De gedaante van Lady Honoria Dedlock, stil als een standbeeld in een donkere, mistige straat in Londen, circa 1850, verschijnt ongeveer halverwege aflevering 3 van de nieuwe BBC-dramaserie Bleak House. Het treft je als een mokerslag: de vrouw is beeldschoon, maar het is allemaal vergane glorie. Haar gezicht lijkt uitgemergeld; de aderen en botjes in haar nek zijn duidelijk zichtbaar onder de ietwat losse huid. En toch: haar ogen zijn helder, donkergroen, haar jukbeenderen zitten hoog en haar mond is halfopen. Dit alles ziet de kijker pas na enkele seconden, wanneer hij iets is hersteld van de shock van de verschijning. Zij is geheel gekleed in het zwart: een lange jurk, een cape en een sluier van zwarte zijde. De wind blaast de sluier tegen haar wangen aan, waardoor het lijkt alsof haar gezicht doorschijnend is.
De visuele complexiteit van Bleak House, naar Charles Dickens geschreven door Andrew Davies, is een openbaring. Het verhaal speelt zich af in Londen, midden negentiende eeuw, maar de beeldtaal is die van thrillerseries als 24 of Crime Scene Investigation. Beeldovergangen vinden plaats door middel van crash zooms, gepaard gaand met explosieve geluiden. De cameras zijn digitaal en draagbaar. De scène waarin Lady Dedlock, gespeeld door de Amerikaanse actrice Gillian Anderson, bekend vanwege haar rol als agent Dana Scully in The X-Files, verschijnt voor het Londense huis van haar eertijdse minnaar doet qua sfeer niet onder voor bijvoorbeeld David Finchers seriemoordenaarsfilm Seven (1995). Net als in die film regent het onophoudelijk in Londen. Bovendien waait de wind, wat thematisch gemotiveerd is. In die tijd was een oostenwind levensgevaarlijk wegens de mogelijkheid van het aanblazen van allerlei ziektekiemen. Bij Lady Dedlock is de infectie psychologisch van aard. Daar staat zij, turend naar het huis waar hij, kapitein Hawdon, naar men zegt is gestorven. Terwijl zij kijkt lijkt de kleur uit het beeld weg te vloeien. De straatjongen die naast haar vertelt over het geheime leven van de kapitein oogt overgoten met een vieze, koperen gloed. Het is een kleur die je voelt, het is de kleur van de beruchte mist van Londen, van ziekte en de dood.
Besmetting, ziekte en de dood zijn op metaforische wijze aanwezig in Bleak House, in Dickens tijd waren ze ook dringende maatschappelijke kwesties, zoals Peter Ackroyd aantoont in zijn biogra fie Dickens (1990). Dickens zelf maakte de connectie tussen maatschappelijk verval en het failliet van het rechtsstelsel in Londen. Hij begon in 1851 aan Bleak House nadat hij in The Times had gelezen over de buitengewoon lange duur van civiele rechtszaken in de Londense Court of Chancery. De roman, waarin de erfrechtzaak van Jarndyce versus Jarndyce centraal staat, verbeeldt een stagnerende wereld waarin personages gevangen zitten. Zij wonen in een maatschappij die verrot is tot op het bot. Al wat mogelijk is, is een afwachtend leven. Terwijl Jarndyce voortduurt, is er tenminste de belofte van verandering.
De acteurs zijn uitstekend, naast Gillian Anderson vooral ook Charles Dance als Tulkinghorn, de advocaat die onraad vermoedt en gaat speuren naar de geheimen in het verleden van Lady Dedlock. Net zoals Oliver Twist eigenlijk een nevenkarakter is in dat verhaal van Dickens, eist niet de ogenschijnlijke hoofdfiguur in Bleak House, Esther Hawdon, de aandacht op maar juist Lady Dedlock. Zij ís het boek, zij ís de televisieserie. Afgemeten zegt zij, voorbij de camera starend naar de regen: «Ik vind het dodelijk saai. Ik vind deze plek dodelijk saai, ik vind mijzelf dodelijk saai.»
Behalve door de psychologische diepte van de personages en de visuele schoonheid is Bleak House ook bijzonder doordat de BBC het uitzendt op donderdag- en vrijdagavonden, vlak na de populaire soapserie Eastenders. Naast Gillian Anderson passeert nog een «acteur van het volk» de revue: Johnny Vegas in de rol van Krook, de diabolische huiseigenaar die sterft aan de gevolgen van het fenomeen «spontane ontbranding» bij de mens. Het vooruitzicht de heerlijke Vegas in vlammen te zien opgaan is al re den ge noeg om te kijken naar Bleak House. Zo is de serie een mo nument voor Dickens, een door en door populaire auteur. Over Dickens schrijft G.K. Chesterton: «Hij deed wat geen En gelse staatsman kon doen: hij reikte naar de massa. Hij was populair op een manier waar wij moderns geen notie van hebben. Zo bezien be staat er geen populariteit meer.»
www.bbc.co.uk/drama/bleakhouse