Rechts: Esther (Isabelle Furhman) met haar moeder (Julia Stiles) in Orphan: First Kill. Regie William Brent Bell © Eric Zachanowich / Independent Films

Zeg ‘horrorfilm’ en je ziet meteen de clichés. Het mes. De bijl. De laag-bij-de-grondse splatter. De seks. De angstgillen. Ondanks alle klassiekers die het genre heeft opgeleverd en in weerwil van de renaissance van de horrorfilm – het werk van Jordan Peele (Get Out, 2017), het recente X van Ti West – blijft het voor velen een ver-van-mijn-bedshow. Dat is zonde, want het genre heeft een ding dat onweerstaanbaar is: het is nooit saai.

De personages in een horrorfilm zijn altijd mensen met wie je je kunt identificeren. Zie deze twee Orphan-films. In de eerste uit 2009, geregisseerd door Jaume Collet-Serra, hebben we een echtpaar dat het verlies van een doodgeboren kind verwerkt. Het gemis is groot, ondanks het feit dat ze nog twee kinderen hebben en een comfortabel bestaan leiden. Ze besluiten te adopteren. De negenjarige Esther. Oorspronkelijk afkomstig uit Estland. Esther is vreemd, zullen we maar zeggen, en de film eindigt bloedig en tragisch met haar gewelddadige dood. Wijlen de grote filmcriticus Roger Ebert schreef over Orphan: ‘Wie een goede horrorfilm wil over een kind uit de hel heeft er hier een.’

Nu is er het nieuwe Orphan: First Kill van William Brent Bell waarin we zien wat Esther allemaal had uitgespookt voordat ze bij het gezin uit de eerste film belandde. Spoilers zijn uit den boze, maar de eerste film is inmiddels overbekend; bovendien gaat de tweede film uit van voorkennis over Esther. Dus: ze is geen kind, maar een vrouw van in de dertig die lijdt aan de zeldzame ziekte ‘proportionele dwerggroei’. Ook komt ze niet uit een weeshuis, maar uit een gesticht in Estland. Dit bedoel ik: verveling is niet aan de orde.

Esther wordt vertolkt door Isabelle Fuhrman, een 25-jarige actrice die ijzingwekkend goed het dochtertje speelt. Ze heeft, om het populair te stellen, daddy issues. En hoe. Wat wij zien: een dertigjarige vrouw probeert een wat oudere man te verleiden. Wat hij ziet is veel duisterder. En wij kijken met hem mee.

Hier zien we een belangrijke oorzaak voor de schandelijke reputatie van horror: deze verhalen tarten de goede smaak. Het gekke is, vaak komen ze uit onze eigen werkelijkheid. Zo doen de Orphan-films denken aan de beruchte Lizzie Borden, de jonge vrouw die aan het einde van de negentiende eeuw haar vader en stiefmoeder in Massachusetts vermoordde (kanttekening: ze is nooit schuldig bevonden). Het iconische, fotografische beeld van Lizzie in haar nette Victoriaanse jurk resoneert sterk in dat van Esther die zwarte banden om haar nek en polsen draagt, zogenaamd als uiting van haar onschuld, maar in werkelijkheid om de littekens van haar leven in een gekkenhuis te verbergen. Onder de oppervlakte schuilt onheil en dat blijkt helemaal niet ‘horror’ maar juist iets akelig alledaags.

Te zien vanaf 1 september