Tenenkrommend zijn de talloze regeltjes waar ondernemers mee in aan raking komen. Joost van Lingen, meubelmaker te Utrecht, weet er alles van. Hij kreeg onlangs bezoek van een inspecteur die in opdracht van de milieu- en veiligheidsdienst langskwam. Joost van Lingen: «De man kwam kijken of mijn nieuwe werkplaats aan alle eisen voldeed. De eerste opmerking die hij maakte was dat er te veel zaagsel op de grond lag. Dit illustreerde hij door te laten zien dat zijn voeten afdrukken achterlieten in het zaagsel. Hij vond dat ik elke dag mijn werkplaats moest stofzuigen. Ook het hoopje houtkrullen naast mijn zaagmachine was een paar millimeter te hoog en zou een risico vormen voor brandvoortplanting. Dat hoopje heb ik toen maar weggeschopt, zodat het de aanvaardbare hoogte kreeg.»
Het is maar één voorbeeld van de realiteit in Nederland. Met een strengere Arbowet dan waar ook in Europa, een ongekend grote hoeveelheid richtlijnen voor het onderwijs en een administratieve lastendruk voor ondernemers die wordt geschat op 16,3 miljard euro per jaar, maakt Nederland een goede kans het meest beregelde land van de wereld te zijn. Minister Zalm van Financiën streeft naar het verwezenlijken van het motto van het regeerakkoord: «Meedoen, meer werk, minder regels», maar mede door de ingrijpende veranderingen van het kabinet zelf merkt de ondernemer daar weinig van.
Zoals Joost van Lingen. De inspecteur liet zich, anders dan het zaagsel in de werkplaats, niet zomaar wegschuiven. Van Lingen: «Vervolgens begon hij over de flessen terpentine, thinner en wasbenzine. Dat soort vloeistoffen moet in lekvrije bakken staan, omdat er milieu verontreiniging kan ontstaan als ze lekken. Ik zei tegen de inspecteur dat hij maar in de winkel om de hoek moest kijken, want daar stonden wel vijftig van dit soort flessen gewoon op de plank. Ook de aanwezige blusmiddelen waren niet in orde. Dat vond ik wel vreemd, want voor de werkplaats, waar gewoon een brandslang aan een haspel hangt, heb ik wel een brandveiligheidvergunning van de ge meen te gekregen. Het leek alsof deze inspecteur de regels lukraak toepaste. Ik deel dit zesenhalve meter hoge pand met andere mensen en sommigen van hen hebben, net als ik, een vloer in het midden laten leggen. De vloeren zijn identiek gebouwd. De helft kreeg te horen dat ze de staalconstructie brandwerend moes ten betimmeren en de andere helft niet.»
Deze argumentatie mocht niet baten. Van Lingen: «Mijn werkplaats voldeed niet aan enkele eisen. Dus zei de inspecteur dat hij over drie weken terug zou komen met twee agenten van de milieupolitie om te controleren of ik de nodige aanpassingen had gemaakt. Ik raakte toen heel erg geïrriteerd. Een aantal maanden geleden was er ingebroken en was al mijn gereedschap gestolen. Toen kreeg ik van de politie te horen dat zij geen mankracht had om de schade na een inbraak in een bedrijfsruimte te komen inspecteren. Maar deze inspecteur wilde met twee agenten langskomen om te kijken of ik mijn flessen verfverdunner in lekvrije bakken had staan. Dat is een agent per fles!»
Deze vorm van overregulering maakt het niet alleen Joost van Lingen moeilijk. Veel meer ondernemers hebben er last van. Er zijn verhalen te over.
De slager die door de Arbowet wordt verplicht een raam in zijn winkelruimte te hebben zodat zijn werknemers vanuit de werkvloer zicht hebben op de straat, maar die zich tegelijkertijd ook aan de Warenwet moet houden, die stelt dat er geen zonlicht op het vlees mag vallen. De bakker in IJmuiden die in verband met het arbeidsomstandighedenbesluit zijn winkel moet ventileren, maar van de woningbouwvereniging geen ventilatie via de buitenmuur mag aanbrengen en van de gemeentelijke welstandscommissie geen vergunning krijgt voor een afvoerpijp boven de nok. De horecaondernemer wiens keukenvloer volgens de Warenwet glad moet zijn om makkelijk te kunnen reinigen, maar die door de arbeidsinspectie wordt gesommeerd een stroeve vloer te leggen om uitglijden te voorkomen. Of de bevoorrading van supermarkten waarvoor veel gemeenten venstertijden hebben ingesteld. Laat die venstertijden nu net voor een groot deel samenvallen met de spits uren in het verkeer. De conclusie dringt zich op dat een schoolklas geestelijk gehandicapten aan betere interne communicatie doet dan het vaderlandse ambtenarenapparaat.
Opeenvolgende kabinetten hebben daarom een drastische inperking van het teveel aan regels aangekondigd. Bij even zoveel kabinetten sneuvelden die plannen. Ook Balkenende II probeert het nu weer.
De overheid doet haar best. Hoopvol stemt bijvoorbeeld het convenant dat staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken en de wethouders van Economische Zaken van de 31 grootste gemeenten op 12 december onder tekenden. Het convenant bevat acties om strijdige regels aan te pakken, vergunningaanvragen te vereenvoudigen, onnodige lastendruk te voorkomen en de instelling van bedrijven loketten.
Eerder stond het departement van Van Gennip aan de wieg van het Meldpunt Strijdige Regels. Dat werd mei 2003 geopend. Het meldpunt moest in 2004 al weer sluiten omdat het aantal binnengekomen klachten (ruim negenhonderd) te groot was om te verwerken. De evaluatie, die een jaar in beslag nam, heeft een gigantische database vol oplossingen opgeleverd. Maar aan die oplossingen heeft de ondernemer nog niet veel, want in de meeste gevallen vraagt een klacht om een afzonderlijke interpretatie van de regels en kan ze bovendien vaak pas in overleg met lokale inspectiediensten worden opgelost, zegt een woordvoerder van Economische Zaken. Er zijn naar aanleiding van de meldingen maar een handvol regels aangepast. Het meldpunt is begin dit jaar heropend en heeft sindsdien nog maar 65 meldingen binnengekregen. Dat komt waarschijnlijk doordat er in tegenstelling tot twee jaar geleden weinig publiciteit aan de her opening is gegeven.
Als één onderdeel cruciaal is voor het dereguleringsbeleid van de overheid is dat het streven om de administratieve lasten van het bedrijfsleven in 2007 met een kwart (twee miljard euro) terug te brengen. Minister Zalm heeft zich voor het slagen van dit project persoonlijk verantwoordelijk gesteld. De teller staat nu op 1,5 miljard. Dat dit quotum gehaald gaat worden, is geen punt van discussie, aangezien de inventarisatie van de te schrappen regels in maart is rondgemaakt en alleen nog maar uitgevoerd hoeft te worden.
Maar intussen zijn met de invoering van het nieuwe zorgstelsel, de nieuwe levensloopregeling en het project-Walvis (de Wet Administratieve Lastenverlichting en Vereenvoudiging in Sociale Verzekeringswetten) weer drie nieuwe ergernissen aangeboord. «Dit zijn de grootste wijzigingen in de opbouw van het loonstrookje sinds jaren», aldus Bernard Wientjes, voorzitter van de werkgeversorganisatie VNO/ncw. «Hoewel de maatregelen later zullen leiden tot een verlaging van de administratieve lastendruk zorgt de omschakeling op het moment nog voor een verhoging van die lasten. Het gevoel van ondernemers over de wijzigingen is ook niet positief. Veel mensen vragen zich af wat ze nu weer op hun dak krijgen.»
Inderdaad. De ontevredenheid over de aan komende veranderingen blijkt al na een korte rondvraag bij kleine ondernemers. Het zal wel duurder worden, voorspellen de meesten.
Wientjes meent dat het beleid van Zalm zich vooralsnog te weinig richt op het vergunningenbeleid, ergernis nummer één van onder nemers. «Vergunningen moeten zo veel mogelijk worden afgeschaft», zegt Wientjes. «In plaats daarvan moet de overheid duidelijke regels maken en ondernemers daarvan op de hoogte stellen. Wie wil bouwen, mag bouwen, maar wordt wel hard aangepakt als hij de regels overtreedt.»
Onderdeel van het verminderen van de administratieve lastenverlichting is de operatie-Walvis. Maar die is inmiddels een heet hangijzer geworden. De invoering van de wet was gepland op 1 januari 2006 en dreigde vertraging op te lopen doordat de Belastingdienst zich had verkeken op de complexiteit van de operatie.
Walvis, die het heffen en innen van de premies werknemersverzekeringen verlegt van de UWV naar de Belastingdienst, zal nu toch onder druk van minister De Geus van Sociale Zaken en staatssecretaris Wijn van Financiën op de geplande datum van kracht worden. Ondanks de noodkreet van de Nederlandse detailhandel, die de invoering van de wet op 1 januari «vol strekt onverantwoordelijk» noemde en voorspelde dat het «tot grote problemen zou leiden» als de wet te snel ingevoerd zou worden.
Recentelijk kwam daar nog de brandbrief bij die VNO/ncw en MKB-Nederland op 8 december stuurden aan minister De Geus. Beide bedrijfslevenbehartigers schreven dat «door de wijze waarop het UWV voornemens is deze wetgeving uit te voeren ( ) de administratieve lastenverlichting niet zal worden bereikt en zelfs zal omslaan in een verzwaring». Elke werkgever moest al vanaf 1 januari 2006 eenmalig 125 gegevens per individuele werknemer aanleveren met de gecombineerde loonaangifte. Als een werknemer arbeidsongeschikt wordt, wordt de werkgever nu geconfronteerd met extra gegevens, bestaande uit een vragenlijst van acht paginas. «Totaal onacceptabel», aldus VNO/ncw en MKB.
Het is dus nog maar de vraag of het Nederlandse bedrijfsleven zoveel beter wordt van het dereguleringsbeleid dat de overheid voert. De invoering van nieuwe regels, of die nu een vereenvoudiging van oude regels betekenen of niet, schept per definitie een onzeker onder nemersklimaat. De nieuwe maatregelen die het kabinet in januari doorvoert kunnen dus pas in de toekomst werkelijk rendement gaan opleveren. Maar dan moet het wel afgelopen zijn met de neiging die veel kabinetten hebben om het beleid van hun voorgangers op de schop te nemen. Net als de ambtenaren die aan de lopende band regels produceren, kan een kabinet ook te ijverig zijn.
T