
Soms gaat journalistiek over het geven van nieuwe antwoorden op eerder gestelde vragen. ‘Waarom doet Biden eigenlijk mee’, schreef ik eerder in een deze serie blogs. Dat was afgelopen zomer, toen de Democraten en hun voorverkiezingen nog een rijk tableau aan kanshebbers vormden. Een voor een haakten ze af. Te weinig geld, te weinig aandacht, te weinig roep. Kandidaten met veel potentieel (Kamala Harris, Cory Booker) kwamen niet van de grond. Stijgers werden dalers (Elizabeth Warren) en jonge beloften werden schielijk ingetrokken (Pete Buttigieg). Wat overbleef was oud en bekend, zowel wat betreft leeftijd als wat betreft politiek verhaal. Bernie Sanders probeert te herhalen wat vier jaar geleden op een haar na lukte (van buiten de kandidatuur veroveren) en Joe Biden hield zijn derde gooi naar het presidentschap vol. Super Tuesday gaf antwoord op de vraag waarom hij meedeed.
Biden doet mee als de pleisterplaats, waar zowel de kiezer als het kader van de Democratische partij zich kunnen verzamelen om op adem te komen. Even rust van de onderlinge verdeeldheid. Even een gezamenlijke ademhalingsoefening voordat de uitputtende race tegen Trump gaat beginnen. Bidens zwaktes - ouderdom, sleetsheid, gebrek aan onderscheidende ideeën - lijken zijn kracht. Collectief achter Biden gaan staan is een zoektocht naar behaaglijkheid, politiek escapisme eigenlijk.
Er is een duidelijke reden om Biden tot bindmiddel te maken. Biden scoorde goed in South Carolina, maar daarvoor pover in Iowa en New Hampshire. Het was een juiste calculatie dat als de gematigde kandidaten hun krachten zouden bundelen, de middenweg de breedste baan zou worden op Super Tuesday. Maar zonder brede steun van de Afro-Amerikaanse kiezer ging dat niet. Stel gematigde Democraten hadden gezegd: ‘We gaan met z’n allen voor Pete.’ Bidens steunbetuiging had de Afro-Amerikaanse kiezer kunnen aanmoedigen voor hem stemmen, maar dat zou minder stemmers hebben gemobiliseerd. Hetzelfde gaat op voor Amy Klobuchar. Steun van andere Democraten had kunnen laten zien dat de partij nog altijd gelooft in een vrouw als president, maar had zij 54 procent van de stemmen in het vrij behoudzuchtige Virginia gekregen, zoals Biden? Waarschijnlijk niet. En dus werd Biden de meipaal waar de Democraten omheen dansten. Het duidt op een enorm ontzag voor witte haren in de Amerikaanse politiek - of op angst in onzekere tijden iets nieuws te proberen.
In Dallas maakte ik de kroning van Biden mee. Eigenlijk wilde ik de bijeenkomst overslaan. Het was drie uur rijden van waar ik was (de George Bush Memorial Library, ten noordwesten van Houston), de rally zou een klein community event worden en ik had Biden kort daarvoor nog horen spreken. Toen duidelijk werd dat die avond Bidens voormalige opponenten zich aan zijn voeten zouden werpen, ben ik toch maar gegaan.
Het was een opmerkelijk tafereel in het in western-stijl uitgedoste evenementencentrum in Dallas. Eerst mocht Pete zeggen dat hij in Biden geloofde als meest geschikte presidentskandidaat. Hij kreeg klopjes op beide schouders van Biden die achter hem stond. Vervolgens kreeg Buttigieg te horen dat hij de oud-vice president deed denken aan diens overleden zoon, Beau. In zijn biografie schrijft Biden dat hij verwachtte dat Beau op een zekere dag president had kunnen worden. Dat de 76-jarige Biden nu zelf de grootste kanshebber is voor de nominatie, ten koste van Buttigieg op wie hij zijn eigen dode zoon projecteert, is voer voor politieke psychologen. Waarom Buttigieg meedeed aan dit spel werd duidelijk dankzij journalisten. Biden heeft hem een baan in zijn eventuele regering beloofd.
Daarna mocht Amy Klobuchar, die zei dat ze er van meet af aan van overtuigd was dat Biden het antwoord op Trump moest zijn. Ze was blij samen op het podium te staan als strijdmakkers in plaats van als opponenten in een debat, zei Klobuchar. ‘En je hebt alle debatten gewonnen’, grapte Biden. Amy lachte mee. Als ze de debatten gewonnen heeft, waarom moet zij dan plaats maken voor Biden in plaats van andersom, vroeg ik me af.
Als klap op de vuurpijl verscheen Beto O’Rourke op het podium om afwisselend in het Engels en in het Spaans te verkondigen dat Biden de volgende president van Amerika zou worden. Beto was zelf even kandidaat in de voorverkiezingen, en won daarvoor bijna de Senaatsrace in Texas van de Republikein Ted Cruz. Hij stapte vroeg uit de race. Een gebrek aan een duidelijk programma maakte hem tot een zwakke kandidaat. Beto’s kracht was dat hij een onbestemd optimisme vertegenwoordigde, optimisme dat Texas meer is dan olie, wapens en anti-abortus. ‘Jij gaat me helpen wapenbezit aan banden te leggen’, kreeg Beto te horen van Biden, die al vrolijk baantjes aan het uitdelen was. Daarna gingen de twee hamburgers eten bij de Whataburger, Texaanse trots omdat het geen McDonalds is. Het was, kortom, een grote, blije Amerikaanse familie met ‘Uncle Joe’ aan het hoofd.
Terwijl de menigte ‘We want Joe’ scandeerde gingen mijn gedachten naar Bernie Sanders, en de retoriek waarmee hij campagne voert. Er is sprake van een klassenstrijd in Amerika, zeggen zijn medewerkers. Ook dat is een comfortabel idee. De Amerikaanse bevolking tegen de miljardairs die alsmaar rijker worden. De vijand is duidelijk en het doel ook. Een gelijkere samenleving. Maar temidden van honderden Texanen met allerlei achtergronden, in een zaal vol zelfgemaakte borden waar met stift de naam van Biden op stond, kwam het idee van klassenstrijd me plotseling misplaatst voor. Hier stonden kiezers, duidelijk niet het rijkste deel van Amerika noch het armste. De auto’s op de overvolle parkeerplaatsen waren gewoontjes. Ik sprak leraren, gepensioneerden, een enkele student. Veel meer doorsnee kan het niet. Hun enthousiasme voor Biden was oprecht, en het werd versterkt door een tafereel op het podium: verbroedering tussen leden van een club nadat ze besloten hebben dat ze samen sterker staan.
De overwinning van Biden op Super Tuesday, groter dan door vrijwel iedereen werd verwacht, onderstreept een netelige realiteit. Als Sanders klassenstrijd wil voeren, is zijn grootste vijand niet de miljardairs. Het is zelfs niet het establishment van de Democratische partij. Het zijn die duizenden kiezers die, om redenen die wellicht moeilijk te begrijpen zijn, heel erg houden van iemand als Joe Biden.