Hissy Fit © Daniel Nicoletti

Een kluwen van mannen krioelt op de dansvloer in oprichtende bewegingen. Armen reiken omhoog, voeten zoeken grip, benen maaien, hoofden worden opgeheven. De dansers zien er identiek uit: dreadlockvlechtjes, ontblote torso’s en vlekkerig zwart-witte broeken. Statische ruis begeleidt het fascinerende staccato van hun bewegingen: elke oprichting wordt weer teruggedraaid. En ondanks de gecontroleerde spierkracht komen de lijven maar niet van de grond. Ze houden ook elkáár naar beneden.

De dansvoorstelling Hissy Fit (‘woede-uitbarsting’) gaat vooraf door een korte documentaire over het onderzoek waar deze productie van dansgezelschap ick uit voortkomt. Christian Guerematchi, met Afrikaanse roots geboren in Slovenië, danste als klassiek balletdanser bij het Sloveense Nationale Ballet voordat hij in Nederland zijn stem en identiteit als choreograaf ontwikkelde. Die bracht hem bij de implicaties van zijn huidskleur. Guerematchi vertelt over de woede die hij vanaf zijn tienerjaren met zich meedraagt. Bij de Amerikaanse straatrellen nadat de politiemannen die Rodney King in elkaar hadden geslagen, werden vrijgesproken, bedacht hij dat zijn woede niet iets individueels is, maar dat die ‘in de wereld zit’. Via het boek Afropessimism van Frank B. Wilderson, die stelt dat geweld tegen zwarte mensen in de geschiedenis van het kapitalisme altijd een voorwaarde is geweest voor succes, kwam Guerematchi uit bij de drillrap. Een duistere vorm van rap, met lyrics als geweersalvo’s die door figuren met bivakmutsen worden afgevuurd. Jongeren, vaak uit gezinnen waar armoede en huiselijk geweld heersen, worden door de machtsstructuren in een hoek gedrukt die hen dwingt de machtspositie om te draaien, vertelt kunstenaar en curator Richard Kofi – die bij elke voorstelling een nagesprek houdt met het publiek – in de film. Met het masker op zijn ze anoniem en reflecteren ze de anonimiteit van de machthebbende instituties.

De voorstelling toont hoe de drie mannen – Guerematchi, Mark ‘Brui5er’ Sheats en Michael Wanga – zich oprichten middels het masker van de drillrap en kracht vinden in de overweldigend intense, schokkerige dreigbeweginen die ze afwisselen met vloeiende hiphop-flips. De soundscape heeft inmiddels een ritmische pulse gekregen. De lichtvoetige draai die de Nederlandse vrouwelijke drillrapper Keesha met humor en kleur aan het duistere genre geeft, is in hun aankleding een inspiratiebron: de witte bivakmutsen hebben rode monden, de kleding is wit en bloedrood. En in hun gestalte vinden de drie mannen hun individualiteit. De voorganger hierin is één bonk spierrollende en stampvoetende dreiging, de tweede heeft tijd nodig om vanuit zijn gebogen gestalte de trots in zijn lichaam te hervinden, en Guerematchi zelf moet zich bij de twee anderen invechten. De gaten in zijn witte T-shirt, dat hij telkens woest omhoog trekt, lijken met het rood eronder op kogelinslagen.

Als Guerematchi levenloos op de vloer eindigt, blijft één kleurrijke drillrapper op de filmprojectie dreigend overeind staan, terwijl de derde man in close-up het publiek met een open blik aankijkt. Een indrukwekkend gefragmenteerd eindbeeld, dat drie mogelijke aflopen oproept, maar ook de vraag stelt hoeveel keuzevrijheid de zwarte jongeling eigenlijk heeft.

Op tournee tot eind mei, ickamsterdam.com