Zelfs bebloede lakens waren geroofd en patiënten waren gevlucht. Nu was heel West Point één groot quarantainecentrum geworden. Soldaten schoten op de mannen die de barricade bestormden, eentje bloedde er dood. Elke dag staat nu een menigte bij het hek tegenover gespannen soldaten.

Het nieuws over de afgrendeling van West Point en andere meldingen over de ebola-epidemie in West-Afrika worden in Nederland beschouwd als een soort standaard Afrika-nieuws: een ramp voor de binnenpagina’s of de korte items, iets wat verder weinig met ons te maken heeft. Dat is pijnlijk naïef. Hoewel de Wereldgezondheids-organisatie (WHO) de kans nog steeds laag inschat dat ebola overslaat naar Europa, is deze uitbraak veel dichter bij huis dan ons vertrouwde nieuwsformat suggereert.

Nu dan een buiging naar Artsen Zonder Grenzen

Alleen al als Afrikaanse ramp is deze uitbraak indrukwekkend. Uitgerekend in Sierra Leone en Liberia, straatarme landen die jarenlang burgeroorlog kenden, heeft ebola de autoriteiten overweldigd. Hele provincies zijn donkere gaten geworden waar we weinig van weten. De povere medische infrastructuur is ingestort nadat tientallen artsen en verplegers zelf stierven aan de ziekte en anderen vluchtten. Daardoor zijn ook bevallingen of simpele ontstekingen dodelijk geworden. Als tekenen van machteloosheid stelde Sierra Leone het verstoppen van een ebola-patiënt strafbaar en ontsloeg de Liberiaanse president ministers die niet durven terugkeren van vakantie.

Dit alles is inderdaad een vreselijke maar verre crisis. Wat kennelijk niet doordringt, is dat deze ramp plaatsvindt in de buurt van het dichtst bevolkte en meest met de wereld verbonden land van Afrika: Nigeria. Als ebola zich vestigt in Lagos – en het virus is daar al eens opgedoken – zal het Nigeria niet lukken om ebola in toom te houden. Lagos, met 22 miljoen inwoners, is een wonder van chaos, mobiliteit en gebrek aan overzicht en bestuur. Waar West Point kan worden afgesloten, is dat voor het innig met West-Afrika verbonden Lagos uitgesloten. Tel wat Nigeria betreft daar een burgeroorlog bij op, een islamitisch kalifaat in het noorden, naderende verkiezingen, een landelijke staking en massa-ontslag van artsen, en het beeld is verontrustend.

Nederland zit niet stil. Alle academische ziekenhuizen hebben quarantaines ingericht. Net als in Duitsland zullen hier onmiddellijk kantoorpanden op slot gaan als iemand plotseling ineenzakt. Veel meer kunnen we niet doen. Er lijkt een stilzwijgend geloof te heersen dat rijke landen wel een oplossing uit de hoed zullen toveren, zoals het nog niet geteste vaccin. Maar dat vaccin is op en deze week stierf een arts die ermee was behandeld. Temperatuurscanners of interviews op Schiphol? De incubatietijd van de ziekte kan drie weken zijn. En er worden onnodige risico’s genomen, zoals het invliegen van besmette westerlingen.

Toch ligt de sleutel voor onze veiligheid niet hier, maar in West-Afrika. Bij het uitblijven van een effectief antwoord door de landen daar en de who gaat Artsen Zonder Grenzen (AzG) voorop in de strijd tegen de epidemie. Er is de afgelopen jaren veel kritiek geleverd op de ‘hulpkaravaan’, ook op onze pagina’s; nu dan een buiging naar deze ngo die zo’n duizend van zijn mensen naar dit gevaar heeft gestuurd. Maar AzG heeft mensen en spullen nodig. Het zou van gezond verstand getuigen als Nederland het voortouw neemt in noodhulp en pressie op de WHO. Dan blijft ebola terecht beperkt tot de binnenpagina’s.