
Schokkend nieuws: in een wildpark in Kenia is het laatste noordelijke witte neushoorn-mannetje doodgegaan. Sudan, zoals deze stier of bul heette, is 45 jaar oud geworden. Er is nog sperma van Sudan. Alles is nog niet verloren. In november 2015 stierf in de dierentuin van San Diego de 41-jarige Nola. Daarmee waren er nog drie over. Sudan en twee vrouwtjes. Voorzover ik begrijp zijn ze alle drie in 2009 overgevlogen vanuit een Praagse dierentuin. Sudan was geboren in Afrika, maar eerder al naar Praag gevlogen. De twee wijfjes zijn een dochter en een kleindochter van Sudan. Twee. Twee vrouwtjes. Geen stier. Wel sperma, maar de dieren planten zich extreem moeilijk voort en bovendien, maar ik weet niet hoe schadelijk dat is, is het sperma familiegerelateerd, zeg maar. Daarnaast is de draagtijd tamelijk lang (zestien maanden) en wordt er nooit meer dan één jong geboren, dat pas na een jaar of zes zelf voor nageslacht kan gaan zorgen.
Vanwege de toevoeging ‘noordelijk’ vroeg ik me ineens af of er ook zuidelijke witte neushoorns zijn. Wel degelijk zijn die er. En die doen het heel erg goed. Honderd jaar geleden waren er nog ongeveer honderd over. Er is altijd op neushoorns (en olifanten en walrussen en narwals) gejaagd vanwege hun hoorns, het ivoor. Inmiddels lopen er meer dan twintigduizend exemplaren rond in landen als Zuid-Afrika, Botswana en Mozambique. Daarmee is de zuidelijke witte neushoorn de talrijkste, aangezien er nog slechts zo’n vijfduizend zwarte neushoorns over zijn, vooral na een korte periode – van 1969 tot 1977 – van massaslachting, waarbij ongeveer achtduizend neushoorns het leven lieten.
Vooral de Chinezen zijn hier schuldig aan. Die hebben ze dan wel niet zelf vermoord, maar zij kopen het ivoor op voor zogenaamde geneeskrachtige poeders. Ik kan het niet mooier maken, en je moet zulke dingen ook gewoon bij de naam noemen, hoewel dat gevaarlijk is, zoals schaatser Jan Blokhuijsen merkte toen hij aan het einde van een persconferentie in Pyeongchang de Zuid-Koreanen maande eens wat beter met hun honden om te gaan. Die eten ze daar namelijk op. Hij kreeg een enorme vlaag van volkswoede over zich heen. En toch vind ik het goed dat Jan zich uitsprak. Niet goed vind ik dat hij na die vlaag van volkswoede zijn woorden min of meer introk. Wat kon hem dat nou schelen? Hij vloog naar huis en komt waarschijnlijk van zijn leven niet meer in Zuid-Korea.
En waarom heten die beesten eigenlijk ‘witte’ en ‘zwarte’ neushoorn? Ze zijn helemaal niet zwart of wit, ze zijn allebei grijs. Dat komt door een misverstand. De meest gangbare verklaring ligt in het Afrikaanse wyd en het Nederlandse wijd. Dat Engelsen hebben opgevat als ‘white’, en wij hebben dat weer domweg vertaald in ‘wit’. De witte neushoorn heeft een brede, of wijde, bovenlip, de zwarte neushoorn heeft een puntlip. De één graast gras, de ander knabbelt liever bladeren. Of die eetgewoonte mede gezorgd heeft voor de dramatische achteruitgang van de noordelijke witte is voorzover ik weet niet onderzocht. De correcte benamingen voor beide soorten zijn breedlipneushoorn en puntlipneushoorn.
Naast de Afrikaanse neushoorns is er ook nog de Indische neushoorn. Dat die, gezien de ivoorbeluste Chinezen op veel kortere afstand, nog bestaat, mag een wonder heten. Er zijn grofweg 3300 dieren over in het wild. Drieëndertighonderd. Stel je eens voor dat er nog maar drieëndertighonderd mensen over zouden zijn! Nou ja, ergens wel lekker rustig. En mensen kunnen praten en nadenken over het gevaar van de eigen uitsterving. Ze kunnen onderhandelen, er kan bijvoorbeeld geld geboden worden op het virielste mannetje of het vruchtbaarste vrouwtje. Daar zou iemand eens een roman over moeten schrijven. Ik meen dat zoiets dan een ‘dystopische roman’ genoemd wordt, maar als een uitmuntend schrijver zijn of haar tanden erin zou zetten zou het ook zomaar eens een ‘utopische roman’ kunnen worden. Waarin dan de twee noordelijke witte neushoorns wel een cruciale rol zouden moeten spelen. Want die hebben – zelfs zonder geromantiseerd te worden – nu al een mythische status. Voor de volledigheid: er zijn in totaal vijf soorten neushoorns. Naast de drie hiervoor genoemde ook nog de Sumatraanse en Javaanse neushoorn. Van de eerste zijn er nog honderd, van de tweede 58. Die beide soorten moeten nu écht uit gaan kijken.
Nog even over de Chinezen. Die doen hun stinkende best om de reuzenpanda te beschermen, die dieren worden zelfs uitgeplaatst naar onder meer Nederland en Duitsland en dat kost ons miljoenen euro’s. Die terugvloeien naar China om daar weer meer te kunnen doen om het dier te beschermen. Nobel van de Chinezen. En ondertussen op allerlei zwarte markten ivoor opkopen van dieren die in Afrika leven, waardoor de betreffende dieren de kans lopen uit te sterven. Klopt daar iets niet? Inderdaad, daar klopt iets niet.