De sterke man van het land is blijkbaar niet van plan om het levenswerk van Kemal Atatürk een finale klap te bezorgen door Istanbul de status van hoofdstad terug te geven.
Het robuuste paleis met de groene daken staat niet zomaar ergens in Ankara. Toen Atatürk de bevrijdingsoorlog begon tegen de Griekse bezetters en als bestuurscentrum het toenmalige provinciestadje Ankara uitkoos, was hij blijkbaar niet gelukkig met het kale landschap van het gebied. Hij won de oorlog, verklaarde de regering van de sultan in Istanbul ongeldig, riep de seculiere republiek uit en gaf in de tussentijd ook opdracht voor de aanleg van een bos bij Ankara.
Dat bos ligt nu vanwege de veel grotere bevolking in hartje stad. En precies in dat bos heeft Erdogan zijn paleis met de duizend kamers laten neerzetten. Hij resideert daar nu als de allereerste president die rechtstreeks door het volk is gekozen.
Onderwijzeres Aliye Seker ziet het immense paleis iedere dag wanneer ze in de bus zit naar haar werk. Omringd door vrienden zegt ze in het café van een boekwinkel: ‘Het is niet alleen zo groot, maar ook zo lelijk. Een perfecte weergave van een megalomane vent zonder smaak.’
Het nieuwe stulpje van de Turkse president heeft de staat meer dan een half miljard euro gekost. Behalve over een spiksplinternieuw paleis beschikt Erdogan ook over een recentelijk aangeschaft privé-vliegtuig. Grote uitgaven dus in een land waar het minimumloon nog geen driehonderd euro bedraagt.
Maar de president ziet dat zelf niet zo. Hij reageerde op deze kwestie door te zeggen dat mensen met kritiek op deze uitgaven niet ruimdenkend genoeg zijn. ‘Het nieuwe paleis vertegenwoordigt het nieuwe, grote Turkije. We moeten groot leren denken. Ik ben niet een persoon van luxe. Hiervoor heb ik als premier in bescheiden woningen gewoond. Maar een prestigieus presidentieel paleis is goed voor het imago van het land’, aldus Erdogan.
Een blik op het grootste gebouw van het land leert dat de werkzaamheden nog niet afgerond zijn. Naast de duizend kamers komen nog tientallen andere kamers, aldus de Turkse pers. Die zijn echter niet voor het betere imago van Turkije, maar voor het personeel.