‘De moderne staatsmacht is slechts een comité dat de gemeenschappelijke zaken van de kapitalisten beheert’, schreven Friedrich Engels en Karl Marx in 1848. De onverminderde juistheid van deze diepe wijsheid werd afgelopen zaterdag perfect geïllustreerd door een interview in het ooit linkse Vrij Nederland. Daarin mocht een oud-medewerker van de Binnenlandse Veiligheidsdienst leeglopen, die betaald door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid nu als nephoogleraar zijn wijsheden over studenten uitstrooit.

Het interview begint met wat zelffelicitaties: het spionnenwerk is mateloos populair geworden, de collegezalen zitten vol, en de AIVD heeft geen enkele moeite om nieuw, idealistisch personeel te ronselen dat de spanning van het spionnenwerk belangrijker vindt dan salaris. Maar de belangrijkste is dat onze veiligheidsdeskundige al in 2014 heeft voorspeld dat het grootste gevaar dat Nederland bedreigt radicalisering rond het thema klimaat zou zijn.

Dus niet het uiteenvallen van de multilaterale wereldorde; bankiers die zich twaalf jaar na de crisis nog altijd niets van god of gebod aantrekken; multinationals die de planeet naar de ratsmodee helpen; politici van middenpartijen die de islamhaat van extreem-rechts verder aanwakkeren; hoogopgeleide fiscalisten die extreem rijken helpen belasting te ontduiken; ambtenaren die bankiers laten meeschrijven aan wetgeving die het toezicht moet regelen; regeringsleiders die onderonsjes met multinationals hebben om hun onwelgevallige belastingen uit het fiscaal wetboek te schrappen; oliemaatschappijen die tegen de klippen op blijven pompen; vleesboeren die hun onhoudbare verdienmodel met trekkerterreur proberen te verdedigen tegen het onvermijdelijke – en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Dit zijn geen bedreigingen. Een stel idealistische activisten die met minimale middelen, gespeend van eigenbelang, en zonder miljarden aan lobbymacht achter zich, aandacht proberen te vragen voor de grootste crisis waar de mensheid zich ooit voor gesteld heeft gezien en die door de politiek alleen in woord wordt geadresseerd, die zijn dat in de ogen van onze veiligheidsexpert wél.

Klimaatradicalisering is het grootste gevaar, zegt de nephoogleraar

Het wordt nog erger. Verderop verliest de goede man zich in levensbeschouwelijke bespiegelingen over hoe de postmoderne mens hunkert naar zingeving. Het mondt uit in zinnen als: ‘De discussie rondom het milieu heeft alle kenmerken van religie. Wanneer je naar het radioprogramma Vroege vogels op zondagochtend luistert, is het alsof je bij een boetepreek in de katholieke kerk op zondag zit. De ondergang van de wereld lijkt nabij, en als we niks doen, dan is het morgen afgelopen. Het is het apocalyptische dat zich ook vertaalt in een soort dwingende gedragsvoorschriften.’

Dat er wetenschappelijke consensus is over de negatieve effecten die onze olie- en vleesverslaving heeft op atmosfeer, klimaat, biodiversiteit en natuur; dat er stapels aan rapporten liggen die dat met de laatste stand van wetenschappelijke kennis staven; dat de gevolgen ervan ook zichtbaar worden voor leken; dat steeds meer burgers zich er steeds grotere zorgen over maken – het is allemaal niet besteed aan onze veiligheidsdeskundige. In een moeite door poneert hij vervolgens de stelling dat dierenrechtenactivisten die mens en dier op een lijn stellen niet goed bij hun hoofd zijn: antropomorfisme, noemt hij het snerend, en het leidt volgens hem tot ‘rare conclusies’, zoals jagers en vleesboeren moordenaars noemen. Daarmee veegt hij decennia aan ethologisch onderzoek achteloos van tafel. Alle kenmerken die filosofen eeuwenlang voor typisch menselijk hebben gehouden, zijn de laatste jaren een voor een onderuitgehaald: instrumentengebruik, check. Taalgebruik, check. Empathisch vermogen, check. Zelfreflectiviteit, check. Altruïsme, check. Geloof je me niet, sla dan Eva Meijers Dierentalen er maar op na.

De veiligheid waar deze man over spreekt, is die van de status quo. Zoals Engels en Marx al in 1848 beschreven, schaart ook in 2020 de staat met zijn geweldsmonopolie zich achter de belangen van het grootkapitaal. Onze veiligheidsexpert spreekt namens de olie-, en voedselindustrie, de vleesboeren, de chemische industrie. Namens de grote vervuilers dus die er niet voor terugdeinzen om voor wat schamele pecunia onze planeet te verwoesten.

Niet namens ons, onze kinderen en kleinkinderen, en al helemaal niet namens de stemlozen: de dieren, de bossen en de ecosystemen. Het is een doodenge gedachte dat dit soort lieden onze veiligheidsdiensten bevolkt. Dát is een veiligheidsgevaar.