Stellen we ons voor dat de nieuwe strategie van president Bush in Irak succes heeft. Wat is succes? Laten we onze fantasie de vrije loop. Aan het einde van zijn laatste ambtstermijn, in 2009, zijn de 150.000 Amerikaanse soldaten erin geslaagd rust en orde te herstellen, een aanvaardbare hoeveelheid banen te scheppen en de democratie geloofwaardig te maken. Binnen de voorstelling die Bush zich ervan heeft gemaakt is de expeditie geslaagd. Hij zal zichzelf zien als de heroïsche leider die zijn volk naar de overwinning heeft gevoerd. Dan wacht ons nog een oorverdovend propagandaoffensief, met als doel de schitterende plaats van George W. Bush in de wereldgeschiedenis. De wereldstrateeg wordt tenslotte beoordeeld op het eindresultaat. De doden, de verwoestingen en de kosten worden in rekening gebracht bij de verliezer.

Dit zou mooi zijn voor de wereldleider. Maar alleen een zege in Irak is dan niet voldoende. Het vergt meer dan twee jaar om van een verwoest en verscheurd land weer een georganiseerd geheel te maken. Kort voor de oorlog begon voorzag Condoleezza Rice, toen Nationale Veiligheidsadviseur, dat dit na de militaire zege een betrekkelijke kleinigheid zou zijn. Het gedemocratiseerde Irak zou bovendien de kosten met de opbrengst van zijn eigen olie kunnen betalen. Vier jaar oorlog hebben geleerd hoe dit is verlopen. Van de omvang van de verwoestingen kan op het ogenblik geen mens een redelijke schatting maken, laat staan van de tijd die met het herstel gemoeid zou zijn – aangenomen dat de wederopbouw zich in vredestijd zou kunnen voltrekken.

Het loont altijd de moeite, ook bij de strategie van Bush, om eens advocaat van de duivel te spelen. Wie weet helpen die 21.000 soldaten extra echt, zeker als het hele leger zich gaat toeleggen op de nieuwe tactiek, die van ‘gewapend sociaal werk’. Maar als tussen 2003 en nu 130.000 man geen verbetering tot stand hebben kunnen brengen, vaak eerder het tegendeel, waarom zou deze versterkte macht er dan wél in slagen? Alle mijlpalen die hij tot dusver als bakens op weg naar de zegepraal zag, bleken na verloop van tijd geen verbetering te hebben gebracht. Nee, de chaos was toegenomen. Op 1 mei 2003 waren de ‘major operations’ niet afgelopen, zoals Bush in pilotenpak bekendmaakte; ze moesten nog beginnen.

Bij hun komst werden de Amerikanen begroet als bevrijders. Geleidelijk zijn ze tot bezetters geworden. Volgens een peiling, uit september 2006, vond 61 procent het gerechtvaardigd op Amerikanen te schieten. Gewapende westerlingen die een vreemd land met een andere cultuur overheersen, zullen op den duur altijd worden gehaat, hoe goed hun bedoelingen ook mogen zijn. Hetzelfde zou het geval zijn als mensen van een andere culturele komaf dat bij ons zouden doen.

Probeer het ook in het perspectief van de tegenstander te zien: het verzet in het algemeen in de Arabische wereld tegen het Westen hoort tot de laatste fase van de dekolonisering. Als ‘wij’, in dit geval Bush en zijn soldaten, in Irak blijven om ook met de nobelste bedoelingen de lakens uit te delen, groeit automatisch de haat. Van het begin van de Eerste Wereldoorlog tot 1958 hebben de Britten het daar praktisch voor het zeggen gehad. Terugkeer van het Westen maakt het Westen gehaat.

Nog één keer de advocaat. Wat Amerika in Irak doet, nu afgezien van de vraag of we dat goed of slecht noemen, is onderdeel van het grote beleid in het Midden-Oosten. De commissie-Baker heeft anderhalve maand geleden Bush aangeraden over de oplossing van Irak diplomatiek contact te zoeken met Iran en Syrië. Ook deze naties hebben belang bij een oplossing, al was het alleen maar omdat er tienduizenden vluchtelingen over hun grenzen komen. Maar ze behoren voor de president tot de As van het Kwaad. Dus geen gesprek.

Bovendien escaleert de verhouding tussen Amerika en Iran als gevolg van het Iraanse programma voor kernenergie. Werkt Teheran aan een bom? Er kan een ogenblik komen tussen nu en twee jaar dat Bush besluit door middel van een bombardement het zekere voor het onzekere te nemen. Je hoeft geen profeet te zijn om te beseffen dat het Midden-Oosten daardoor definitief in een onbeheersbare, het Westen vijandige chaos zou veranderen.

Het sluitstuk is zoals altijd Israël-Palestina. Nu heeft mevrouw Rice daar weer haar opwachting gemaakt om de routekaart naar de vrede te doen herleven. Intussen bouwen de Israëlische kolonisten verder op Palestijns grondgebied. Wie die de carrière van premier Olmert en minister Rice heeft gevolgd, gelooft dat het deze keer lukt?

De 21.000 man extra van Bush wacht een historische taak. Ze zullen de fouten moeten herstellen die hun president de afgelopen vier jaar heeft gemaakt. Ik denk dat ze er niet in zullen slagen en dat ze voor hun vergeefse werk ook niet beloond zullen worden. De volgende burgeroorlog – een politieke – breekt over twee jaar uit, bij de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen, als de erfenis van Bush wordt verwerkt.