
De tijd dat cabaret over menstruatie en de clitoris weggezet kon worden als ‘vrouwencabaret’ lijkt voorbij. In de afgelopen seizoenen is er op de Nederlandse cabaretpodia meer ruimte gekomen voor uitgesproken feministisch cabaret: van het aanstormende cabaretduo Vlamousse (dat dit najaar de finale van de televisietalentenjacht Ik ga stuk! haalde) tot het feministische podcastduo DAMN, HONEY, dat de theaters veroverde. Nina de la Parra, die vorig jaar de belangrijke cabaretprijs Neerlands Hoop ontving voor haar debuut Gods wegen, past in ditzelfde rijtje. Ze brengt een combinatie van cabaret en spoken word, waarin activisme niet geschuwd wordt.
Haar tweede voorstelling BloodBitches begint met een vlammende conference waarin ze de programmeurs van repliek dient die haar ‘te grof’ vinden. ‘Ik ben niet grof, vrouw-zijn is grof’, zo concludeert ze een geestige opsomming van vrouwelijke ongemakken. ‘Hoe zou jij het vinden als er elke maand bloed uit je penis komt?’ vraagt ze aan de mannen in de zaal, gevolgd door een beeldende fantasie over mannenmenstruatie. Hiermee is de toon gezet. Dit is mijn stijl, wen er maar aan, lijkt ze met deze opening te zeggen. Inderdaad is het even wennen, ook omdat haar spreektempo hoog ligt (zo hoog dat De la Parra soms over haar woorden struikelt) en ze Engelse termen door haar verhalen mixt. Bovendien snijdt ze zware en persoonlijke thema’s aan, van de zelfmoord van haar broer tot de worsteling met haar dubbele identiteit (Nederlands en Surinaams), het hoofdthema van de voorstelling. Dat ze nooit voor de gemakkelijke lach kiest, en dat haar taalgebruik dan weer kraakhelder, dan weer gelaagd en suggestief is, is vooral een kracht.
Ook in de liedjes, zoals een kritiek op zelfhulpadviezen, toont De la Parra zich sterk. De voorstelling wordt mede gedragen door de muzikale begeleiding en soundscape van saxofonist Sanne Landvreugd. Als De la Parra vertelt hoe het is om te menstrueren, horen we de dreinende saxofoon van Landvreugd op de achtergrond. Door haar begeleiding en vele saxofoonsolo’s wordt Landvreugd bovendien een medespeler in de voorstelling. De la Parra en Landvreugd zijn de ‘blood bitches’ uit de titel: beiden zijn van dubbel bloed, en in een spannende en poëtische slotscène vertelt De la Parra over hun bezoek aan de Surinaamse plantage waar Landvreugds voorouders dwangarbeid verrichtten.
Het is jammer dat De la Parra hier een niet helemaal overtuigende poging doet om de verschillende lijntjes uit de voorstelling bij elkaar te brengen. De voorstelling heeft inderdaad een fragmentarische vorm, maar wordt voldoende bijeengehouden door De la Parra’s zoektocht naar identiteit, uitmondend in de ontroerende slotscène. Deze vorm is bovendien een krachtige representatie van de traumatische en gebroken herinnering aan het slavernijverleden, een verleden dat door de excuses van een minister niet zomaar rechtgezet kan worden.
Nina de la Parra, BloodBitches, tournee t/m 19 maart. Gezien: 29 november, VU Griffioen