Ik lees de laatste tijd steeds vaker verhalen. Het is net alsof ik het genre meer ben gaan waarderen, misschien heeft het te maken met een groeiend wantrouwen tegen de vele dikke romans die door mijn brievenbus worden geduwd. Of ik heb toevallig een paar goeie bundels te pakken, dat zou ook gewoon kunnen. Zoals ik al in mijn eindejaarslijstje had vermeld, was Curtis Sittenfelds verhalenbundel You Think It, I’ll Say It een van de beste boeken die ik las vorig jaar. Wat ik even vóór haar las was Calypso van David Sedaris, een iets ander kaliber, maar over het geheel genomen ook goed. Sedaris leunt naar mijn smaak net iets te veel achterover in zijn grappigheidsstatus, waardoor het ouwehoeren op de loer ligt, en een soort meligheid. Zijn verhalen zouden door iemand van buiten net even aangescherpt moeten worden. Wat niet wegneemt dat ik ze met plezier las, Calypso is ook beter dan zijn andere boeken; met het inkijkje dat hij biedt in het gezin waar hij vandaan komt, is het ook een ernstiger en veelzijdiger bundeling geworden.

Een lange inleiding om bij de geweldige verhalen uit te komen die ik afgelopen week las, Single, Carefree, Mellow, van Katherine Heiny, mij van verschillende kanten aangeraden. Het zijn bijzonder grappige verhalen over relaties, vriendschap, seks, vaak onthutsend casual over het gruwelijkste bedrog en andere narigheid die geliefden elkaar aandoen. De verhalen navertellen is lastig, het zit ‘m heel erg in de toon, het ritme van de dialogen, de bizarre associaties die toch op geen enkele manier geforceerd aandoen. Zo is er het titelverhaal over Maya wier hond stervende is, en wier grootste angst is dat ze met haar vriend zal moeten trouwen, gewoon omdat het in de lijn der verwachtingen ligt. In Blue Heron Bridge wordt Nina steeds creatiever in het ontmoeten van haar minnaar, tot ze erachter komt dat hij ook iets heeft gehad met haar deprimerende buurvrouw. In That Dance You Do wordt tot in ieder schrikwekkend detail een kinderpartijtje beschreven, tot en met het verdriet van de jarige aan het eind van de dag dat het partijtje weer voorbij is. Het mooiste verhaal is Dark Matter, waarin Maya – zij is een terugkerend personage – de eigenaardigheid beschrijft van haar bedpartners, haar baas en haar vriend, om iedere keer na gedane zaken een wetenswaardigheid te willen delen, als in: ‘Wist je dat pinda’s tot de ingrediënten van dynamiet behoren?’ of: ‘Wist je dat Diet Coke groen zou zijn als ze geen kleurstoffen zouden toevoegen?’ Onnavolgbaar beschrijft Heiny hoe Maya zachter gestemd raakt ten aanzien van de voorspelbaarheid van haar vriend.

Heiny’s verhalen, bij wie de huiselijke tragiek en de dagelijkse absurditeit voortdurend voelbaar zijn, deden mij denken aan die van Lorrie Moore. Heiny is denk ik rauwer nog, botter in zekere zin. Er is het verhaal The Rhet Butlers met de volgende omineuze openingszin: ‘You always think of him as Mr. Eagleton, even after you start sleeping with him.’ Wat volgt is een ijzingwekkend verhaal over manipulatie en verdringing, zonder dat er één ‘onvertogen’ woord valt. Fascinerend, hoe deze schrijfster bedrieglijk luchtig ramp op ramp stapelt in haar verhalen, en het in het midden laat of mensen nu eenmaal slordig of slecht zijn.