Steeds weer flitsen van hun laatste momenten. Hoe zou het gegaan zijn? Wat deden en voelden ze? Mijn vriend, de lankmoedige Britse journalist Dom Phillips, en Bruno Pereira, de strijdbare beschermer van inheemse volken, zaten vroeg in de ochtend samen in een bootje op een modderige zijrivier van de Amazone. Nog twee uur, dan zouden ze terug op de basis zijn. Dan zouden ze het bewijsmateriaal over de illegale vissersbende aan de federale politie en het OM overhandigen.
Inheemse strijders vertelden hoe Bruno en Dom de dag voor hun verdwijning op zondag 5 juni op de rivier bedreigd waren. De vissers richtten hun jachtgeweren op Bruno. Dom filmde dat, net als het bewijs dat de vissers voor de zoveelste keer het verboden inheems gebied waren binnengedrongen en tonnen van de beschermde zoetwatervis piracuru hadden geroofd.
‘Die vissers worden gefinancierd door cocaïnebazen uit het nabijgelegen Peru en Colombia’, zegt Unijava, de overkoepelende organisatie van inheemse volken waarvoor Bruno werkte. ‘De illegale visvangst en stroperij uit ons gebied worden door hen gebruikt om drugsgeld wit te wassen.’
Het waren uiteindelijk de inheemse strijders van Unijava – en niet het onwillige leger of de federale politie – die de eerste antwoorden vonden. Na een week onafgebroken zoeken ontdekten ze sporen in een bocht van de rivier. Bruno en Dom moeten beseft hebben dat ze achtervolgd werden. Dezelfde visser, bijgenaamd Pelado, die hen de vorige dag met zijn jachtgeweer bedreigd had, werd door getuigen gezien in een snelle boot met gewapende mannen, vlak nadat Dom en Bruno voorbij waren gevaren. Daar, op de rechteroever, ligt een mangrovebos. Daar moet Bruno zijn afgeslagen. Daar moeten ze gehoopt hebben hun achtervolgers af te schudden. Daar moeten ze doodsangst hebben uitgestaan. Want daar werd later de rugzak van Dom met daarin zijn notebook gevonden. Vastgebonden aan een boom. Heeft Dom zijn rugzak daar zelf vastgebonden? Onzeker of ze het zouden overleven? Of juist zeker van zijn aanstaande dood? In elk geval met de bedoeling dat hun bewijsmateriaal werd gevonden?
Het zou Dom ten voeten uit zijn. ‘Geen activist maar een echte journalisten-journalist’, omschrijft vriend en klimaatchef bij The Guardian Jonathan Watts hem. Dom zag je altijd met een opschrijfboekje. Alle kanten ondervragen. Zo blijkt Dom op de ochtend van zijn verdwijning zelfs de broer van zijn moordenaar te hebben geïnterviewd. ‘Hij vroeg me hoe mijn leven hier was en wat ik zou willen’, vertelde de man tegen andere journalisten.
Het freelance-bestaan in Brazilië was financieel soms heel zwaar. Maar Dom legde zijn eer en geluk in ‘waarheid vinden’. ‘Wat als we een ondoordringbaar woud van waarheid kunnen optrekken tegen de leugens’, zei hij op een avond met een twinkeling in zijn diepblauwe ogen. De rechtse Jair Bolsonaro was net gekozen als president. Zijn campagne werd beheerst door nepnieuws. Dom was meer en meer gefascineerd door het Braziliaanse regenwoud. ‘Bij de toekomst van de Amazone ligt de sleutel’, zei hij, en zo begon hij te bouwen aan zijn ‘woud van waarheid’.
Dom bouwde de samenwerking tussen journalisten onderling op. Hij hielp altijd collega’s en richtte een belangrijke appgroep op waarin zowel buitenlandse als Braziliaanse journalisten namen en nummers van contacten uitwisselen. Vaker en vaker ging Dom naar de Amazone. Vorig jaar won hij een beurs voor een boek over het redden van de Amazone, waardoor hij er bijna fulltime kon zijn.
Vorige week woensdag, tien dagen na hun verdwijning, bekent visser Pelado de moord op Dom en Bruno. De 41-jarige man brengt de autoriteiten naar de plek waar hij samen met zijn twee medemoordenaars en vijf handlangers de lichamen verstopt heeft. Hun resten worden gevonden op drie kilometer bosinwaarts van Doms rugzak. Hoe zijn ze daar terechtgekomen? Levend? Al dood? Zijn ze gemarteld? Wie gaf de opdracht?
De volgende dag geeft de federale politie een verklaring af: ‘De verdachten handelden alleen. Er zat geen opdrachtgever of criminele organisatie achter de moorden.’ Einde onderzoek.
Unijava reageert met een tegenverklaring. Bruno had de laatste anderhalf jaar zes keer bewijzen over de criminele organisatie geleverd aan de federale politie, het OM en ook aan de officiële indianenbescherming Funai. Zelf was hij jarenlang een hoge functionaris van de Funai, totdat hij zestig vlotten van clandestiene gouddelvers liet opblazen. De nieuwe, door Bolsonaro aangestelde anti-indianenbaas van de Funai zette Bruno hiervoor uit zijn ambt.
‘Hij was een echte indianenbeschermer’, vertelt een oud Funai-collega van Bruno. Bruno meezingend in het oerwoud met een pas gecontacteerde stam. Bruno dollend in een kano met inheemse strijders. De beelden duiken nu overal op.
‘Als indianenbeschermer is bedreigd worden dagelijkse kost. Het gaat om immense criminele belangen’, zegt de collega in een interview met het persagentschap Amazonia Real. ‘Het probleem is dat ze sinds Bolsonaro de daad bij het woord voegen. De aarzelende steun die we vroeger van de politie kregen is omgeslagen in regelrechte vijandigheid en het OM is zo lek als een mandje.’ Net als Bruno is ook deze collega aan de kant gezet. De bedreigingen aan zijn adres liepen zo hoog op dat hij naar Europa moest vluchten. ‘Inmiddels staan alle controleorganen van de Braziliaanse staat aan de kant van de criminelen die Amazone verwoesten.’