De Tadzjiekse president Emomali Rachmonov zag de plannen waarover hij begin 1999 sprak met Pino Arlacchi, directeur-generaal van het VN-orgaan voor drugsbestrijding (UNDCP), helemaal zitten. En vooral de zak geld die de UNDCP-chef voorhield. De twee spraken over het oprichten van een Drug Control Agency in Tadzjikistan, inclusief financiering van para militaire eenheden voor grensbewaking tussen Afghanistan en Tadzjikistan. Ongeveer driehonderd paramilitairen kregen wapens en werd een salaris beloofd. In een moeite door werd ook een contract met de Russische autoriteiten getekend voor het stationeren van Russische militairen aan diezelfde grens. Via alle buurlanden moest een soort dam aangelegd worden om de Afghaanse heroïne die naar Europa sijpelt tegen te houden. Kosten: 87 miljoen dollar. Alleen de projecten voor Iran en Tadzjikistan werden uiteindelijk goedgekeurd, al bleek er te weinig geld voor. Net als voor de grensprojecten in Pakistan, Turkmenistan en Oezbekistan.

Eerder al, in 1997, had Arlacchi overmoedig aangekondigd dat hij het papaverprobleem in Afghanistan had opgelost. Volgens het UNDCP groeide daar zo'n tachtig procent van de internationale papavervoorraad. Maar nu had Arlacchi een deal met de Taliban: in ruil voor een programma van liefst 250 miljoen dollar voor alternatieve ontwikkeling zouden zij de papaverteelt verbieden. In oktober vorig jaar kondigde hij echter aan dat alle UNDCP-activi teiten werden gestaakt wegens geldgebrek. «Er ging uiteindelijk zeven miljoen dollar naar de Taliban, notoire mensenrechtenschenders. De export van illegale drugs uit Afghanistan steeg met driehonderd procent», stelt een anonieme UNDCP-bron.

Het UNDCP is een voorpost in de strijd tegen drugs, maar ontbeert altijd geld om de ambities waar te maken. In juli vorig jaar plaatste het UNDCP daarom vol trots een persbericht op zijn website dat Nederland 4,3 miljoen dollar zou bijdragen. Uitgerekend «narcostaat Nederland» verdrievoudigde daarmee zijn bijdrage. De vreugde was van korte duur. Onlangs liet minister van Ontwikkelingssamenwerking Herfkens weten de subsidie voor het UNDCP tot nader order te «bevriezen». In Den Haag was men namelijk steil achterover geslagen toen bleek dat het toegezegde geld voor heel andere doeleinden werd gebruikt dan waarvoor Nederland het had bedoeld. In plaats van preventieprojecten voor jongeren besloot Arlacchi tegen alle adviezen van experts in om minstens een miljoen gulden te gebruiken voor de militaristische drugsbestrijding in Tadzjikistan.

De onderhandelingen in Tadzjikistan waren bizar. «Vanaf het begin was het Tadzjikistan-project gehuld in geheimzinnigheid», schreef Michael von der Schulenberg, een ervaren VN-ambtenaar, afgelopen december in zijn achttien pagina’s tellende en vernietigende ontslagbrief aan Arlacchi. «In april 2000 bleek dat ik de facto niet meer betrokken werd bij het Afghanistan-programma. Ik werd afgesneden van informatie.» Wie wel op de hoogte bleef, is de Georgiër Boris Znamenski, hoofd protocollaire zaken en behorend tot de inner circle van vertrouwelingen die direct aan Arlacchi rapporteren. Volgens UNDCP-bronnen wordt Znamenski er door de autoriteiten van Oostenrijk, waar het UNDCP zetelt, van verdacht betrokken te zijn bij de Georgische georganiseerde misdaad. Arlacchi repliceerde dat het om verkeersovertredingen ging. Hij stelde Roberto Abitrio aan om het ambitieuze programma te gaan leiden. Abitrio is de zoon van een Italiaanse vriend zonder enige ervaring met drugsbestrijding. Recentelijk verliet Abitrio zijn post met onbekende reden. Het Tadzjikistan-programma in het Centraal-Aziatische wespennest draait nu zonder internationale supervisie. Het Nederlandse geld is inmiddels overgeheveld naar een Caraïbisch preventieproject.

Het UNDCP in Wenen is al geruime tijd in rep en roer. Er vond sinds Arlacchi’s aantreden een uittocht plaats van ambtenaren tot op het allerhoogste niveau. Het is aan hun in eerste instantie anonieme, maar ondertussen uitgelekte ontslagbrieven te danken dat ook VN-secretaris-generaal Kofi Annan er lucht van kreeg. Hoewel Annan Arlacchi openlijk blijft steunen, werden twee onderzoeken gestart: een door het UN External Board of Auditors en een door het UN Office of Internal Oversight Services (OIOS).

Tony White is al dertig jaar actief als special agent in de strijd tegen de misdaad en was een van de hoogste ambtenaren bij het UNDCP, verantwoordelijk voor law enforcement en alternatieve ontwikkelingsprogramma’s. White doet het Tadzjikistan-programma af als «gekkenwerk»: «Wegens geldgebrek dreigt het programma compleet in te storten. Die militaire eenheden dreigen nu over te lopen naar de andere kant.» White nam een jaar geleden ontslag bij het UNDCP uit afschuw over wat hij zag gebeuren: «Arlacchi wilde per se mensen zonder ervaring voor dit programma en negeerde alle negatieve adviezen. Sinds wanneer is het de taak van een VN-orgaan om voor driehonderdduizend dollar wapens te kopen voor privé-milities? Het is een absolute ramp.»

White is gefascineerd geraakt door de persoon Arlacchi: «Hij heeft enkele boeken geschreven over de maffia waarin hij onder meer de managementstijl van misdaadorganisaties beschrijft. Het is vreemd, maar dat is nu precies Arlacchi’s stijl. Hij benoemt een hele reeks totaal onervaren maar loyale Italianen en neemt alle beslissingen zelf in een besloten kring van vertrouwelingen. Onder de rest van het UNDCP-personeel creëert hij een sfeer van angst en wantrouwen. Wie niet voor hem is, is tegen hem en wordt overgeplaatst of ontslagen. Hij doet dat omdat hij weet dat het werkt!»

De ergste opdonder kreeg Arlacchi vorig jaar van Von der Schulenberg. «U bent de slechtste manager die ik ooit ben tegengekomen», besloot deze zijn ontslagbrief. Over de status van het UNDCP schreef hij: «Ik zie een organisatie die haar internationale zichtbaarheid heeft vergroot en die tegelijkertijd aan het bezwijken is onder het gewicht van beloften die ze niet kan waarmaken door een stijl van mana gen die het personeel demoraliseert, intimideert en verlamt. De interne management problemen hebben een punt bereikt dat ze voor een lange termijn de geloofwaardigheid van het UNDCP ondermijnen.»

De lijst van concrete beschuldigingen door White, Von der Schulenberg en anderen is indrukwekkend. Naast het overtreden van allerlei VN-regels zijn er aanwijzingen van persoonlijke verrijking en is er sprake van manipulatie van informatie. Dat laatste om het beeld van succes in de mondiale strijd tegen drugs in stand te houden.

White: «Toen Von der Schulenbergs ontslagbrief voor nogal wat consternatie zorgde, antwoordde Arlacchi dat het ging om geïsoleerde klachten van een gefrustreerd individu. Maar wat Von der Schulenberg schreef is allemaal waar en wordt volledig onderschreven door zowat alle UNDCP-ambtenaren.»

In 1999 had het UNDCP voor projecten wereldwijd slechts 38 miljoen dollar. Omdat bijna alle fondsen geoormerkt zijn, had Arlacchi volgens Von der Schulenberg dat jaar amper drie miljoen dollar om «eigen projecten» te starten. Reden om het zuinig aan te doen, zou je denken. Maar onderzoek wijst op het tegendeel.

Arlacchi liet zijn kantoor in Wenen twee keer verbouwen (honderdduizend dollar). White: «Hij is hoogstens enkele weken per jaar in Wenen. De rest van de tijd reist hij de wereld rond. Ik kreeg overigens de kans hem welgeteld één keer te spreken.» Arlacchi vond zijn bijna nieuwe Audi 80 niet passen bij zijn functie en bestelde een Mercedes 300 (honderdduizend dollar). Een hoge ambtenaar meldt verder de aanschaf van «een aantal grote tv-toestellen, satellietschotels, Chinese vazen en dure zijden planten waarvan op zijn kantoor geen spoor is te vinden». Arlacchi, een druk man, bestelde twintig mobiele telefoons en bedacht leuke UNDCP-relatiegeschenken: zijn boeken over de maffia. Hij hamerde op een preventieproject dat een miljoen dollar zou kosten. Het idee was dat ene Dennis Oren, verwoed zeiler en goede vriend, een zeiltocht rond de wereld zou maken. Onderweg konden jongeren vragen e-mailen over de reis en de drugsproblematiek. Deskundigen konden het verband tussen de zeilsport en drugspreventie niet ontdekken.

Arlacchi heeft ook vriendinnen, zoals de jonge, bevallige Lucy Hrbkova. Ze heeft geen enkele ervaring met drugsbestrijding, maar werd gebombardeerd tot hoofd van het nieuwe UNDCP-kantoor in Bratislava, op zestig kilometer van Wenen. White: «Wegens gebrek aan kennis kreeg ze gedurende zes maanden een speciale opleiding à zestienduizend dollar. De locaties van die opleiding, zoals de Bahama’s en New York, bleken in die periode reisbestemmingen van Arlacchi.»

Arlacchi’s woordvoerder Sandro Tucci stelt dat er geen vuiltje aan de lucht is: «Alle beschuldigingen tegen mijnheer Arlacchi zijn intensief onderzocht door de board of auditors. Hij is totaal vrijgepleit van alle vormen van ongepast gedrag. Dit is een gesloten zaak en wij zijn weer aan het werk.» In het onlangs voltooide rapport van de board of auditors staat over de zaak-Hrbkova dat men «geen rechtvaardiging voor deze uitgaven kon detecteren».

«Het eerste onderzoek was heel beperkt», zegt White. «Neemt u van mij aan dat het OIOS-rapport er voor Arlacchi niet al te best zal uitzien. Zijn toekomst hangt af van dat rapport.»

Ook UNDCP’s onderzoekscoördinator Francisco Thoumi nam ontslag. Hij was verantwoordelijk voor de publicatie van het World Drug Report, maar wilde dat zijn naam werd geschrapt uit de editie-2000 omdat hij zich niet kon verantwoorden voor het censureren van verschillende hoofdstukken over kwesties als synthetische drugs en legalisering. «Er is enorm veel materiaal verspild», schreef Thoumi in een memo. Professor Carla Rossi, lid van het bestuur van het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Verslaving (EMCDDA), waarschuwde dat het World Drug Report 2000 «verdraaide cijfers en grafieken» van onder meer het EMCDDA bevat. «De reputatie en geloofwaardigheid van het instituut worden geschaad en politieke autoriteiten kunnen hierop geen beleid baseren», aldus professor Rossi.

Arlacchi is creatief met cijfers. In september vorig jaar stelde hij in een persbericht dat het grensproject in Tadzjikistan succes heeft en «de inbeslagnames van heroïne met vierhonderd procent zijn gestegen tot ongeveer zeshonderd kilo». Als Von der Schulenberg tien dagen later een Russische collega ontmoet, wil hij hem feliciteren: «Hij reageerde heel verbaasd en kon Arlacchi’s cijfers op basis van zijn eigen statistieken niet bevestigen.» En hoe reageerde Arlacchi? Hij deed er nog een schepje bovenop: op 19 november zei hij in de New York Times dat er in Tadzjikistan plots 1,3 ton heroïne is onderschept. Von der Schulenberg: «Arlacchi schildert een zo succesvol mogelijk beeld van zijn organisatie, om maar zo veel mogelijk fondsen los te krijgen.»

Martin Jelsma, onderzoeker van het Transnational Institute (TNI), stelt dat Arlacchi door zijn achtergrond het drugsprobleem louter als een probleem van georganiseerde misdaad ziet: «Hij wil deze illegale economie breken omdat het volgens hem de ruggengraat van de maffia is. In die ijver is hij een tactische alliantie aan gegaan met hardliners die ook vanuit een moreel-ideologisch perspectief drugs willen bestrijden. Desnoods met militaire middelen, zoals je nu bijvoorbeeld ziet in Colombia en al langer in Bolivia.»

Het eeuwige probleem blijft volgens Jelsma het balloneffect: sla de coca Bolivia uit en het explodeert in Colombia, vernietig papaver in Pakistan en het rijst de pan uit in Afghanistan. «Na 25 jaar zou men toch moeten inzien dat deze illegale industrie uiterst flexibel is en zich zal blijven verplaatsen. Dat was ook de grote illusie van Arlacchi’s eerste plan Scope — Strategy for Coca and Opium Poppy Elimination — waarmee hij overal tegelijkertijd een keiharde aanval op de productie wilde inzetten, om zo het balloneffect te voorkomen.»

Scope stierf een stille dood. Maar het kan nog gekker. Jelsma: «De ultieme natte droom van Arlacchi was agent green, schimmels die specifiek coca, cannabis of papaver verdelgen met gif. Het idee is samen met de VS ontwikkeld: verspreid een soort epidemie van schimmels zodat nergens nog plantages aangelegd kunnen worden.» White noemt deze optie «potentieel zeer gevaarlijk» om ecologische redenen en vanuit het oogpunt van volks gezondheid. Onder internationale druk heeft het UNDCP deze optie van biologische oorlogvoering onlangs laten varen. Maar het onderzoek in Tasjkent naar papaververdelging wordt in alle stilte voortgezet.