouw in een mannenfilm.
In een recent artikel merkte Vanity Fair de kloof op tussen de Oscar-categorieën voor beste film en beste actrice. Om precies te zijn: een film die is genomineerd voor beste acteur wordt vaak ook genomineerd voor de Oscar voor beste film, maar dat geldt niet voor films uit de categorie beste actrice. Vanity Fair vraagt zich af: zijn films over vrouwen minder goed? Of worden ze gewoonweg niet gewaardeerd door de Academy? En dan zijn er nog de films die niet alleen draaien om een vrouwelijk personage, maar specifiek gaan over de relatie tussen vrouwen. Buddyfilm Thelma & Louise werd in 1992 voor alle belangrijke Oscars genomineerd, behalve die voor beste film. Iets soortgelijks gebeurde twee jaar geleden met het lesbisch liefdesdrama Carol, volgens Vanity Fair ‘another film about two women discovering their zest for life by getting the hell away from men’. Een vrouw in de hoofdrol is tot daaraan toe, maar een film zónder mannen is de Academy al te gortig.
Ze heet Christine maar noem haar Lady Bird, thank you very much. In Greta Gerwigs gelijknamige regiedebuut zien we hoe Lady Bird (Saoirse Ronan) anno 2002 volwassen wordt in saai Sacramento. De aanstaande overgang van high school naar college zet haar coming of age onder druk; het vooruitzicht van afscheid nemen en opnieuw beginnen werkt als een snelkookpan. Gerwig, die tevens het scenario schreef, schetst Lady Bird aan de hand van de relaties die ze aangaat. Op hun beurt suggereren ook die personages – vrienden, vriendjes, familie, klasgenoten en docenten – allemaal een peilloze diepte. Maar de film begint en eindigt met haar moeder. Het is die relatie die Lady Bird maakt tot wie ze is. In de kleinste ruzie tussen Lady Bird en moeder Marion (Laurie Metcalf) resoneert een complete geschiedenis van schaamte, genegenheid, onbegrip en afhankelijkheid. Lady Bird, een film over de complexiteit en tegenstrijdigheid van menselijke relaties, krijgt een vinger achter het wezen van familiebanden. Hij laat voelen hoe het wringt om tegelijkertijd hetzelfde en verschillend te zijn, om bij elkaar te willen horen en weg te willen komen.
Lady Bird is een kleine film: gemaakt met een laag budget, uitgebracht door een onafhankelijke studio en vertoond in een beperkt aantal Amerikaanse bioscopen. Maar van alle kleine films van 2017 is Lady Bird het grootst: hij verkocht de meeste kaartjes (nu al meer dan de Oscar-winnaar van vorig jaar, Moonlight) en brak het record van website Rotten Tomatoes met het hoogste aantal positieve recensies ooit. Lady Bird won de Golden Globes voor beste komedie en beste actrice in een komedie. Gerwig werd genomineerd als scenarioschrijver, maar niet als regisseur. De regisseurscategorie was voor het zoveelste jaar op rij ‘all-male’, zoals actrice Natalie Portman niet naliet op te merken bij het uitreiken van de prijs.
Lady Bird is een kleine film. Wat de film zo goed maakt, zit ’m niet in de grote gebaren maar in de details. In de aandacht en liefde die Gerwig erin stopte. Te vaak wordt artistieke ambitie alleen herkend in kunst die van de daken wordt geschreeuwd. Gerwigs ambitie is subtieler, haar werkwijze genuanceerder. Met precisie blies ze haar personages leven in, mat ze haar dialogen af, bouwde ze steen voor steen een levensechte wereld op. Willen we meer vrouwelijke makers, dan moeten we herdefiniëren wat een film precies goed maakt. Willen we meer complexe vrouwelijke personages, dan moeten we erkennen dat een actieheldin stoer én meisjesachtig kan zijn, halfnaakt en tóch geen prooi van de mannelijke blik.
Lady Bird is vanaf 5 april in Nederland te zien