Als alle landen die in Parijs het Klimaatakkoord van 2015 tekenden zich aan hun afspraken houden, komt het niet goed. Er moet nu méér dan dat gebeuren. Dat was de belangrijkste les die ik leerde uit een rapport dat vorige week aangeboden werd aan minister Wiebes. Klimaatbeleid: kosten, kansen en keuzes verscheen in de gezaghebbende serie Preadviezen van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde (KVS). Onder redactie van drie hoogleraren verbonden aan het Tilburg Sustainability Center bogen twintig economen zich over het Nederlandse klimaatbeleid. Dit is het beste dat de wetenschap op dit moment te beiden heeft. Ze deden er voor de minister aanbevelingen bij, dus hij kan zo aan de slag.
Dat is hard nodig ook. De zogeheten Nationally Determined Contributions die we in Parijs overeenkwamen waren een goede eerste stap. Een middel om (bijna) iedereen mee te krijgen in een publiek statement. Maar we weten nu al dat de som van al die inspanningen tekortschiet. Als we het dus daarbij laten – en dat doen we nu – moeten we straks weer een langdurig proces in, om met elkaar te besluiten wie wat gaat aanscherpen. Lukt dat niet of niet snel genoeg (en dat lijkt me de logische uitkomst), dan stijgt de temperatuur deze eeuw met 3,5 graden in plaats van de gewenste 1,5 graad. De dystopische gevolgen voor weerextremen en biodiversiteit van zo’n stijging zijn bekend – er moet dus echt meer gebeuren.
Voor mij was dat nieuws. Ik dacht dat het al heel wat zou zijn als we ‘Parijs’ realiseerden. Politiek klopt dat, maar milieukundig schieten we dan te kort. Alle investeringen moeten per direct koolstofneutraal worden. Nieuwbouwhuizen staan er aan het eind van de eeuw nog en moeten dus niet straks maar nú klimaatneutraal gebouwd worden.
Ik weet niet of deze urgentie ook in politiek Nederland doorgedrongen is. Het antwoord op de enorme uitdaging van de energietransitie was in ieder geval geen voortvarend plan. Geen allesomvattende strategie, die voorrang krijgt boven andere beleidsdoelen. Het antwoord was: de klimaattafels. Praatgroepen waarin elke denkbare geleding vertegenwoordigd is, van Greenpeace en de vakbonden tot Tata Steel. En waar de industrie alle ruimte krijgt om te lobbyen, zodat de voorstellen die er van tafel rollen steevast tekortschieten. De klimaattafels zijn een ramp voor het klimaatbeleid, staat er dan ook in het rapport.
De klimaattafels zijn gestoeld op een misvatting: dat draagvlak alleen verkregen kan worden door stroperig polderen. Maar krachtig leiderschap creëert ook draagvlak. Het is dan ook jammer dat we juist met deze premier voor de klimaatuitdaging staan. Multinationals en banken mogen rekenen op zijn luisterend oor, en de koolstoflobby van vervuilende industrieën is niet minder sterk. De macht van de lobby kan gemeten worden in de enorme energiesubsidies die de industrie geniet. Wat dat betreft zijn het ook weer net de banken, die gedijen bij de alomtegenwoordige subsidie op schuld. Direct afschaffen, is het dringende advies in dit rapport. Maar dat is onwaarschijnlijk zolang de industrie aan de klimaattafel daar zelf over meebeslist.
Het eerste dat de lobby zal zeggen is dat het allemaal vreselijk ingewikkeld is, en meer onderzoek is nodig voor er overhaaste beslissingen worden genomen. De KVS geeft ze gelukkig de kans niet. Het rapport biedt genoeg praktische, slimme oplossingen voor problemen die op het eerste gezicht onoverkomelijk lijken. Beleidseconomie in optima forma. Wat bijvoorbeeld te doen met de ongelijke verdeling van lusten en lasten, waardoor klimaatbeleid bij voorbaat al politiek onuitvoerbaar lijkt? Voor de minima zijn duurder vlees en een klimaatneutraal huis een forse aanslag op de koopkracht, meer dan voor de hoge inkomens. De inventieve oplossing is het milieudividend: een jaarlijks extraatje dat oploopt met de klimaatinspanning. Voor iedereen een gelijk bedrag, zodat lagere inkomens er relatief meer aan hebben. Bijkomend voordeel is dat een goed zichtbaar milieudividend veel draagvlak creëert. Kijk, klimaatbeleid levert me wat op. Een dertiende maand, maar dan zinvol.
Wiebes weet na vorige week dus wat hem te doen staat. De klimaattafels inklappen en de lobby naar huis sturen. Daarna kan de staat huishoudkunde gaan bedrijven die ons ook op de lange duur verder brengt. Wat let hem? Aan de economen zal het deze keer niet liggen.