Op bladzijde 120 van Rotgrond bestaat niet schreef ik het volgende: ‘Misschien is het wel zo dat emotie en natuur niet samengaan. Of in elk geval: dat natuur en emoties een gecompliceerde relatie met elkaar onderhouden. Hoe graag we dat ook anders zouden willen zien. Neem de beukencirkel die ik jaren geleden op Het Oude Loo zag. Drie stuks daarvan – op de website van Het Oude Loo staat overigens dat het eiken zijn, maar ik kan me niet voorstellen dat ik dat in 2009 zó verkeerd gezien heb – zijn geplant door Willem-Alexander, Constantijn en Johan-Friso. Alle bomen deden het prima, alleen die van Constantijn was aan het kwijnen. Wat moet zo’n arme jongen daar wel niet van denken? Zijn boom stond te sterven, terwijl die van zijn broers goed in het blad stonden. En nee, de natuur doet ook niet aan voorspellingen, de natuur – die ene beuk, of eik – wist niet dat het juist zijn broer zou zijn die vier jaar later zou overlijden.

Dat is de ellende van herdenkings- of gedenkbomen: ze kunnen doodgaan. Emotie versus natuur. De natuur wint, het kan zo’n boom niets schelen of hij een gedenkboom is: als het tijd is om te sterven, sterft hij. En ja, ik zie het zelf ook, dit is weer een Wohllebentje. Beter niet doen.’ (Een ‘Wohllebentje’ wil zeggen dat je bomen emoties toekent, menselijke emoties. Zoals beschreven in het boek Het verborgen leven van bomen van Peter Wohlleben. Het schijnt, maar ik las het nog niet, dat er nu weer een gelijksoortig boek op de markt is: The Overstory van Richard Powers. Tot in de hemel is de titel van de Nederlandse vertaling. Dat is een roman, het boek van Wohlleben is non-fictie.)

Op 13 september kwam in het nieuws dat minstens een kwart, misschien wel een derde, van alle bomen in het herinneringsbos MH17 dood is. In Vijfhuizen, met zicht op de Polderbaan van Schiphol, is een herdenkingsplek ingericht voor de slachtoffers van de MH17. Er zijn 298 bomen geplant, in de vorm van een lint, de zogenaamde Green Ribbon. Bij iedere boom naam, leeftijd en nationaliteit van een slachtoffer, zo is bijvoorbeeld boom nummer 166 een Fraxinus ornus ‘Ebbens Column’ (een pluimes) gekoppeld aan de naam Hadiono Budyanto Gunawan. Je kunt het allemaal ook opzoeken op de website (www.monumentmh17.nl) van het monument. Reisgezelschappen, families, hebben allemaal dezelfde boom, zodat ze ook in het bos als bomengroep herkenbaar zijn. Op 9 december 2017 is trouwens ook al een flink aantal bomen vervangen, die hadden de eerste zomer niet overleefd. Op de website staat onder andere het volgende: ‘De bomen zijn in maart 2017 geplant door nabestaanden en zijn een symbool voor het leven dat zich telkens vernieuwt. Zij vormen zo een blijvende herinnering.’

Dus niet. Geen blijvende herinnering. Geen symbool voor het leven dat zich telkens vernieuwt. Bijna honderd bomen dood. Waarschijnlijk vanwege het te snelle aanleggen van het monument, waardoor een ‘storende laag’ in de ondergrond is ontstaan. Een oerlaag of oerbank heet zo’n ondoordringbare horizontale laag, die van nature in de bodem ligt of door werkzaamheden ontstaat. Wortels kunnen er niet doorheen en kunnen zo geen water en voedingsstoffen uit de bodem halen, en als het flink regent, zakt het water niet weg waardoor de wortels een overvloed aan water te verwerken krijgen. In het artikel dat ik erover las op nos.nl werd vermeld dat de ‘MH17-nabestaanden met een dode boom’ inmiddels zijn geïnformeerd.

De nabestaanden met een dode boom zijn geïnformeerd. Ik neem aan dat zoiets toch hard aankomt bij de nabestaanden. Je kunt symbolisch een boom planten om iemand te gedenken, maar het sterven van die boom kan dan ook weer symbolisch worden aangevoeld door de nabestaanden. En nu? Ik neem aan dat er – na verbetering van de bodem – nieuwe bomen zullen worden geplant. Dat zijn dan herinneringsbomen aan dode bomen. En wie zegt dat er van die opnieuw geplante bomen niet weer een aantal het niet zal overleven? Zou ik – ik hypothetiseer nu – als de boom die ik plantte op het graf van mijn dode paard het begaf een nieuwe planten? Ik denk het niet. Maar ik zou door het doodgaan van de boom wel weer even meer of minder pijnlijk aan het sterven van het paard moeten denken. Het doodgaan van een symbool zal minder schrijnen, maar schrijnen zal het. Als ik koningin Wilhelmina was geweest en iemand uit mijn omgeving had me gemeld dat de kroningslinde in Wapserveen het had begeven, had ik me misschien toch een tikje ongerust gemaakt over het hoe en wat van mijn regeerperiode. Bijgeloof is lastig uit te roeien.

Het is en blijft hachelijk, een levend iets gebruiken ter herinnering aan de doden. Dan is een grote kei, een betonnen monument, in elk geval iets wat vele jaren, met een beetje geluk voor eeuwig mee kan een zekerder keus. Nog iets: er zijn afgelopen november 170.714 sneeuwroembolletjes geplant. Een bizar aantal, tot je een punt verzet en een extra punt toevoegt: 17.07.14. Symbolisch. Mooi. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft er afgelopen voorjaar een geheel andere datum gebloeid. En zal komend voorjaar weer een andere datum bloeien.