De werkelijkheid is aan het verdwijnen. Dat is wat ik steeds weer lees en hoor en die verdwijning komt door artificiële intelligentie en deepfakes en nepnieuws dat in clickfarms wordt geproduceerd. Zo circuleerde vorige week op sociale media een foto van een Griekse reddingswerker met een Turks kind in zijn armen, ‘prachtig’ schreven mensen erbij, en: this is what humanity looks like. Ook al was er iets vreemds aan dat beeld. Het licht was te schel, de lijnen waren te scherp, ‘the uncanny valley’ wordt het ook wel genoemd: het onbehaaglijke gevoel dat je krijgt van iets wat eruitziet als een mens maar het niet helemaal is. Dat de reddingswerker zes vingers had, was daarnaast ook wel een teken. Maar mensen zien wat ze willen zien en op sociale media is helemaal geen tijd om na te denken of goed te kijken, hoop en liefde worden er net zo makkelijk uitgegooid als doodsbedreigingen.

Nog even en er is geen verschil meer. Dan genereert AI zulke realistische foto’s dat ze niet meer van echt te onderscheiden zijn. Deepfakes zullen zo goed zijn dat je iedereen alles kunt laten doen en zeggen, in heden, toekomst en verleden. De doden zullen weer tot leven worden gewekt, Marilyn Monroe kan een nieuwe film maken, ze zal interviews geven, nog even en je kunt met je overleden vader spreken (mits hij genoeg beeld en tekst heeft achtergelaten om AI te trainen). Geef het nog wat extra tijd en overledenen zullen misschien zelfs gekloond kunnen worden, zoals nu al bij huisdieren gebeurt. De dood zal de dood niet meer zijn en het leven niet meer het leven, want wat is nog echt?

Een aardbeving is echt. Ingestorte huizen en mensen onder het puin zijn echt. Maar op afstand, gekluisterd aan een scherm, wordt het steeds moeilijker om je eigen ogen nog te vertrouwen.

Het is niet nieuw allemaal. De Franse filosoof Baudrillard schreef al in de jaren tachtig dat de werkelijkheid steeds meer tot simulatie vervalt. De beelden en berichten die we via televisie, films en reclames tot ons krijgen zijn geen afspiegeling van de realiteit, maar simulacra: kopieën van kopieën van kopieën, zonder origine of origineel, die hun eigen werkelijkheid genereren. Oorlogen worden begonnen op basis van valse mediaverhalen (zie de invasie van Irak). Obscure bedrijven beïnvloeden via fake-accounts op sociale media de uitkomst van verkiezingen (zoals Nieuwsuur vorige week berichtte). Politici en talkshows laten zich voortdurend leiden door algoritme gestuurde online ophef. Mensen laten zich sturen door stappentellers, hartritmemeters en QR-codes. Ze ondergaan plastische chirurgie om meer op automatisch gephotoshopte foto’s van zichzelf te lijken (ook wel selfie dysmorphia genoemd).

Uiteindelijk zijn we allemaal het product van een wereld die al bestaat

Wij leven, om met Baudrillard te spreken, allang in the desert of the real. AI lijkt misschien een gamechanger, disruptieve technologie die een nieuwe wereld creëert, maar het werkt andersom: deze technologie is het product van een wereld die al bestond. In de jaren vijftig voorspelde Marshall McLuhan al de komst van internet en het ontstaan van een global village. E.M. Forster schreef in 1909 (!) The Machine Stops, een verhaal zo visionair dat het uncanny is. Geen van beiden was helderziend, neem ik aan, ze doorzagen alleen als geen ander hun eigen tijd en trokken de lijnen door. Uiteindelijk zijn we allemaal het product van een wereld die al bestaat, en hetzelfde geldt voor onze ideeën, plannen, ambities en dromen. Misschien zijn die dromen niet van ons, maar behoren ze tot een veel ouder verhaal dat zich langzaam aan het ontvouwen is.

Momenteel is de reactie steeds dezelfde als het over desinformatie en nepbeelden gaat. We hebben mensen nodig die de leugens van de waarheid kunnen scheiden, klinkt het dan, factcheckers en opvoeders die burgers helpen begrijpen wat echt is en wat niet. Maar wat als het onderscheid niet meer te maken is? Moeten we ons niet gewoon neerleggen bij het feit dat waarheid onvindbaar wordt?

In de jaren zestig leerden (linkse) filosofen al dat waarheid sowieso een constructie is en objectiviteit niet bestaat. Er zijn miljoenen interpretaties van de werkelijkheid te geven, de verhalen die reguliere media daaruit kiezen, de manieren waarop ze die in beeld brengen, dienen vooral de macht, aldus bijvoorbeeld Noam Chomsky in Manufacturing Consent. En al is dit natuurlijk iets anders dan het verspreiden van nepnieuws en deepfakes, ik blijf het gevoel houden dat er ook iets goeds te vinden moet zijn in het verdwijnen van de werkelijkheid.

Misschien is het goede wel dit. Dat als je niet meer weet wat je wel of niet moet geloven, als je zelfs je eigen ogen niet kunt vertrouwen, en de fantasie dus vrij spel krijgt, dat alles dan plotseling mogelijk wordt. Echt of niet, het maakt niet meer uit. Deze wereld was altijd al gebouwd op verhalen. Van landsgrenzen tot economie tot de dingen die ons zouden onderscheiden van dieren: het is alleen echt omdat het in wetgeving is vastgelegd. Maar het zou net zo goed anders kunnen zijn.

Met het verdwijnen van de werkelijkheid, als we niet meer gehinderd worden door de vraag of iets waar is of niet, zou het zomaar kunnen dat we eindelijk eens wat bétere verhalen gaan bedenken. En kunnen we misschien zelfs een al bestaand, zich heel langzaam ontvouwend verhaal veranderen.