Bell Hooks en Paul Gilroy, uit De Groene 1994 © Roeland Fossen

De geschiedenis van de westerse beschaving is ons nog altijd antwoord verschuldigd op twee vragen: de ene over de joodse holocaust, de andere over de zwarte slavernij. Twee gigantische nachtmerries, die evenwel een overeenkomst hebben: ze waren mogelijk dank zij een diep gevoeld en algemeen geaccepteerd racisme. Welke rol speelt dit racisme in de westerse beschaving?

Racisme en slavernij hebben aan zwarte mensen een dubbelzinnige positie gegeven, zeggen sommige schrijvers. Aan de ene kant worden zwarten uitgesloten van de moderne wereld, omdat ze zouden behoren tot de Afrikaanse traditie. Aan de andere kant zijn ze een opvallend onderdeel van het Westen: popmuziek en moderne dansstijlen zijn ontegenzeglijk uitingen van zwarte stijlen. Deze dubbele rol leidt tot een ‘dubbelbewustzijn’, schrijft de in Engeland geboren auteur Paul Gilroy. In zijn boek There Ain’t No Black in the Union Jack stelde hij als een van de eersten de vraag wat het betekent om zowel Brits als zwart te zijn. En in het onlangs verschenen The Black Atlantic breidt hij die vraag uit naar het tegelijkertijd wel en niet behoren tot de westerse beschaving. The Black Atlantic is meteen na verschijning uitgeroepen tot het belangrijkste theoretische werk van dit decennium over de zwarte cultuur. Ook Gilroy’s essaybundel Small Acts heeft verrassende perspectieven geopend in het onderzoek naar de rol van zwarte mensen in de westerse literatuur, film en muziek. Gilroy redigeerde in de jaren zeventig de geruchtmakende bundel The Empire Strikes Back en is nu docent sociologie aan de University of London.

Hoe zit het met de rol van zwarte vrouwen? Bell Hooks was negentien jaar oud toen ze Ain’t I a Woman schreef, en het denken over feminisme en zwarte culturen is sindsdien niet meer hetzelfde geweest. Ain’t I a Woman werd een mijlpaal in het zwarte feminisme en beleefde een groot aantal herdrukken. Bell Hooks, geboren in het zuiden van de Verenigde Staten, publiceerde verder provocerende en prikkelende boeken en essays over racisme, slavernij, onderdrukking en bevrijding. Kort geleden verscheen Black Looks, waarin ze ingaat op de vraag welk beeld figuren als Spike Lee, Eddie Murphy en Tina Turner van zwarte mensen creeren. Bell Hooks is hoogleraar aan het City College in Harlem, New York.

Is het zwarte bewustzijn een natuurlijk, een etnisch of een politiek gegeven?
Gilroy: ‘Zwart bewustzijn werd pas beschreven vanaf de negentiende eeuw, en van begin af aan zag je dat de betekenis verschilde per plaats en tijd. Maar in het algemeen kun je zeggen dat het zwarte bewustzijn de uitdrukking is van een behoefte om te ontkomen aan de blanke suprematie, door een eigen moraal te formuleren en een eigen visie te ontwikkelen op de wereld en de geschiedenis. Het is dus absoluut geen natuurlijke kwestie.

Hoe ging dat in uw persoonlijke geval?
Gilroy: 'Ik herinner me een incident op mijn tiende. Ik liep van school naar huis en ik zag een groep blanke tieners patat uit een papieren zakje eten - iets wat ik zelf nooit zou doen - en toen ik hen paseerde, hoorde ik ze zeggen: “Kijk, een zwartje, een zwartje.” En ze begonnen frietjes naar me te gooien. Ik rende naar huis, blij dat ik er nog goed van af was gekomen. Maar het heeft me aan het denken gezet. Niet dat het de eerste keer was dat ik werd lastig gevallen, of dat het de eerste keer was dat iemand me voor zwartje uitschold, maar dit incident maakte diepe indruk op me. Ik had kennelijk de leeftijd bereikt waarop ik me bewust kon worden van racisme, en daardoor van mijn eigen zwartheid.’

Het zwarte bewustzijn is dus een afgeleide van het blanke racisme?
Gilroy: ‘Ik zou het niet willen reduceren tot een reflexmatige reactie op racisme, maar racisme heeft wel een sterke invloed op de vorm die dat bewustzijn aanneemt.’

In uw geval, Bell Hooks, moet het anders zijn gegaan. U groeide op in de zwarte gemeenschap van het Zuiden, u ging naar zwarte scholen en zwarte kerken en kwam pas in uw tienertijd in aanraking met blanken.
Bell Hooks: ‘Ik zat er net aan te denken. Mijn zwarte bewustzijn ontstond zeker niet als reactie op racisme. We hadden in de zwarte gemeenschap, die gesegregeerde samenleving van het Zuiden, een heel zelfbewuste manier van leven, eten, praten. We kwamen niet in aanraking met blanken, we kenden ze niet, zij kenden ons niet. Maar we hadden een sterk gevoel van eigenwaarde.’

Kunnen blanken zich ooit een diepgaande voorstelling maken van het leed dat zwarten is aangedaan?
Bell Hooks: ‘Ze hebben de mogelijkheid daartoe wel, maar ze gebruiken die zo zelden. Dat verbaast me.’

Paul Gilroys werk zou gezien kunnen worden als een poging om die identificatie een kans te geven.
Gilroy: ‘Ik zou graag willen dat blanken begrip kregen voor het verdriet en voor het plezier van zwarten. Maar aan de andere kant vind ik het niet erg als ze het niet begrijpen. Wat ik belangrijk vind, is wat ze doen, zelfs als ze het niet begrijpen. Ik zou willen dat ze zich anders gedroegen, met of zonder begrip voor het leven van zwarten. Ik geloof in de Engelse beschaving en ik wil die beschaving gehandhaafd zien, ook ten opzichte van ons. Het enige wat daarvoor nodig is, is respect voor onderlinge verschillen. En dan vind ik het belangrijker dat blanken hun eigen suprematie begrijpen dan dat ze ons leed begrijpen.’

Bell Hooks: ‘Blanken hebben tegenwoordig wel toegang tot het leven van zwarten via literatuur, muziek en films, maar dit verandert kennelijk niets aan de heersende machtsverhoudingen. Misschien is het inderdaad belangrijker dat blanken zichzelf leren begrijpen, hun eigen gedrag analyseren. Zo lang ze dat niet doen, maakt het niet uit hoeveel boeken over zwarten ze hebben gelezen en hoe zeer ze zich een voorstelling kunnen maken van ons leven. De vraag is: kunnen ze zich een voorstelling maken van hun eigen rol ten opzichte van ons?’

Sommige Afrikaanse schrijvers zeggen dat Afrikanen in Afrika hun zwartheid niet op dezelfde manier ervaren als zwarten in de Verenigde Staten of Europa, omdat ze minder geconfronteerd zijn met de ‘blanke suprematie’, zoals jullie dat noemen.
Gilroy: ‘Zoals ik zei, het zwarte bewustzijn neemt op verschillende plaatsen verschillende vormen aan. Maar in Afrika zien we zelfs het meest prototypische voorbeeld van blanke suprematie, in Zuid-Afrika. En dan hebben we nog het kolonialisme in andere delen. Maar het zwarte bewustzijn in de Nieuwe Wereld is uiteraard anders, vanwege de unieke ervaring van slavernij. Ergens vind ik het begrijpelijk dat Afrikaanse leiders en schrijvers zich niet willen inlaten met de aard van het racisme in het Westen. Dat racisme maakt zozeer deel uit van de westerse weg naar ontwikkeling en welvaart dat zij zeggen: die weg willen wij juist daarom niet volgen.’

Bell Hooks: ‘Daarom spreek ik ook liever van suprematie dan van racisme. Racisme is slechts een van de vele uitingsvormen van die suprematie: de rechtstreekse discriminatie en segregatie. Maar bij suprematie gaat het niet alleen om raciale vooroordelen, maar bijvoorbeeld ook om de vanzelfsprekendheid waarmee blanken aannemen dat zij het middelpunt van de wereld zijn. Dat wat zij denken goed is, en dat wat voor hen goed is, automatisch voor iedereen goed zal zijn. Het begrip suprematie laat ruimte voor dat soort onbewuste houdingen. Ik heb een blanke vriend, die ineens tegen me zei: maar jij bent niet zwart, jij bent een intellectueel!’

'De westerse wereld smult van de popcultuur die is gebaseerd op de zwarte cultuur, maar de positie van de zwarten in de wereld wordt er geen steek beter van'

Is dat geen compliment, dat zijn vriendschap het kleuronderscheid tussen jullie twee oversteeg?
Bell Hooks: ‘Welnee, het was alsof hij zei: zwarten zijn niet intellectueel, jij bent wel intellectueel en dus wat mij betreft niet zwart.’

Wat flauw. Is het een uiting van suprematie als ik Paul Gilroy in de eerste plaats zie als een knap socioloog, en pas in de tweede of derde plaats als een zwarte man?
Bell Hooks: ‘Je moet goed luisteren naar de woorden van mijn vriend. Hij zei niet dat hij mijn intellect belangrijker vond dan mijn zwartheid; hij moest mijn zwartheid ontkennen om mijn rol als intellectueel te kunnen erkennen. Dat is heel iets anders.’

Wilt U in de eerste plaats gezien worden als een zwarte vrouw, en pas in de tweede plaats als een intellectueel?
Gilroy: ‘Ik krijg een ongemakkelijk gevoel van dit soort vragen. U suggereert dat zwart-zijn en intellectueel-zijn alternatieven zijn…’

In ‘There Ain’t No Black in the Union Jack’ stelde u de vraag waarom het niet mogelijk was om tegelijkertijd Brits en zwart te zijn. Zwart was u al, waarom wilde u dan ook nog Brits zijn?
Gilroy: ‘Daarin zie je duidelijk dat het niet gaat om een of-of-situatie: ik wilde een zwarte Engelsman kunnen zijn. Ik wilde Engels, beschaafd, beheerst, correct en beleefd zijn, en tegelijkertijd zwart. Dat nu bleek onmogelijk. De Engelse identiteit liet mijn zwartheid niet toe, als zwarte kreeg ik geen volledige toegang tot die identiteit. Ik werd in de Engelse cultuur een onmogelijkheid! Daarom koos ik voor die foto op het omslag van mijn boek, van een zwarte soldaat die salueert naar de Engelse vlag. We mogen dan wel willen sterven voor het land, maar we zullen er nooit helemaal deel van kunnen uitmaken.’

‘Hillbilly’ Documentary - 2018 © Holler Home/The Orchard/Kobal/REX/Shutterstock

Dat maakt het racisme in Europa zo fundamenteel anders dan in de Verenigde Staten. Zoals Gilroy zegt: volgens het Europese racisme is de levensstijl van zwarten zo dramatisch verschillend van die van Europeanen dat zij nooit helemaal thuis kunnen zijn in Europa. In Amerika wordt het recht van zwarten om daar te zijn niet ontkend.
Bell Hooks: ‘Vergeet niet dat ook de blanke Amerikanen ervan uitgingen dat de zwarten geen echte vaderlandsliefde konden koesteren. Daarom hebben de zwarten in de Verenigde Staten het nodig gevonden om hun betrokkenheid bij het land en hun patriottisme te bewijzen door in het leger te gaan.’

Gilroy: ‘Maar anders dan in Amerika zegt men in Europa: ga naar huis, je hoort hier niet. Dat wordt tegen de zwarten in Amerika niet geroepen, toch?’

Bell Hooks: ‘Tot voor kort is dat wel geroepen: ga terug naar Afrika! Dat is pas veranderd toen de blanken zich realiseerden dat ze zelf ook van elders kwamen.’

Maar die band met Afrika hebben de zwarten in de Verenigde Staten zelf willen handhaven, door middel van het Afrocentrisme, dat door Gilroy fel wordt bekritiseerd, omdat het een valse saamhorigheid creeert tussen zwarten in verschillende delen van de wereld en omdat het een valse, geromantiseerde voorstelling geeft van Afrika.
Bell Hooks: ‘Ik denk niet dat het Afrocentrisme oorspronkelijk tot doel had om de band met Afrika te versterken, maar om het gevoel van eigenwaarde in de Verenigde Staten terug te winnen. Dat heeft zich langzaam ontwikkeld tot het verlangen naar een eigen land, waar die eigenwaarde een vanzelfsprekend gegeven zou zijn. En dat land kon zich natuurlijk alleen in Afrika bevinden. Vergeet niet hoe lastig het is voor zwarte ouders om hun kinderen tevreden en gelukkig te laten zijn met hun zwartheid. Ze willen hun kinderen een gevoel van trots en eigenwaarde meegeven, en daarom vertellen ze hen de verhalen over de vroegere koninkrijken van Afrika, over de vroegere glorie.’

En geven ze hun kinderen Afrikaanse namen en Afrikaanse kleren…
Bell Hooks: ‘Het mag dan in de praktijk verkeerd uitpakken, maar de bedoeling begrijp ik best.’

Gilroy: ‘Maar waarom moest die eigenwaarde altijd gezocht worden in termen van een territorium en een oorsprong? Waarom was het nodig om te zoeken naar een bepaalde plek, een aanwijsbaar geografisch gebied, waar we zogenaamd vandaan komen, en waar onze eigenwaarde vanzelfsprekend zou zijn? Was het niet beter geweest om die eigenwaarde te zoeken in een gemeenschappelijke herinnering aan het land van onze voorouders, en aan de slavernij, aan het verzet daartegen? Een herinnering aan onze eigen gewoonten en leefwijzen, onze eetgewoonten, omgangsvormen en muzikale uitingsvormen?’

Dat lijkt me een tamelijk abstract idee. De zwarte leiders zochten naar een land waar ze zich veilig zouden weten.
Bell Hooks: ‘Daaruit blijkt juist de ontkenning van wat zich werkelijk in Afrika af speelt. Zouden ze zich in het Afrika van vandaag, met alle armoe en onderlinge oorlogen, veiliger voelen dan in de Verenigde Staten? En waarom moeten wij ons alleen de koninkrijken en piramiden herinneren, en niet de slavernij in Amerika? In dit soort nationalistisch Afrocentrisme zie je een diep gevoel van schaamte voor de slavernij. We waren geen helden, maar slachtoffers, en daar schamen de Afrocentrische mannen zich met terugwerkende kracht voor.’

'Beschaving is een belofte, een horizon: je wilt er naar toe, maar ze blijft zich terugtrekken'

Die slavernij, moeten we die zien als een periode van waanzin, of als een inherent onderdeel van de westerse beschaving - een vraag die overigens ook wordt gesteld in verband met de joodse holocaust.
Gilroy: ‘Het was zeker meer dan alleen een periode van waanzin. De slavernij in de Nieuwe Wereld heeft absoluut een uiterst belangrijke, intrinsieke rol gespeeld in de opkomst van kapitalisme en industrialisatie. Dat economische proces kun je niet los zien van het beschavingsproces, en slavernij behoort daarom tot de kern van de westerse beschaving.’

Maar dat is ook een eenzijdige benadering van de westerse beschaving. Die beschaving heeft immers ook mensenrechten opgeleverd, democratie en andere politieke vrijheden.
Gilroy: ‘Sommigen hebben het beschreven als de dialectiek van de Verlichting. Ik hou eigenlijk niet zo van het woord Verlichting. Het is een simpele binaire tegenstelling, waarbij zich “hier” verlichting voordoet omdat er “daar” duisternis heerst. Maar juist in de slavernij en de holocaust zie je dat Verlichting ook de duisternis in zich draagt. Dat de Verlichting kan omslaan in zijn tegendeel. En dat er in het Verlichtingsproces dus evenveel kans bestaat op beschaving als op barbarisme. Er is geen moment waarop je kunt zeggen: zo, nu hebben we het barbarisme voorgoed achter ons gelaten, we hebben nu het tijdperk van beschaving betreden. Beschaving is een belofte, een horizon: je wilt er naar toe, maar ze blijft zich terugtrekken.’

Een concreter onderwerp: de zwarte filmer Spike Lee. Jullie hekelen beiden zijn visie op sekse- en etnische verhoudingen.
Bell Hooks: ‘Het probleem met Spike Lee is dat hij doet alsof een zwarte vrouw pas geemancipeerd is als ze dezelfde seksuele obsessies heeft als mannen: strikt lichamelijk en overdadig. Neem een film als She’s Gotta Have It, waarbij een zwarte vrouw een verhouding heeft met drie mannen omdat ze wil uitvinden wie haar het beste bevredigt. Hij snapt werkelijk niets van de vrouwelijke seksualiteit, daarvoor is hij te seksistisch.’

U heeft zich vaker geergerd aan het seksisme van figuren als Spike Lee, Arsenio Hall en Eddie Murphy.
Bell Hooks: ‘Is het niet fascinerend hoe zwarte mannen onbewust een verbond sluiten met blanke mannen tegen vrouwen in het algemeen?’

Maar u hebt ook felle kritiek op een figuur als Tina Turner, die haar seksualiteit…
Bell Hooks: ‘Tina Turner bevestigt het idee dat zwarte vrouwen geen morele normen hebben en altijd bereid zijn hun lichaam te verkopen. Dat hoor je in zo'n nummer als What’s Love Got to Do With It overduidelijk.’

Je zou ook kunnen zeggen: hier hebben we een zwarte vrouw die het heft in eigen hand neemt en het spel in haar voordeel speelt.
Bell Hooks: ‘Hoe neemt ze het heft in eigen hand? Toen ze nog werd overheerst en mishandeld door haar echtgenoot Ike moest ze van hem het beeld neerzetten van de begeerlijke, seksbeluste, wilde vrouw. Ze verliet Ike, en wat deed ze, op een nog grotere schaal? Het beeld neerzetten van de seksbeluste wilde vrouw. Ze zit nog altijd gevangen in het beeld dat anderen aan haar geven, dat noem ik geen autonomie.’

Maar kijk eens naar Madonna: zij creeert haar eigen zelfbeeld, met behulp van zwarte stijlen. En van haar zegt u dat ze die zwarte stijlen misbruikt. Terwijl ik zou zeggen dat ze die zwarte stijlen universeel maakt.
Bell Hooks: ‘Ze maakt de zwarte stijlen universeel en verdient er een hoop geld aan.’

Is daar iets op tegen?
Bell Hooks: ‘Het is zo koloniaal! Madonna gebruikt de cultuur van de zwarten om rijk te worden, zoals de vroegere kolonialen hun arbeidskracht en hun grondstoffen gebruikten.’

Gilroy: ‘Tina Turner en Madonna en zoveel anderen eigenen zich de zwarte stijlen toe en geven daar niets voor terug. De westerse wereld smult van de popcultuur die is gebaseerd op de zwarte cultuur, maar de positie van de zwarten in de wereld wordt er geen steek beter van. Ze willen naar zwarte muziek luisteren en als zwarten dansen, maar ze willen de zwarten niet op hun werkplek tegenkomen, laat staan in hun straat als buren.’

Bell Hooks: ‘Al die zwarte filmers en rap-groepen hebben hun succes te danken aan het feit dat ze de cultuur van de arme zwarten verkopen aan de witte markten. Hoe komt het denk je dat ze het in hun songteksten en films altijd en eeuwig hebben over de gettocultuur, terwijl ze zelf helemaal niet uit die getto’s komen, of daar juist uit zijn vertrokken omdat ze miljonairs zijn geworden? Die cultuur van de getto’s verkoopt nu eenmaal razend goed: het verdriet, de zwarte melancholie, en tegelijkertijd de lichamelijkheid, het geweld en de maniakele sensualiteit.’

Een ander probleem is de controle over het zelfbeeld, het thema van Bell Hooks’ ‘Black Looks’. Het niet kunnen representeren van jezelf uit jezelf, maar vanuit het perspectief van een ander, de blanke gemeenschap. U schreef in dat verband over een jong zwart meisje dat zich door haar ouders bedrogen voelt als ze tijdens haar tienertijd ontdekt dat ze niet doorgaat voor het allermooiste wezentje ter wereld, omdat ze maar een zwartje is.
Bell Hooks: ‘Ja, die ouders hadden haar met de beste bedoelingen voorgehouden dat ze beeldschoon was, en dat ze trots moest zijn op haar kroeshaar en zwarte huid. Later ontdekte het kind dat kroeshaar niet geldt als mooi, en zwart ook niet. De vraag die ik toen wilde beantwoorden, is hoe het komt dat de esthetische maatstaven zich zo tegen ons keren dat onze kinderen op vroege leeftijd al te lijden hebben van een diep gevoel van minderwaardigheid. En ik kwam terecht bij wie de macht heeft over hoe wij worden gerepresenteerd, en dan kom je terug op figuren als Spike Lee. Vrouwen zijn in zijn films alleen mooi als ze halfbloedjes zijn. Puur zwart is lelijk, is de boodschap.’

U gaat daarin heel ver, ook door te zeggen dat Naomi Campbell alleen maar mooi gevonden wordt omdat ze beantwoordt aan de blanke maatstaven van schoonheid. Juist Naomi Campbell, die doorgaat als een klassieke zwarte vrouw met dikke lippen, donkere huid en hoge jukbeenderen…
Bell Hooks: ‘Vroeger was ze misschien een klassieke zwarte vrouw, maar tegenwoordig zie je haar met blond haar en blauwe ogen.’

Dat is toch speels bedoeld?
Bell Hooks: ‘In de context van de blanke suprematie vind ik dat helemaal niet speels.’

Gilroy: ‘Naomi Campbell kun je zien als de B-kant van de gangster-rap. Ze vertegenwoordigen beelden die blanken hebben van zwarte mensen: dat ze begeerlijk zijn, maar ook levensgevaarlijk.’


Dit interview is een bewerking van het gesprek dat door de VPRO werd uitgezonden in de serie In mijn vaders huis.