Als een schaduw hangt de donkere maar niet helemaal zwarte passage boven in het zacht ogende schilderij van Nicola de Maria. Het is nogal droog geschilderd zodat het niet glanst. Licht wordt geabsorbeerd waardoor die donkere, halfzwarte kleur een fluwelig zachte indruk maakt. De ovale plek bleekgroen, rechts, en het ijle lichtblauw onder in de strook stralen daarom des te helderder.

Zo helder is dat lichtblauw dat het eigenlijk wit is met een vleug van blauw, zo dun als de wind. Bij zulke effecten van licht omgeven door donker is het onvermijdelijk dat je aan de lucht gaat denken. Hoe onfiguratief het schilderij verder ook is (suggestief, niet helemaal abstract), het lijkt toch op een landschap. De rand van het donker, boven dat lichte lichtblauw, buigt iets naar beneden door. Die schaduw van zwart hangt daar als een brede wolk in het uitspansel tot vlak boven de horizon. We zien bijvoorbeeld heel helder licht dat na een onweer door openbrekende wolken schijnt, heel erg intens. Of liever: dat zien we niet. Maar het kan goed zijn dat de schilder wel aan zulke werkingen van wit licht in een donkere wolkenlucht heeft gedacht – omdat hij die ooit gezien had. Ook als het schilderij een overwegend abstracte voorstelling van in dit geval atmosferische kleur werd, zal wat je gezien hebt een rol blijven spelen.

Uiteindelijk gaat het in de schilderkunst altijd over hoe met doffe verf kleuren tot licht en leven gebracht kunnen worden

Mij lijkt dat De Maria eerst dat ijle lichtblauw heeft geschilderd, horizontaal en zweverig, en ook een vlek lichtgroen daar in de buurt. Misschien waren die lichte passages wel uitgestrekter. In ieder geval lijkt het donkere deel toen, als een sluier, over de passages lichte kleur heen te zijn getrokken. Zoals donkere wolken samentrekken. De titel van het schilderij heeft overigens een religieuze ondertoon: Partecipa alla Creazione. Met de Schepping werd, gaat het verhaal, licht gebracht in een vormloze duisternis. Als je het letterlijk wilt, kun je in dit schilderij ook zien hoe het donker opstijgt en stralend licht laat gloren.

Maar voor alles is dit schilderij ook een ingenieus gearrangeerde voorstelling van helderlichte kleur in een omgeving van gedempt donkergrijs, in de schilderkunst een klassiek thema – uiteindelijk gaat het daar altijd over hoe met doffe verf, op de een of andere manier, kleuren tot licht en leven gebracht kunnen worden. Zo zie ik dat het Italiaanse landschap (1807) van Hendrik Voogd zeker een fraai opgezet tafereel is: een doorkijkje door een groep hoge dennen naar ander geboomte verder een glooiing naar beneden. Zo gaat het, terwijl de kleuren geleidelijk grijsviolet worden, tot aan de horizon waar het hier en daar heiig is. Mooi, bevallig, typisch Italië – maar voor de Hollandse schilder in Rome was het echte motief dat hem bezighield toch iets ongrijpbaars: dat zachte, fragiele licht door de bomen en de lange schaduwen op het gras. Omdat de bomen op hun slanke, buigzame stammen lijken te wiegen, wiegt het licht eigenlijk ook.

De schilder zal zeker verschillende aspecten van dit tafereel in de natuur gezien hebben, in essentie lijkt het landschap mij een mise-en-scène van verschillende indrukken die hij in schetsen had vastgehouden. In de schilderspraktijk van toen was dat gebruikelijk. Daarbij heeft hij vooral aandacht besteed aan de regie van het licht dat zo te zien uit twee soorten helderheid bestaat. Links in de lucht zien we een fris, helder licht dat, ook vanwege de schilderachtige aanwezigheid van dunne wolken daar, er ook koel uitziet. Hier en daar worden de wolken van onder aangeschenen. Er drijft daar ook iets rozigs – een strijklicht dat afkomstig lijkt van het intense licht dat we tussen de bomen zien en dat intenser werkt vanwege de strakke contouren van de boomkruinen. Daardoor lijkt het nog stralender. Het kan zijn dat het het spectaculaire licht is van de opgaande zon die ook, zoals we zien, verder in de lucht een klare ochtendkleur teweegbrengt. We kunnen het niet weten. Maar vreemd vind ik de gerekte schaduwen van de bomen op het gras. De kleuren lijken daar warmer. Met de schaduwen heeft de schilder wat gesjoemeld. Omdat ze wat uiteenlopen verbreden ze de ruimte. Omdat verder het intense licht rechts doorheen de bomen iets geligs heeft, zou het ook de ondergaande zon kunnen zijn. Het doet er niet toe. Wie weet heeft Voogd, zoals een schilder eigenlijk betaamt, in zijn lucht het licht van de ochtend en het licht van de avond gewoon in elkaar laten vervloeien.


Beeld: (1) Nicola de Maria, Partecipa alla creazione, 1982, 110,3 x 150,5 x 3,3 cm (Peter Cox / Van Abbemuseum). (2) Hendrik Voogd, Italiaans landschap, 1807, olieverf op doek, 101,5cm × 138,5cm (Rijksmuseum).