Een reclamebord langs de snelweg waarop de VVD uitleg geeft over het verlagen van de maximum snelheid naar 100 kilometer per uur vanwege de stikstofcrisis. © Bart Maat

De snelheidsverlaging als stikstofmaatregel was een doorbraak. Een kroonjuweel van de VVD bleek opgeofferd te worden. Auto en asfalt staan voor een gevoel van vrijheid voor de achterban, ze zijn er heilig. Maar de vierschaar ministers die op een plechtige persconferentie het nieuws bekendmaakte, sorteerde het gewenste effect. Te lang hebben we op de pof geleefd, spraken de ministers de commissie-Remkes na. Het moet vanaf nu anders.

Het is makkelijk weg te zetten als loze retoriek, maar anderzijds: daar moeten we ze dan ook maar aan houden. Een rapportage vanuit Hazeldonk bracht louter berustende of enthousiaste bestuurders in beeld. Wat moet, dat moet. De gemotoriseerde kiezer was nuchter en feitelijk.

Ik was onder de indruk. Zagen we hier een omslag? Konden politici en kiezers inderdaad de handen ineenslaan op grote dossiers? Gaat Nederland na het poldermodel opnieuw een gidsland worden, nu op het gebied van effectief milieubeleid? Poldermodel 2.0 zou de wereld ingaan onder het motto: het lukt omdat iedereen mee moet doen. Niet honderd kilometer per uur op de natuurknelpunten alleen (provincie versus Randstad), geen vrijstellingen voor schone auto’s (rijke Tesla-rijders versus de rest), geen ander soort gedifferentieerd beleid dat tegenstellingen schept.

Wordt Nederland nu gidsland op het gebied van milieu­beleid?

Het gaat me hier dus niet om de klimaatimpact van de maatregel. Slechts 0,3 procent wordt van de Nederlandse stikstofuitstoot afgeknabbeld, volgens stikstofhoogleraar Jan Willem Erisman. Het kabinet gedraagt zich als een middelbare scholier die uitrekent wat te doen om precies een 5,5 te blijven staan. En de echte urgentie was natuurlijk niet de natuur, maar de bouw. Het liefst schaft de VVD morgen een paar natuurgebieden af. Die 0,3 procent is ook daarom zo klein, omdat het precies genoeg is om de bouw weer op gang te krijgen. Een andere prangende reden tot actie bestond niet, wat Rutte betreft. Maar het ging niet alleen om Rutte. De kloof tussen maatschappij en politiek leek te overbruggen, zelfs tegen de zin van de politiek.

Want wat zo aanspreekt aan dit besluit is de brede basis die het heeft. De betrokkenheid van de EU, de rechterlijke macht, het maatschappelijk middenveld, de industriële lobby en ad hoc protesterende burgers gingen eraan vooraf. De EU verplichtte tot actie, het kabinet negeerde dat met schijnmaatregelen, Urgenda protesteerde en procedeerde, de rechter beschikte, de bouw kwam naar het Malieveld, Rutte maakte een draai. De democratische rechtsstaat werkte, in al zijn complexiteit, en leverde een concrete maatregel op. Voor- en tegenstanders deden hun uiterste best, en toch is het resultaat niet een pas op de plaats. Zelfs een onwillig kabinet – want anders kun je Rutte III toch niet noemen – wordt in deze constellatie een effectieve uitvoerder, omdat iedereen zijn bijdrage leverde. Dat hele proces is te breed verankerd in de geledingen van onze samenleving om de uitkomst weg te wuiven als éénmalig kluitje in het riet – ook al stelt de stikstofimpact niets voor.

Poldermodel 2.0 is des te harder nodig vanwege het adembenemende gebrek aan regie bij de Rijksoverheid. Een bevriende planoloog legde me uit hoe het werkt. Omdat alles is gedecentraliseerd, zijn er geen doelstellingen waaraan gemeenten gehouden kunnen worden. Wie een zonnepark wil bouwen, huurt hem in om de milieu-impact door te rekenen en wethouders en ambtenaren over te halen. Die willen vervolgens best naar de informatieavond komen, maar het liefst anoniem. Ze zijn liever niet verantwoordelijk voor beleid dat mogelijk niet bij iedereen goed ligt. Ook de toetsing is belabberd. Een project met implicaties voor stikstof kan toegekend worden op basis van de toezegging werktuigen te gebruiken die de uitstoot binnen de perken houden. Wat er vervolgens echt gebeurt, wil niemand weten.

Kortom, de energietransitie ligt in talloze dorpen en steden geheel in handen van de drive en de blauwe ogen van private investeerders. Er is geen regie vanuit de centrale overheid en geen centrale doelstelling waarachter lokale bestuurders zich kunnen verschuilen, en waar het middenveld ze op kan aanspreken. Terwijl dat juist zo effectief kan zijn; zie de EU, Urgenda en Rutte III.

Als alle partijen achter de honderd kilometer-maatregel nu nog eens, ieder vanuit hun eigen belang, in actie komen dan wel gewoon hun werk doen, is er meer mogelijk. Vleesprijzen omhoog, veestapel omlaag, vliegtickets duurder. Het kan, als iedereen mee moet. En de tijd dringt.