Ik kan het niet helpen maar Alice, de titelheldin uit Woody Allens film van weleer, is bij mij nooit ver weg. Mia Farrow is de personificatie van de zoekende vrouw, die van dr. Yang een speciale kruidenthee krijgt voorgeschreven.

‘Love… Love is a most complex emotion’, zegt hij.

Vanaf dat moment komt haar leven op de schop te staan, en zijzelf ‘in de waarheid’ te verkeren. Ik hoef die waarheid niet, maar naar verlossing verlang ik altijd wel, al was het maar van de pijn in mijn schouder.

Toen ik in een vreemde stad verbleef, gezegend met een Chinese buurt, dacht ik dus: nu of nooit. Een gedachte die ik voor het laatst had toen ik nog auto reed en mijn kansen inschatte om in te voegen. Nu of nooit staat voor mij gelijk aan mijn ogen dichtknijpen en één-twee-drie-in-godsnaam. En zo stond ik zomaar opeens in een donkere pijpenla, waar het rook naar… een wel heel speciale kruidenthee. Een gedrongen gestalte kwam van achter een mottig gordijn te voorschijn en vanaf dat moment verdween het spaarzame beetje regie dat ik nog in huis dacht te hebben.

Bij het wakker worden die ochtend had ik geluisterd naar een aflevering van de podcast ‘Echt gebeurd’. Eva Rovers verhaalde over de keer dat ze bijna een verdrinkingsdood was gestorven in de Zuid-Chinese Zee. Wat het ene moment nog een kalm wateroppervlak was, met het strand nabij, werd een kolkende woestenij waarin zij willoos heen en weer werd gesmeten.

‘Ik geloof niet in bovennatuurlijke toestanden’, zei ze. ‘Ik ben een vrij nuchter persoon.’ Maar ze betrapte zichzelf erop, dit alles met haar charmante zachte g, in gesprek te gaan met de golven.

Laat ik, een niet geheel nuchter persoon, het ondertussen niet dramatischer proberen voor te stellen dan het was: de gedrongen gestalte in die pijpenla behoorde toe aan een vrouw. Een kleine Aziatische vrouw die ik niet kon verstaan en vice versa. Ik wees op mijn rechterschouder, zij wees op een bakje met water onder het voeteneind van een grote zwarte stoel. Na enig heen en weer gesticuleren zat ik in die stoel, met mijn voeten in het water. Ik legde me hier snel bij neer.

Dr. Yang zou zeggen: ‘No logic to emotions.’

Ik dacht: voet en schouder horen hier bij elkaar.

Tot zich nog een kleine gestalte losmaakte vanuit het duister en een zacht gekwinkeleer de smalle ruimte vulde. Het is gek hoe dingen die je niet kunt verstaan altijd wezenlijker lijken dan alles wat je zoal opvangt op een dag. Er werd gesleept met contactdozen, met snoeren en er kwam een reusachtige afstandbediening vanonder een stapel dozen te voorschijn. Ik weet niet goed of ik de glimlach die verscheen op het gezicht van beide vrouwen als mysterieus of malicieus moest karakteriseren, maar een zacht zoemen stak de kop op. En verbeeldde ik het me, of begon de stoel waarop ik zat te bewegen?

‘Ik zei tegen de golven dat ze me terug naar de kust moesten brengen’, vertelde Eva. ‘Ze waren alleen niet voor rede vatbaar.’

Laat ik het niet dramatischer proberen voor te stellen dan het was

Mijn stoel ontpopte zich al gauw tot iets dat evenmin echt van luisteren wilde weten. Hij bleek een entiteit op zich, met voor mij onnavolgbare stuiptrekkingen. Werd ik aanvankelijk alleen samengeperst, best onaangenaam, even later kwam daar een roterende beweging bij, strelend, schokkend, duwend. Ik moest me schrap zetten om niet de ruimte in gekatapulteerd te worden.

‘Ik dacht alleen maar’, vertelde Eva: ‘Ik moet mijn hoofd omhoog proberen te houden.’

Ik dacht alleen maar: ik moet niet gaan kreunen. Of erger.

Eva werd naar beneden getrokken, als in een centrifuge door elkaar gerammeld en geslagen, en dan weer keihard omhoog geduwd. ‘Ik kon nét even kijken, even ademhalen, en dan werd ik weer naar beneden gesmeten, en begon de volgende ronde.’

Mijn volgende ronde: terwijl het persen en duwen doorging, werd ik nu ook vanuit de zitting aangevallen. Iets probeerde zich al pulserend toegang tot mij te verschaffen. Ik zette me schrap en probeerde me met alle kracht vast te houden aan de leuningen van mijn vijand.

‘Onder water wint het water’, dacht Eva. ‘Boven water win ik.’

Ik dacht: ik verlies het. Sowieso.

‘Er was geen onderscheid tussen mij en mijn omgeving’, zei Eva. ‘Er was geen gisteren, geen vandaag, er was geen angst, geen hoop, geen paniek. Het was wel goed zo.’

Ik was in paniek. Overbewust van mezelf, van twee glimlachende vrouwen en een stoel die niet van wijken wist.

Dr. Yang zou zeggen: ‘Human beings unpredictable.’

Eva beleefde iets dat zich alleen liet vergelijken met een – hoor de zachte g – ongekend orgasme. ‘Het hele leven balde zich samen in één moment, een ultiem hoogtepunt.’

Ik kwam erachter dat het tegenovergestelde ook bestond.

Dr. Yang zei even niks.